‘Wij van
links’, zo heet de jongste worp van Herman Brusselmans-de-columnist in Humo. Daarin neemt de gewezen jonge
oppergod van de Vlaamse literatuur de maat van zijn maten, die van links. De
auteur associeert zich nog altijd met links (vandaar de ‘wij’), maar neemt
flink afstand van de laksheid van zijn linkse broeders tegenover ontsporende
jongeren. Een citaat: ‘Je moet degenen die we nooit genoeg hebben gepamperd en
geknuffeld en bewonderd, toch zeker de kans geven om ons naar de kloten te
helpen?’ Ach, provoceren is altijd al een levensdoel van de Gentse schrijver
geweest. Noem een duivel en hij wordt er prompt advocaat van.

De tekst
van Brusselmans werd al vrolijk rondgedeeld in de sociale media nog voor hij in
het onafhankelijk weekblad te lezen stond. Hij werd quasi unaniem afgekeurd
door linkse lezers, er werden persiflages op gemaakt, Brusselmans werd bij het
groot literair huisvuil gezet. Behalve door rechts, want die vonden het
geweldig dat die gozer met het lange haar en zijn leren jekker, al drie
decennia de knuffelbeer van lezend links, zich afkeerde van de pamper- en
knuffelcultuur. Was het dat niet wat rechts al jaren zegt, dat Syriëstrijders
en IS-sympathisanten een gevolg zijn van de oogkleppenmentaliteit van de Linkse
Kerk, de naïeve wereldverbeteraars die domweg blijven geloven in de Maakbare
Mens? Leve Brusselmans!, klonk het plots en zeer onverwacht (en ook een beetje
ongeloofwaardig) in nationalistische kringen.

Omgekeerd
gebeurt dat ook weleens: als een rechtse auteur iets onvriendelijks over
rechtse politici zegt, wordt hij meteen omarmd door de linkse medemens. Al valt
dat fenomeen niet zo frequent te bewonderen: een linkse die kritisch is voor
links kom je vaker tegen dan een rechtse die kritisch is voor rechts. Al was er
eergisteren die N-VA-militant die zich op knack.be
afvroeg of hij bedrogen werd door ‘gemaskerd extreemrechts’, waarna hij bewusteloos
werd geknuffeld door de linkse medemens.

Het Grote Gelijk

Links-rechts,
ik heb het nooit anders geweten in onze samenleving. Links had het in de jaren
zestig nogal voor het Rode Boekje van Mao, een man wiens vernietigende invloed
op de Chinese maatschappij dan nog niet zo duidelijk blootgelegd was. Rechts
noemde hem toen al een vuile communist. Mei ’68, daar was je voor (‘Verbeelding
aan de macht’, ‘Verboden te verbieden’) of tegen (de samenleving moet strak
georganiseerd blijven), er bestond geen middenweg, tenzij dan voor wie écht
niet geïnteresseerd was: de eunuchen van de samenleving. Links nam in de jaren
zeventig niet echt nadrukkelijk afstand van de politiek-ideologische moorden
van de Rote Armee Fraktion of de Brigate Rosse. Rechts vond Vietnam dan weer niet
zo verkeerd, het paste tenslotte in de algemene strijd tegen het verderfelijke
communisme in een tijd dat de domino-theorie zo populair was: als een land
communistisch werd, was de kans zeer reëel dat de buurlanden ook roodgekleurd zouden
worden en dus mocht dat eerste land gerust aangevallen worden.

Bij ons
speelt die links-rechts opdeling een steeds steviger rol sinds de definitieve doorbraak
van het Vlaams Blok begin jaren negentig. Het ‘cordon sanitaire’ werd in die
dagen vooral vanuit linkse hoek gepropageerd als de meest geschikte methode om
de racistische ideeën van die partij in te dijken. De polarisatie werd alleen
maar versterkt toen die andere Vlaams-nationalistische partij, N-VA, acht jaar
geleden doorbrak. Alles was nu ofwel links, ofwel rechts. Wie in het midden lag
werd automatisch geassocieerd met de twee uitersten. Een voorbeeld: rechtsen
vinden de CD&V te links, linksen vinden die partij te rechts. Zo is het
altijd wat. En geef nu toe: wie wil er in het midden van het bed liggen, toch
alleen maar saaie pieten? Telkens opnieuw vertrekt men vanuit het eigen Grote
Gelijk: helaas is morele superioriteit een slechte raadgever als het op het
organiseren van de samenleving aankomt.

