Zomerakkoord. Het woord klinkt al ongeveer
even hol als de inhoud waar het voor staat. Zowel de Vlaamse als de federale
regering pakten er rond de nationale feestdag mee uit en dan weet je wat er te
gebeuren staat: de coalitie juicht, de oppositie brult, deskundigen branden de inderhaast
afgesloten nachtelijke overeenkomst af, de verantwoordelijken zijn intussen met
vakantie vertrokken. In de hoop dat er over een maand of zo, wanneer ze
terugkeren uit zonniger – nou ja, even zonnige – oorden geen haan meer naar
kraait. Over een paar maanden worden de zomerakkoorden getoetst aan de harde
realiteit, maar dan zal er wel weer iemand in boerkini naast een zwembad
opgedoken zijn en kunnen we het daarover hebben.
Zomerakkoorden zijn flutakkoorden, een
stapeltje dringende maatregelen die nog voor de vakantie moeten genomen worden,
liefst na lange, aanvankelijk uitzichtloze vergaderingen, waarna er plots toch
ergens een deus ex machina optreedt. Of is het een fata morgana? Soit, we
hebben zomerakkoorden die zo rond 21 september, als dit warme seizoen er
officieel op zit, nog hoogstens voor de helft overeind zullen staan. Proficiat!
***
Arbeidsdeal, nog zo’n holklinkende term. Er
moest dringend geld gezocht worden en het makkelijkst vind je dat bij diegenen
die weerloos zijn. Werkloos-weerloos, in dit geval. Als je voortaan zonder werk
valt, kan je de eerste zes maanden op een iets hogere uitkering rekenen, waarna
dat bedrag veel sneller dan nu het geval is, keldert. Degressiviteit, heet dat.
Rijmt op: depressiviteit. Het ene is dan ook een gevolg van het andere. En nu
moet ik even uit mijn rol van afstandelijke waarnemer stappen.
Zes jaar geleden werd ik ontslagen. Drieënvijftig,
een cv van meerdere pagina’s, nog lang niet aan uitbollen toe. Ik dacht: het is
zomer, weinig vacatures, maar vanaf september lees ik tientallen vacatures die
enigszins in mijn lijn liggen. Media. Marketing en communicatie.
Hoofdredacteur. Eindredacteur. Redacteur. Communicatieverantwoordelijke.
Woordvoerder. ‘Als het maar inhoudelijk interessant is!’ Ik was naïef. Die ‘5’
aan het begin van mijn leeftijd schrikt werkgevers namelijk af. Dan denken ze:
duur, onproductief, niet flexibel genoeg, op weg naar zijn pensioen. Onzin, zo
blijkt uit studies wereldwijd, maar die worden niet gelezen door
bedrijfsleiders. Die baseren zich op (voor)oordelen. En op het advies van hun human
resources-afdeling, allemaal twintigers. (Laat me dan ook maar even een
vooroordeel uitspreken, beste lezer, al zal ik niet ver van de realiteit
zitten.)
Ik schreef er een boek over, Als het werk stopt, al was ik toen al terug
aan de slag, vanaf 1 april 2014 (geen grap, ik verafschuw aprilgrappen!). Maar
dat had dus één jaar en negen maanden geduurd, periode waarin ik vruchteloos
tientallen sollicitaties mailde, met deze blog startte, tegen de muren opliep
en af en toe een journalistieke interimopdracht deed. Ik wilde echt wel werken.
Zoals ik ervan uitga dat — in weerwil van een ander hardnekkig vooroordeel —-
negen op tien werklozen écht wel willen werken. Voor de centen, zeer zeker,
maar ook omdat dit zin geeft aan ons leven en sociaal contact belangrijk is. De
verhalen van de werklozen in hun hangmatten: geloof ze niet. Een op tien, misschien,
als het al zoveel is. (Ik baseer me niet op wetenschappelijke studies, maar dat
doen die zeloten evenmin.)
Sinds ik kleine zelfstandige werd en zeker
sinds het boek, april 2015, heb ik meer dan werk genoeg, verdien ik daar aardig
mijn kost mee en doe ik dingen die ik graag doe. Soms verzuip ik, maar als
onafhankelijke journalist kun je geen twee keer een opdracht weigeren, want een
derde keer belt zo’n hoofdredacteur naar een andere freelancer. Ik leid daar
een paar dingen uit af. 1) Ik ben goed in mijn vak (laten we niet bescheiden
zijn!). 2) Ik toon dat dagelijks in de praktijk. 3) Ik ben even dynamisch,
productief en efficiënt als de meeste, doorgaans een pak jongere, collega’s (ik
word zestig in januari). 4) Wie in positieve zin opvalt, wordt gecontacteerd
voor nieuwe opdrachten door andere werkgevers. Bestaat de uitdrukking ‘een
positieve vicieuze cirkel’? 5) De toestand is zelden hopeloos, ook al voelt het
wel zo aan. 6) Misschien ben ik een atypische bijna-zestiger, maar ik geloof
niet dat ik de enige ben. Er zijn dingen die ik minder goed kan dan vroeger, er
zijn dingen waar ik veel beter in ben geworden dan vroeger. Zo zit het leven in
mekaar. You win some, you lose some.
