Ik schrijf deze woorden tussen 12u22 en 13u15 op
maandag 24 november 2014. Dat kan niet onbelangrijk zijn in het licht van wat
er in de loop van de dag nog zal gebeuren. Er wordt vandaag gestaakt in de
provincies Antwerpen (het toekomstige Midden-Brabant), Henegouwen, Limburg en
Luxemburg. Netjes verdeeld over Vlaanderen en Wallonië, twee-aan-twee,
zij-aan-zij. De andere provincies komen de volgende twee maandagen aan bod, op 15 december zal de staking algemeen zijn (en tussendoor, op 11 december, wordt de NMBS nog maar eens lamgelegd).
Tot nu toe vielen er nauwelijks incidenten te
noteren. Een werkwillige man reed in Heist-op-den-Berg met een bulldozer in op
een stakingspiket. Op de luchthaven van Charleroi stuurde een nerveuze chauffeur
zijn vehikel recht op een piket af. Gezamenlijk resultaat: een paar gewonden. Toegangswegen
worden geblokkeerd, folkloristische piketvuren moeten voor een beetje warmte,
behoorlijk wat afdreiging en vooral veel sfeer zorgen, de industrie kreunt en
vloekt, wie de staking niet genegen is spreekt van een mokerslag voor de
economie, wie wel stakingsgezind is juicht om zoveel syndicaal
spierballengerol. De vakbonden noemen de staking op het eind van deze woelige
dag ongetwijfeld een succes, regeringsleden en bedrijfsleiders zullen in de nieuwsbulletins en duidingsmagazines klagen over miljoenen euro verlies. Business as usual. Of beter: weinig business, iedereen zal op zijn standpunt blijven staan. As usual.
Sta me even toe me tot de stad Antwerpen te
beperken, omdat daar de schaduwpremier woont, de meeste dokwerkers actief zijn
en het zwaartepunt van de acties ligt. Als er ook in de verdere loop van deze
dag geen zware incidenten te noteren vallen, zal de Antwerpse burgemeester Bart
De Wever schouderklopjes krijgen omdat hij en de aan hem rapporterende
ordediensten alles onder controle hadden. Relatieve kalmte is een pluspunt voor
het beleid. Dat de vakbonden hun manschappen onder controle houden speelt even
niet mee in de algemene perceptie.
Als er toch nog fikse rellen uitbreken, kan De
Wever uithalen naar de onverantwoordelijke bonden en het oproer dat door de
basis veroorzaakt werd. (En, waarom niet, als hij dan toch bezig zou zijn, de
schuld bij het beleid van de vorige regeringen leggen: “’t Is de schuld
van de sossen” is al een tijdje het mantra van de Vlaams-nationalisten, waarbij gemakshalve vergeten wordt dat de huidige coalitiepartners zelf in die vorige regeringen zaten).
BDW wint altijd, wat er ook gebeurt. Dat komt
omdat hij een slimme tacticus en een gewiekste demagoog is. Na de betoging van
6 november in Brussel heeft hij persoonlijk het vuur aangewakkerd. Mede dank
zij zijn megafoons in de media heeft hij een perceptie van een
semi-oorlogstoestand gecreëerd, compleet met bijpassende retoriek. Slecht
geïnformeerde landgenoten hebben de voorbije tweeëneenhalve week het volgende
in hun kortetermijngeheugen opgeslagen:
Betogen = staken = betogen
Betogen = rellen
100 = 119.900
Staken = onverantwoord
24 november = Antwerpen in oorlog
***
Angstpsychose. Het werkte in het verleden, het
werkt ook nu. Als je maar lang en vaak genoeg hamert op dreigend gevaar, dan
wordt dat gevaar bijna tastbaar. Of het nu om criminele vreemdelingen, dievenbendes, Al
Qaida, IS, Ebola of vogelgriep gaat. Angst gaat er altijd in bij de onwetende
burger. Angst is een handlanger van een op law
and order gebaseerd beleid. “Fear is
a man’s best friend” zong John Cale jaren geleden. De Welshe zanger, ex-lid
van de Velvet Underground, heeft ongelijk: angst is ’s mans ergste vijand.