En toen
kwam 22/3, onze 9/11. De terroristische aanslagen op de luchthaven van Zaventem
en in het metrostation van Maalbeek hebben de links-rechts tweespalt alleen
maar vergroot. Zegt De Wever dat hij woedend is dat de terreurdaden gepleegd
werden door jongeren die hier zijn opgegroeid en alle kansen hebben gekregen,
dan steigert links. Zegt Mayeur dat Vlaanderen zijn fascistoïde hooligans op
Brussel heeft afgestuurd, dan is rechts heel boos. In beide gevallen valt daar
trouwens wat voor te zeggen, maar het lost in wezen niets op.

Wij-zij

Naast die
links-rechts is er nog een ander schisma dat onze en andere samenlevingen
bedreigt: wij-zij. Wij, de autochtonen, de échte Belgen, tegenover zij, de
geïmporteerde landgenoten, ook al hebben ze dan onze nationaliteit en wonen ze
al drie of vier generaties in het land. ‘Zij’ respecteren onze cultuur, waarden
en normen niet, klinkt het dan. ‘Zij’ staan toe dat mensen met dezelfde roots
radicaliseren. ‘Zij’ werpen letterlijk de eerste steen als politieagenten een
van hen arresteert, ook al heeft die mee verschrikkelijke misdaden beraamd en
gepleegd. Voor het gemak wordt alles op een hoopje gegooid, dat klinkt nu
eenmaal krachtiger: zo worden niet alleen religieuze fundamentalisten en
moslimterroristen geviseerd, maar uiteindelijk ook dé moslim, elk individu dat
zich op de Koran beroept. Omgekeerd wordt een krachtdadig beleid dan
onmiddellijk met de jaren dertig geassocieerd, de reductio ad Hitlerum.

Diepgelovigen
willen per se bekeren, ongelovigen willen gerust gelaten worden. Ook tussen hen
wordt het water steeds dieper, een Rode Zee die niet meer gesplitst kan worden,
met standpunten die voortdurend verharden. Als atheïst begrijp ik niet hoe je
in een denkbeeldig opperwezen kunt geloven, maar ik heb wel respect voor mensen
die dat wel doen, zolang ze ook respect hebben voor mijn visie. Niet het
geloven an sich is het probleem (al blijft het irrationeel), maar de strikte
organisatie van elke religie: daardoor ontstaat er ook op dat niveau een
opdeling in wij en zij, gelovigen versus ketters.

And never the twain shall meet

Ja, links
heeft verzuimd om een volwaardige integratie van nieuwkomers in dit land af te
dwingen. Ja, rechts is te weinig bereid geweest om die integratie te omarmen en
de multiculturele samenleving als een feit te aanvaarden. Ja, links heeft een
oogje dichtgeknepen wanneer het jongeren zag radicaliseren. Ja, rechts heeft
die radicalisering in de hand gewerkt door haar starre houding en het voortdurend
benadrukken van de superioriteit van de eigen leefcultuur. Ja, links legt te
weinig de nadruk op het laten respecteren van de eigen wetten, waarden en
normen, omdat ze de welgekomen medeburgers van een andere origine vooral niet
tegen de borst wil stuiten, ze hebben het al moeilijk genoeg, nietwaar. Ja,
rechts heeft het de andersgekleurde medemens te moeilijk gemaakt: op school, in
het culturele leven, op de arbeidsmarkt. Ja, links pampert te veel. Ja, rechts
hangt te krampachtig vast aan wat was maar in feite nooit écht geweest is: de
homogene samenleving. Xenofobie is des duivels, xenofilie is niet veel beter.