Weet wat je kan, en sta niet te lang stil bij wat je niet meer kan.
***
‘Als werklozen merken dat ze de rekeningen
niet meer kunnen betalen, zullen ze harder hun best doen.’ Herinnert u zich die
uitspraak van Zuhal Demir uit de lente van 2015 nog? Ze was toen federaal volksvertegenwoordiger
en had net een ophefmakende fotoshoot in het parlement achter de rug. Laten we
zeggen dat haar uitspraak even weinig om het lijf had als die reeks prikkelende
foto’s. Maar het is wel typisch voor mensen die het goed hebben, leuke job,
aardige collega’s, flink gevulde bankrekening, drie keer per jaar met vakantie,
al wat je maar wilt — en het weze hen gegund. Het maakt hen blind voor de
realiteit.
De realiteit van een werkloze is meestal dat
je vanaf het begin dat je thuis zit de rekeningen steeds moeilijker kunt
betalen: ze doen dan ook hun uiterste best om snel werk te vinden. Dat er niet
is. In mijn geval, 2012-2014, omdat we nog in volle bankencrisis zaten,
veroorzaakt door mensen die waarschijnlijk in besloten kring dezelfde soort
uitspraken deden als mevrouw Demir en die intussen ziekelijk aan het speculeren
sloegen, uiteindelijk op kosten van de hele samenleving. Vandaag zwengelt de
economie terug aan, maar dat vertaalt zich niet in jobs voor iedereen. Dat is
trouwens een illusie: als de werkloosheidsgraad beneden de vijf procent zou
tuimelen, zou dat een groot succes zijn. In 2014 bedroeg die 8,5%. Nu: 6,4.
Maar er zijn nog altijd geen jobs, jobs, jobs voor iedereen. En dus is die
degressiviteit fundamenteel oneerlijk ten opzichte van langdurig werklozen. Wie
al lang zonder werk zit, zou je alleen maar mogen straffen als er werk genoeg
is. Quod non. In dat geval zouden ze maar wat ‘harder hun best moeten doen’. Wat
nu gebeurt, komt erop neer dat een individuele werkloze wordt gestraft voor de
werkloosheidsgraad van een hele maatschappij. En omdat de meeste bedrijven niet
eens de moeite doen om te reageren op je sollicitatie, krijg je ook nog eens
het gevoel dat je niet meer meetelt. Quantité
négligeable. Je drijft recht de armoede in, wat statistisch gezien dan weer
meegenomen is, want dan verhuis je van de RVA naar het OCMW. Minder werklozen,
hoera! Had ik zelf iets harder mijn best moeten doen? Ik denk het niet. Ik weet het wel zeker. Daar gaat het deze federale regering ook niet om. Er moest dringend geld gezocht worden: de ‘luie werklozen’ straffen was daarbij een makkelijke optie. Dit is niet meer of niet minder dan een ordinaire besparingsoperatie, op de kap van mensen die niet kunnen reageren, omdat ze door niemand vertegenwoordigd worden. Zeg dat dan ook, in plaats van met laffe excuses af te komen!
Als je dan toch een vorm van degressiviteit
zou moeten toepassen (waar ik dus niet voor ben, voor alle duidelijkheid), doe
dat dan tussen de vierde en de twaalfde maand van de werkloosheid. Waarna de
uitkering na een jaar opnieuw wordt opgetrokken naar een bedrag dat een eind
boven het leefloon ligt. Want dat is wel een realiteit: wie werkloos wordt,
zoekt in eerste instantie een job die even goed of beter betaald wordt dan de
vorige, maar dat is bijzonder naïef. Zeker wie uit een managementfunctie
ontslagen werd, heeft de neiging om te veeleisend te zijn. Misschien brengt die
‘degressiviteit’ tussen maand vier en twaalf iets meer realisme met zich.
***
Terloops opgemerkt: een term die we nooit
hadden moeten kennen is SWT, Stelsel van Werkloosheid met bedrijfsToeslag. Die
hadden moedige politici meer dan twintig jaar geleden moeten afschaffen toen
dat nog gewoon ‘brugpensioen’ heette en geen enkele zin meer had.
***
Een ideetje. Als we nu eens de leden van de
federale regering hun opzeg geven. Veertien ministers en vier
staatssecretarissen. Bedankt, u mag gaan, vanaf 1 september bent u werkloos. U
wordt vervangen door hooggeschoolde, langdurig werklozen. Kans is groot dat we
over een jaar een begroting in evenwicht hebben. En dat de huidige excellenties
nog altijd op zoek zijn naar werk. Populistisch? Inderdaad, maar dat zijn de maatregelen
uit het zomerakkoord ook. Scoren bij de achterban en de economische vrienden.
Makkelijk zat. Zo kan ik het ook. Nu nog een achterban en economische vrienden vinden.