Angst verlamt ons, versterkt bestaande vooroordelen en doet er nog een schepje
bovenop. Als er iets is waar een samenleving schrik van moet hebben, is het angst.
***
Divide
et impera. Latijnliefhebber De Wever zal deze spreuk,
toegeschreven aan Philippus II van Macedonië in de vierde eeuw voor Christus,
goed kennen. Verdeel en heers komt erop neer dat je twee concurrenten of, in
onze moderne tijden, bevolkingsgroepen tegen elkaar opzet, zodat ze niet zullen
samenspannen tegen jou. Door eenzijdig in te zetten op rijken, werkgevers,
ondernemers, verhuurders, enzovoort zorgt de regering-Michel I ervoor dat de kloof
tussen haves en havenots zowel psychologisch als financieel alleen maar groter
wordt. Het risico dat ze samen actie ondernemen tegen het beleid is meer dan
ooit ondenkbaar. Op ’t Schoon Verdiep zal de heerser dit wel prettig vinden.
Zijn vrienden zijn niet talrijker maar wel veel machtiger dan zijn vijanden.
Houden zo, moet de grote strateeg denken.
Je kan deze federale regering geen
democratische legitimiteit ontzeggen, maar je mag anderzijds andersdenkenden
ook niet straal negeren. In Wallonië heeft de enige aanwezige regeringspartij
op 25 mei 2014 25,6% van de stemmen behaald, dat is maar net een fractie meer
dan één op vier. In Vlaanderen halen de drie regeringspartijen meer dan 66%,
dat is twee op drie.
Van een regering – hoe ze ook is samengesteld
– verwacht ik als burger dat ze rekening probeert te houden met de
verzuchtingen van álle landgenoten. ’t Stad mag dan wel niet meer van iedereen
zijn, maar het land is dat nog wel. Dus moet MR die drie op de vier die niet
tot hun club behoren ook bedienen en moeten N-VA, CD&V en Open VLD wel
degelijk respect betonen voor één op de drie Vlamingen die niet op hen gestemd
hebben.
Respect wil niet zeggen: zoveel water in je
wijn doen, dat er alleen water overblijft. Respect wil niet zeggen: geen
duidelijke keuzes maken en domweg voor iedereen goed proberen te doen. Respect
wil niet zeggen: een slap regeerakkoord opstellen, waar niemand gelukkig mee
is, maar ook niemand ongelukkig van wordt. Respect wil wél zeggen: communiceren
met de andersdenkenden, luisterbereidheid tonen, nagaan of sommige maatregelen
niet te ver gaan. Kortom: verantwoordelijkheid dragen voor iederéén, niet alleen
voor je eigen achterban. Inclusief regeren, niet exclusief.
***
Na de jaren van aanmodderen, zo typisch voor
tripartites van de traditionele partijen waar men harde, onpopulaire
maatregelen schuwt (wat niet goed is), zitten we nu met een beleid waarvan de
overdreven kordate Vlaams-nationalistische vleugel uitblinkt in verbale
stoerheid en principiële onwrikbaarheid (wat ook niet goed is).
Deze rit over een onregelmatige roetsjbaan
duurt nog bijna vijf jaar. Meer polarisatie is heus niet nodig. Op een
Thatcheriaanse aanpak zit niemand te wachten, zeker omdat die in het land van
oorsprong niet gewerkt heeft en bevolkingsgroepen alleen maar meer van elkaar
vervreemd en tegen elkaar opgezet heeft. Dat kunnen we in dit moeilijke land missen als kiespijn.
Als de rook straks om ieders hoofd verdwenen
is, hoopt deze jongen op een beleid dat eerlijk en rechtvaardig is. En ook al
zal dat inhoudelijk nooit het mijne kunnen worden, de huidige bewindvoerders
hebben zonder meer het democratische recht om dit uit te proberen. Maar dan
graag met een langetermijnvisie en respect voor alle burgers van dit land, en
zonder het creëren van angstpsychoses en dat verfoeilijke ‘Verdeel en heers’!