En dan
waren er die aanslagen: eerst op driehonderd kilometer van hier, waardoor we
ons eventjes Charlie noemden, tot we ons maanden later gingen ergeren aan de
cynische cartoons in Charlie Hebdo.
Dan nog eens in diezelfde stad, waarna de vertakkingen met onze eigen hoofdstad
duidelijk werden. Uiteindelijk ook bij ons. We hebben hier niet meer te maken
met ideologische terroristen, die een politicus of industrieel ontvoeren en eventueel
zelfs vermoorden, of met criminelen die in de eerste plaats op financieel gewin
uit zijn. Het hedendaagse terrorisme ontziet niets of niemand, zelfs de eigen
geloofsbroeders niet of eeuwenoude culturele symbolen. Het terrorisme van
vandaag is ontmenselijkt. Alles menselijks is IS/ISIS/Daesh — noem hen wat mij
betreft zoals je wilt — vreemd. Dit zijn barbaren die zo ver heen zijn, zo ziek
in het hoofd, dat je niet op een normale manier met hen kunt omgaan. In een
‘normale’ oorlog weet je wie de vijand is en kan er tot op zekere hoogte
onderhandeld worden, min of meer redelijke mensen onder elkaar, die op zoek
gaan naar een compromis dat niet al te compromitterend is. Zo werkt onze
democratie tenslotte ook. Met onthoofders onderhandel je niet: die bombardeer
je best zo snel mogelijk terug naar een eeuw naar hun eigen keuze. Of, als je
ze levend te pakken krijgt: je sluit hen voorgoed af van de samenleving. Een
democratie moet tolerant zijn, maar mag niet naïef worden. De gevangenis als
wederopvoedingsinstituut, allemaal goed en wel, maar niet voor onmensen.

Net nu, op
een zeer pijnlijk moment, wanneer je eendracht nodig hebt, wordt de
links-rechtstegenstelling nog op de spits gedreven. Om Rudyard Kipling te
parafraseren: ‘For Left is Left, and Right is Right, and never the twain shall
meet’. En je kan dat net zogoed doortrekken tussen ‘wij’ en ‘zij’: ‘Wij zijn
wij, en zij zijn zij, en nooit zullen we elkaar ontmoeten’. Dat is ronduit
dramatisch. En dat is de fout van links én rechts, en van wij én zij. In deze
tijden hebben we nood aan oplossingen, aan beslissingen die breder worden
gedragen dan alleen maar door de leden en supporters van de regeringscoalitie,
aan ‘ons’ in plaats van aan wij-zij.

Beschaafd vs Onbeschaafd

Misschien
voeren we wel de foute discussie. Gaat het wel over links-rechts of wij-zij? Is
er één weldenkend individu die de aanslagen van 22/3 níet veroordeelt? Is er
één mens met een beetje hersenen in zijn hoofd die Zaventem en Maalbeek als
onderdeel ziet van een gerechtvaardigde strijd? Is er één verstandige kop die
de terroristen als een soort moderne Robin Hoods ziet? Daarover kunnen we het
eens zijn, toch?

Daarom dit
bescheiden voorstelletje: vergeet even die links-rechts, die wij-zij, die
misplaatste morele autoriteit, en ga uit van een opdeling
Beschaafd-Onbeschaafd, waarbij ik ‘onbeschaafd’ neutraler vind klinken dan
pakweg ‘achterlijk’ of ‘barbaars’. Beschaafd: al wie onze wetten, normen en
waarden respecteert, geen geweld pleegt (tenzij uit wettige zelfverdediging) en
integratie bevordert (of volwaardig wil integreren). Onbeschaafd: al wie dat
niet doet. Het is duidelijk tot welke categorie Syriëstrijders behoren en al
zeker de terroristen van Parijs en Brussel. Je moet dan wel iets doen aan de
sociale achterstand die mede aan de basis ligt van hun ontsporing, maar niets —
werkelijk niets! — rechtvaardigt moorden, plunderen en verkrachten van
seksslavinnen in een zelfuitgeroepen kalifaat. Nog een voordeel: dé moslim
hoeft zich dan niet langer te distantiëren van zijn moordende geloofsgenoten.

