De wereld is slecht. Het leven is lelijk. De
actualiteit van deze week zat weer op Armageddoniveau. Hardvochtige Duitsers,
bedelende Grieken (u mag zelf het accent leggen: ‘bédelen’ of ‘bedélen’), moorden,
ongevallen, waanzinnige transfersommen in het voetbal, en, ja, toch ook wat
ontspanning met die nucleaire overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Iran.
Ik weet niet wat u daarmee aanvangt – misschien wel helemaal niets, wat uw
volste recht is, al zal ik het nooit begrijpen – maar ik heb dan nood aan balsem
voor de ziel. Dan komt het goed uit dat je een ticket hebt voor een concert van
Van Morrison op Gent Jazz.
***
Een krasse knar van bijna 76 betoverde bij
wijze van opwarming de nog maar halfvolle tent. Nee, ik heb het niet over Van
Morrison (die moet nog zeventig worden, op 31 augustus), maar over drummer
Ginger Baker, ooit het kloppende hart van supergroepen als Cream en Blind
Faith, later zijn jazz-, blues- en rockinvloeden verruimend met Afrikaanse
ritmes. Dat resulteerde in Ginger Baker’s Jazz Confusion, een vierkoppig
gezelschap dat het avontuur niet schuwt op het podium. Beeld u daarbij geen
wervelend spektakel in, ik heb het over muzikaal avontuur. Mooi.
***
Ik heb het even opnieuw nagerekend: dit was
niet het twaalfde optreden van Van Morrison dat ik zag – zoals ik eerder
schreef – maar het dertiende. Ik was vergeten dat ie heel lang geleden, in
1992, ook op Graspop had gestaan, toen dat nog geen heavy metalfestijn was.
Dertien, voor een Beerschotsupporter móet dat wel een geluksgetal zijn.
Het openingstrio was identiek aan dat van het
concert in Brescia, anderhalve maand geleden. Celtic Swing, Close Enough
For Jazz en By His Grace
beloofden een beleefd optreden, smaakvol op temperatuur gebracht door een
geoliede vijfkoppige band en aangevuurd door Die Unieke Stem. Op zijn bijna
zeventigste tovert Morrison nog altijd warme klanken uit zijn strot.
Ook Carrying
A Torch, met de mooi tegen elkaar schurkende stemmen van Van en achtergrondzangeres
Dana Masters, liet nog niet vermoeden dat het een onvergetelijke avond zou
worden. Swingend, knap gebracht, smooth,
fijne klasse, al wat u maar wil, maar onvergetelijk? Dat was al geleden van april 1992, toen ik hem in het pluche van de Koningin Elisabethzaal met open mond en
tranen van opwinding zat te bewonderen.
En toen… barstte Baby Please Don’t Go los. Een nummer uit zijn Them-periode, toen
hij nog ‘angry young Van’ was: amper twintig, muzikale rebel, thuis opgevoed
met een stapel jazz- en bluesplaten van intussen allang vergeten artiesten,
invloeden die de kleine Van opzoog en later zou uitwerken tot een volledig
eigen muziekstijl. Dit was geen routineus gebrachte, een volle tent tevreden
stellende song meer, eindelijk ging de Noord-Ier weer voluit. Parchman Farm, My Baby, Stop Drinking en
Don’t Start Crying Now vloeiden in
elkaar over. Aangezweept door een enthousiaste menigte – wat een contrast met
het brave Italiaanse publiek in Brescia! – volgde een doorleefde versie van Ray
Charles’ I Believe To My Soul, dat
ook al terug te vinden was op zijn allerbeste live-plaat, It’s Too Late To Stop Now uit 1974.
In het onvermijdelijke Moondance, de song die hij het vaakst live heeft opgevoerd, hier in
een jazzy versie, slopen enkele tonen My
Funny Valentine: dat deed hij als vanouds voortdurend, stukjes citeren uit
nummers van zijn lievelingsmuzikanten. Toen wist ik al: het is inderdaad ‘a
marvelous night’. Prima maar voor de rest allesbehalve onmisbare songs als Tore Down A La Rimbaud en Enlightenment klonken plots als, euh,
onmisbare songs, met heel veel bezieling gebracht. Zag ik de meester zelfs even
onhandig mee swingen tijdens een instrumentaal intermezzo of was het toch een
stofje in mijn oog? Nee, hoor, het gebeurde echt.
