Zes ministers zullen ons land
vertegenwoordigen op de klimaattop in Parijs. Zes! En we hebben ‘maar’ vier
ministers van Milieu in dit land, dus reizen er al minstens twee mee ‘just for
fun’. Handjes schudden met Obama, wie weet zelfs een selfie maken waarop de
Amerikaanse president in de verte wazig te zien is, in de toiletten naast
François Hollande staan en door de consternatie naast de pot pissen, of in het
hokje naast Angela Merkel plaatsnemen en bedeesd ‘Mag Ich etwas fragen, frau
Cerkel?’ prevelen. Hoogtepunten in een politieke carrière als je uit een B-land
komt: snel op de foto met de groten der aarde, big smile en daarna terug de grijze vergetelheid in.
Zes ministers, van wie vier milieuministers,
maar in hun koffers zit geen klimaatakkoord. Want dat is veel te ingewikkeld in
dit landje met zijn drie gewesten, drie gemeenschappen en een veelvoud aan
regeringen. Alsof het milieu ophoudt bij taal- of provinciegrenzen. Net zoals
defensie zou milieu federale materie moeten zijn. Te beheren door één minister,
één administratie, één visie. Dat kan een slechte visie zijn, akkoord, maar
géén visie is in 2015 nog een pak erger. De kans dat de Belgische afvaardiging
morgen mét een ultiem akkoord naar Parijs rijdt, spoort of vliegt is minuscuul.
Als het op zes jaar tijd niet lukt en als een voorzichtig compromis al wordt
afgeschoten nog voor het goed en wel bestudeerd is, moeten we ons niet al te
veel illusies koesteren dat het op vierentwintig uur tijd wel zal lukken,
vooral niet omdat zo’n akkoord nog moet goedgekeurd worden door álle regeringen
en álle partijhoofdkwartieren die iets in de pap te brokken hebben. En dat zijn
er nogal wat.
Nee, ‘we’ gaan naar Parijs om er bij te zijn,
niet om er iets te betekenen. Inzake de milieuproblematiek geldt voor België de
Olympische gedachte: deelnemen is belangrijker dan winnen. Ach, die twee
graden… Een graadje opwarming meer of minder zal de zaak toch niet maken, zeker?
Après nous le déluge, etcetera.
Hebben we toch een beetje Frans kunnen spreken in de Franse hoofdstad.
Wij, domme massa, zullen het nooit leren om
hoofd- van bijzaak te onderscheiden. Hoofdzaak is: verkozen raken en, als
surplus, deel mogen uitmaken van een of andere regering. Er zijn kansen genoeg
in dit land, faites vos jeux! Bijzaak
is: een ideologische ruggengraat, een visie op de toekomst, maatschappelijk
belangrijke zaken realiseren, niet alleen verbaal maar ook reëel bezig zijn met
de toekomst van onze kinderen, kleinkinderen en nog wat grut dat er over een
halve eeuw achteraan komt, wanneer wij allang het tijdelijke met het eeuwige
hebben verwisseld en dus helemaal niet meer moeten wakker liggen van het
blijven doordraaien van de wereld. Over drieënhalf jaar zijn er weer
verkiezingen (drie, zelfs, als je de gemeenteraadsverkiezingen meerekent): dat
is nóg drieënhalf jaar, maar dat is vooral nog máár drieënhalf jaar. Niet te
veel mensen bruuskeren met noodzakelijke maatregelen, dus.
Nee, onze verantwoordelijke ministers liggen
niet echt wakker van dat klimaat, akkoord?