Het is ook
duidelijk waar je neonazi’s moet plaatsen. Daarom is het zo jammer dat N-VA een
unieke kans heeft gemist om vorige zondag samen met andere partijen een
duidelijk statement te maken tegen een aantal hooligans (pardon, casuals), die een manifestatie
misbruikten om amok te maken in het hart van een stad die net getroffen was
door vreselijke gebeurtenissen. (Ja, er zullen ook wel extreemlinkse kerels
tussen gezeten hebben, er zullen best wat provocerende dingen geroepen zijn door
linkse aanwezigen die in de buurt stonden en die ene foto maakt niet duidelijk
of nu wel of niet de Hitlergroet werd gebracht, maar waarom moeten hooligans
überhaupt apart opstappen en sluiten ze zich niet aan bij de andere, serene
herdenkingen?)

Hoe zit dat
dan met de vrije meningsuiting?, hoor ik u denken. Die is grondwettelijk
verankerd en moeten we afschermen, want net daardoor onderscheiden we ons van
onbeschaafde regimes, zeer zeker. Maar die vrijheid wordt ook ingeperkt door
wetten: je mag niet eender wie op eender welke manier beledigen, en dat is maar
goed ook. Laten we de racismewet koesteren, indien nodig verbeteren en — vooral
— toepassen. Aan de andere kant moet het wel mogelijk zijn om openlijk kritiek
te uiten op de samenleving. Het moet bijvoorbeeld perfect kunnen dat partijen
voor een onafhankelijk Vlaanderen blijven streven, zolang ze dat niet met
geweld willen afdwingen. Zij behoren, voor alle duidelijkheid, tot de
‘beschaafden’. Wie passief het moderne terrorisme toejuicht, zou eigenlijk dat
recht moeten hebben, al vraag je je af waarom zo iemand in onze samenleving
blijft rondhangen, omdat die haaks staat op alles waar hij of zij voor is. Wie
actief hulp verleent aan terroristen of betrokken is bij de voorbereiding van
terroristische daden, hoort bij de ‘onbeschaafden’. De jongeren die stenen
gooiden in Molenbeek verdienen zowel een straf als ons mededogen: sommigen
weten niet beter, anderen proberen krampachtig bij een groep te behoren, de
sociale achterstand is in een aantal wijken een reëel feit en moet weggewerkt
worden. Daarom moet preventie altijd repressie voorafgaan, terwijl de nadruk nu
te veel en te vaak ligt op het repressieve. Wie Salah Abdeslam hielp, verdient
dat mededogen niet. Dat is spuwen op de graven van de 129 doden van 13 november
2015. Als je dat niet inziet, ben je de rubicon tussen beschaafd en onbeschaafd
overgestoken.

Intelligente
lezers zullen opmerken dat ik in deze tekst eigenlijk een nieuwe
wij-zij-opdeling voorstel: niet meer op basis van ras of afkomst, maar tussen
‘wij’ (= ‘ons’) die een zo vreedzaam mogelijke samenleving willen, waar
onderling respect ons handelen domineert, en ‘zij’ die dat op alle mogelijke
manieren actief saboteren.

Links-rechts
werkt gewoon niet meer als het om dit soort ontmenselijkte terreur gaat,
waarbij enkel de impact en het aantal slachtoffers telt, niet wíe of wat je
hebt getroffen. Tegen barbaren die uitgaan van een achterlijke interpretatie
van godsdienstige teksten en dat koppelen aan een fascistoïde ideologie kun je
je niet wapenen met een klassiek paradigma. Als onze beschaving zelf bedreigd
wordt, kun je veel beter de opdeling Beschaafd versus Onbeschaafd gebruiken.
Voor één keer zouden linksen en rechtsen samen de externe vijand moeten
bestrijden. Er zullen later nog genoeg gelegenheden komen om te bakkeleien over
politiek, economie of andere levensbelangrijke kwesties, wees gerust.