En de week
was nog zo goed begonnen…
‘Jonge
Vlaming (15) overlijdt in Marokko na ongeval met quad’, titelde de site van Het Nieuwsblad. Nee, ik juich niet om de
dood van die jongen, wel om de omschrijving ‘jonge Vlaming’. Niet Marokkaan, of
Marokkaanse Belg, maar ‘Vlaming’. Het had ook Belg of Genkenaar kunnen zijn,
maar wat mij trof was dat die jongen, die verongelukt was met zijn quad op reis
in Marokko, als een van ons werd beschouwd, een Vlaming, wat hij bij leven ook
was. We gaan erop vooruit, dacht ik in een zeldzame bui van naïviteit.
Die illusie
was van bijzonder korte duur. Op Twitter werden de ranzige commentaren op de
Facebookpagina van de Vlaamse Verdedigings Liga, een met Vlaams Belang gelieerd
extreemrechts groepje, gretig gedeeld, vernietigend commentaartje erbovenop.
‘Ziet een Vlaming er tegenwoordig zo uit ??’, had de beheerder van het account
boven het bericht van nieuwsblad.be gezet. Uiteraard met spatie voor het
vraagteken, pardon: twéé vraagtekens. Krom taalgebruik vinden ze in die kringen
niet zo erg. Racisme evenmin. Waarop een deel van de 23.000 leden lekker loos
ging. ‘Lol was het een zelfmoordaanslag?’ ‘Beter 1 dan geen. Weer ene die het
hier niet meer kan uithangen’. ‘Ne bruine Vlaming ????? Zoals bruine Nl !!!!’.
‘Allee; belgistan en hollandstan zijn al ingepalmd dan volgens de pers van die
bruine apen !!’. ‘Hij was op verlof naar het land van herkomst. Hij geeft t
goeie voorbeeld. Hij blijft meteen ginder’ (gevolgd
door een smiley). ‘Tja wat verwacht je… als een apenland als Belgie die
vreemde boven hun eigen ras stelt! kunnen beter die hele kutregering laten
verongelukken in Marokko!’. ‘Quad waarschijnlijk gepikt in vlaanderen’. ‘Een
quad gekocht met de opbrengst van drugshandel of diefstal durf ik te wedden’.
Arm Vlaanderen, aflevering elfendertig.
Politici
van alle strekkingen – zelfs Filip Dewinter van Vlaams Belang – struikelden
over elkaar om zo snel mogelijk hun ongenoegen te uiten over dit ‘ziekelijke
racisme’. De hypocrisie ten top gedreven. Mensen die racisme relatief noemen,
of die vluchtelingen als quantité
négligeable (op afstand houden, dankuwel Turkije!) beschouwen, of die in de
aanpak van het terrorisme niet aarzelen om wat bevolkingsgroepen op dezelfde stapel
te gooien, verschoten zich een bult, want, ja hoor, dit is ook hún achterban.
Dit hadden ze nooit ofte nimmer durven te denken. En ze zijn anders zo lief,
meneer, onze kiezers. De racisme-ontkenners werden plots de hevigste pleitbezorgers
van het anti-racisme, het leken wel PokémonGO-jagers, zoals ze op een virtueel
kluitje bij elkaar gingen staan. Zelden klonk verontwaardiging valser. Twaalf
jaar geleden stemde een op de vier Vlamingen voor een openlijk racistische
partij, die daar net tevoren trouwens voor veroordeeld was. Een op vier
Vlamingen vinden racistische kreten in een voetbalstadion niet zo erg, een op
zeven doet zelfs vrolijk mee, bleek eind vorig jaar uit een enquête. Het was
allemaal niet waar, Vlaanderen is warm, Vlaanderen is inclusief, Vlaanderen is
een open samenleving, zo verzekerden Vlaamsnationalisten die niet tot Vlaams
Belang behoorden ons tot in den treure. Ze dwalen. Of ze liegen, dat kan ook.
Ja, het is
er nog steeds, dat racisme, en dankzij lezersfora en sociale media kunnen
mensen die jarenlang hun aangebrande mening uitten aan de cafétoog of in
familiale kring, nu ook heel Vlaanderen deelgenoot maken van hun – meestal
anonieme, met veel taalfouten doorspekte en door een resem vraag- en
uitroeptekens vergezelde – opinie. Vrijheid van meningsuiting, nietwaar. De
racismewet heeft duidelijk geen afschrikwekkend effect. Er werd gelachen met
het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, zoals er nu gelachen wórdt
met opvolger Unia. Wie kan ons wat maken, we zijn met veel, lijkt de teneur te
zijn.
Voor veel
naïeve Vlamingen was dit een zeer luide wake-upcall.