***
‘Magisch moment in tent te Gent’ – het had in
een vlaag van slechte inspiratie ook de titel boven dit stuk kunnen geweest
zijn -, daar zorgden de in elkaar gevlochten mini-meesterwerkjes In The Afternoon, Ancient Highway en Raincheck
uit de cd Days Like This (die met
vier songs het best vertegenwoordigd was gisteravond) wel degelijk voor: magie
in het kwadraat. Koude rillingen, kippenvel, ontroering. En op het podium: veel
zweet. De strak in het pak zittende bard breide er nog enkele flarden Big Joe
Turner aan en Burn Baby Burn, terwijl
hij tussendoor het parelende zweet vanonder zijn hoed wegveegde.
Morrison omgordde dan voor het eerst (en ook
het laatst) zijn gitaar om in een hemelse versie van It’s All Over Now Baby Blue generatiegenoot Bob Dylan waardig te
eren. (Anekdote: Van en Bawb hebben veel bewondering voor elkaar en zijn ook
halve vrienden. Ooit zaten ze samen iets te drinken, een ontmoeting waarbij
nauwelijks een woord gewisseld werd. Na het afscheid zei Van tegen een
compagnon: ‘It’s always nice to meet Bob’. Dat soort mensen!) Om maar te
zeggen: hij zegt niet veel, ook niet tegen zijn publiek. De gitaar zei wel heel
veel in And The Healing Has Begun.
Wat is de overtreffende trap van ultieme schoonheid? Ach, zoek niet naar een
modaal woord om het onbeschrijfelijke te beschrijven, het lukt toch niet.
Help me mocht de reguliere set afronden en eventjes koesterde ik zelfs de hoop
dat hij voor één keer niet na het contractueel afgesproken anderhalf uur
het podium zou verlaten, want elke aandachtige afwezige kon zien dat de artiest
die zelden emoties toont zich zeer goed amuseerde. Al bleef de verbale communicatie
met het publiek beperkt tot een bijna onverstaanbaar gepreveld ‘How about this
band?’ helemaal op het eind.
Vanuit de coulissen kwam een roadie aangespurt
om de keyboardspeler in het oor te fluisteren dat The Man als eerste bis Ballerina wilde brengen, een van de acht
songs op het meesterwerk Astral Weeks
uit 1968, een hermetische, bloedmooie collectie impressies van een op dat
ogenblik amper 22-jarige zoekende artiest die het idioom van rockster (Gloria!) zo snel mogelijk van zich af
wilde schudden. Ballerina is een
waanzinnig schoon liefdesliedekijn. O zo schoon. Waarna hij dan toch loos ging
in Gloria, de song die hij bijna vijftig
jaar geleden nog zo vervloekte. Twee keer het refrein uit volle borst laten
meezingen door het uitgelaten publiek en weg was ie. De band mocht dan nog
minutenlang soleren en excelleren, maar ik wist: hij is weg. Limousine in,
recht naar het hotel. Zo staat dat in hetzelfde contract waarin ook die 90 minuten vermeld worden.
***
De hemel huilde na afloop dikke tranen van
ontroering, misschien wel omdat er net iemand vier sterren weggeplukt had. Die
iemand was ik, u moet het mij vergeven. Ik ben al vergeten wat er deze week in
de actualiteit zat. De wereld is goed. Het leven is mooi. ★★★★
***
Setlist
Celtic Swing
Close Enough For Jazz
By His Grace
Carrying A Torch
Baby Please Don’t Go/Parchman Farm/My
Baby/Stop Drinking/Don’t Start Crying Now
I Believe To My Soul (Ray Charles cover)
Moondance
Days Like This
Precious Time
Tore Down A La Rimbaud
Enlightenment
In The Afternoon/Ancient
Highway/Raincheck/Burn Baby Burn
Whenever God Shines His Light
Think Twice Before You Go
It’s All Over Now Baby Blue (Bob Dylan cover)
And The Healing Has Begun
Help Me (Sonny Boy Williamson cover)
—
Ballerina
Gloria
Fantastisch geschreven Frank (en allemaal juist, ik was er), een 4 sterren recensie waar ik (http://woutersroadblog.blogspot.be/2015/07/van-morrison-gent-jazz-170715.html) nog lang voor mag oefenen.
Frank, ik was er spijtig genoeg niet… maar jouw verslag helpt al reen beetje. Fraaie set blijkbaar, fraai stuk ook.
Ferre Wyckmans