Er is nog wat werk aan die inclusieve samenleving, langs twee kanten trouwens. Want
ook bij vele nieuwe Belgen is er die verkramptheid die hen belet om voluit te
gaan voor deze samenleving. Zo krijg je dat spanningsveld tussen ‘wij’ die te
weinig (of helemaal niet) openstaan voor integratie en ‘zij’ die zich te weinig
(of helemaal niet) willen integreren. Dat mag ook weleens gezegd worden. It takes two to tango, it takes millions to
build a community.
***
Amper een
etmaal na het aan de kaak stellen van de racistische grondstroom maakten
anonieme trollen zich alweer druk én vrolijk om het bericht dat Marieke
Vervoort misschien wel voor euthanasie zou kiezen na Rio. Dat ze altijd opnieuw
in het middelpunt van de belangstelling wil staan, die aandachtshoer, vat ik de
reacties even kort door de bocht voor u samen. Een gatekeeper die er de ranzigste commentaren uit filtert zou een
interessante investering zijn voor de meeste van onze media, al zou dat niet
betekenen dat het verdwijnen van de commentaren ook het racisme zou doen
verdwijnen. Het zou alleen terug verbannen worden naar de cafétoog en de
familiale kring.
***
Gisteravond
las ik een essay van Joël De Ceulaer in De
Morgen, waarin hij ervoor pleitte dat links wat vaker voor de standvastige
CD&V zou mogen stemmen. Nu vind ik dat de term ‘essay’ veel te snel
gebruikt wordt in sommige media, tenzij men onder essay verstaat: een poging om
iets diepzinnigs te schrijven, maar dit terzijde. Doorgaans vind ik de
kritische stukken en analyses van De Ceulaer wel te pruimen, maar nu ging hij
hopeloos van de baan in de chicane van het meningencircuit. CD&V moedig?
Wat doet ze dan nog in deze regeringen? Als ze de N-VA werkelijk te rechts en
te ranzig zou vinden, dan zou ze toch haar conclusies moeten trekken, nee?
Waarmee ik niet zeg dat ze de stekker eruit moet trekken, dat moet de partij
zelf weten. Maar om nu dat ‘personalisme’ en dat ‘moedige midden’ zo consequent
en geweldig te vinden…
Wat mij nog
het meest tegen de borst stuitte in het — komaan, Van Laeken, pers het uit je
strot! — essay van De Ceulaer is dat
hij het in de eerste paragraaf heeft over ‘een Marokkaanse Genkenaar’. We staan
terug bij af. Als zelfs linkse journalisten de nadruk leggen op dat
‘Marokkaanse’, hebben we geen rechtse tegenstemmen meer nodig. Dan kunnen we de
multiculturele samenleving maar beter ten grave dragen.
Ik schrijf
zelf momenteel, samen met Paul Beloy, een boek over racisme in ons voetbal: Vuile zwarte, half oktober in de
boekhandel. Omdat het gaat over ons
voetbal en over racisme vanwege de huidskleur van voetballers die op onze velden actief zijn, moeten we wel
duiden dat de slachtoffers nieuwe Belgen zijn. Dus schrijven we, hopelijk
consequent (ik moet de hoofdstukken die af zijn voor alle zekerheid nog eens
nalezen!): ‘van Marokkaanse origine’. Maar nooit ‘Marokkaan’ of ‘Marokkaanse
Belg’. Dat vinden we te stigmatiserend. Dat wil zoveel zeggen als: ze horen
niet bij ons, of toch niet helemaal!
***
We hebben
nog werk, mensen. Véél werk. Wie zegt of schrijft dat het vroeger erger was met
dat racisme, die dwaalt. Het was vroeger ánders, vanzelfsprekender, normaler:
we lagen er niet wakker van. Maar de oerwoudgeluiden die je op vele plekken nog
hoort als een anderskleurige speler van de tegenpartij bij de bal komt, zijn er
nog altijd, ze klinken even luid en worden even overtuigend geroepen.
Bij het
herlezen van een aantal van de reacties op de dood van die 15-jarige jongen ontdekte
ik dat een van de reaguurders een
medewerker was van de voetbalclub waar ik een jaartje woordvoerder van ben
geweest. Iemand met wie ik meestal na een match aan de toog een pint stond te
drinken, meestal om ons supportersverdriet te verdrinken. Simpele kerel, maar
ik vermoedde er geen racist van de ergste soort in. Tot ik een tijdje later de
Facebookvriendschap met hem verbrak omdat hij een kritische opmerking van mij
over racisme counterde met ‘het is altijd iets met die zwarten’ (of zoiets).
Het kan
onze buurman zijn, onze collega, onze vermeende vriend. Zullen we hem of haar
er voortaan op wijzen dat het niet past, in plaats van gedegouteerd de andere
kant op te kijken of zonder verder nog iets te zeggen kordaat het café of de
feestdis te verlaten? En zullen we dat ook doen in de omgekeerde richting,
wanneer een nieuwe Belg onze seculiere staat verbaal bezoedelt? Het loont,
ooit.