Neen, ik ga niet mee betogen vandaag. (‘Ging’,
mocht u dit stuk op een later tijdstip lezen). Ik ben niet zo’n massamens, weet
u. Ooit ben ik mee opgestapt in een anti-rakettenbetoging, 1983 was dat, maar
dat was toch vooral om er verslag van uit te brengen op een Antwerpse lokale radio.
Noem dat gerust egocentrisch, kan me niet
schelen, ik voel me gewoon niet thuis in een grote massa waar je voortdurend
halve hartaanvallen krijgt van ontploffende voetzoekers en een of andere
onverlaat onverstaanbare slogans brult in een megafoon die natuurlijk toevallig
net naast je oor wordt gehouden. Niets voor mij. Ik vind dat mijn recht, het is
mijn keuze.
Ik vraag me ook vaak af wat de zin is van een
massamanifestatie. Spierballengerol, ongetwijfeld, laten zien dat je er bent én
dat je ergens voor of tegen bent, zeer zeker, gebundelde frustratie, dat ook:
maar wat lost het op? Die raketten kwamen er destijds toch, ondanks drie
massale betogingen, tot een half miljoen deelnemers (100.000 volgens de
rijkswacht). De Witte Mars, alle sympathie daarvoor, en het heeft van pedofilie
een aandachtspunt gemaakt, proficiat, maar worden er daarom minder kinderen
verkracht? En vooral: werkt justitie nu beter dan voor 20 oktober 1996? Ik
betwijfel het.
Ik stap dus niet mee op, maar ik vind wel dat
de vele tienduizenden deelnemers het recht hebben om daar te staan en dat te
doen, tenminste als ze dat doen met respect voor gebouwen, instellingen en
ordehandhavers. Ik begrijp ook best waarom ongeruste mensen uit alle geledingen van
de bevolking Brusselwaarts trokken vandaag: als je de regeringsmaatregelen
leest, gaat je haar rechtop staan. Elke dag lekt er wel een nieuwe maatregel
uit die de kleine man iets meer koopkracht kost. Elke dag schuif ik een stukje
meer op naar links, straks val ik nog van deze platte aarde af.
Daar staat tegenover dat de maatregelen van de
federale regering gelegitimeerd zijn, om de simpele reden dat er een
democratische meerderheid op deze vier partijen gestemd heeft, toch zeker op de
drie Vlaamse regeringspartijen. De kiezer (ik stel me een niet al te groot,
blank mannetje voor, laaggeschoold, verzuurd, ongeïnformeerd, balorig, maar dat
zal wel aan mij liggen) heeft dit mogelijk gemaakt en nog wel voor vijf volle
jaren. Tant pis!
Vind ik die betoging, als eenmalig gebeuren,
een logisch gevolg van opgekropte woede en ongerustheid, dan begrijp ik de
stakingen al veel minder. Drie regionale en één nationale, maar je kan er nu al
donder op zeggen dat die regionale ook nationale gevolgen zullen hebben, al was
het maar omdat de NMBS voor één keer een geldig excuus zal hebben dat de
treinen niet op tijd zijn. Lang geleden – ook al ten tijde van die
anti-rakettenbetogingen – was ik verantwoordelijk voor de informatie-uitzendingen
op FM2000, een radio die de reputatie had een ‘vakbondszender’ te zijn. Toch
was ik uiterst kritisch over de septemberstakingen van 1983, om dezelfde reden
dat ik de komende stakingen onwelwillend bekijk: waarom een beleid bestrijden
dat door een democratische meerderheid werd goedgekeurd? Achteraf trok die vakbond, ja: de socialistische!, haar handen af van die radio. Rancune en zo.
Maar goed, die stakingen van de volgende
maandagen kan je nog incalculeren. Je kan ze in je agenda noteren en
voorzieningen treffen, ze zijn immers correct en lang vooraf aangekondigd. Dat
kan niet gezegd worden van spontane stakingen, wat in mijn ogen gijzelingen
zijn, waarbij de gijzelaars allemaal kleine mannen zijn die door deze regering
getroffen worden. Absurde, n’est-il pas?
Kortom, ik zit met een schizofreen gevoel. Ik
begrijp de betogers, maar niet de betoging. En ik begrijp nog veel minder al
diegenen die nu stoer roepen dat betogingen en stakingen zouden moeten verboden
worden. Wie zijn ze, waar komen ze vandaan, wat doen ze en hangen de portretten
van Reagan, Thatcher en Pinochet nog altijd broeder- en zusterlijk naast elkaar
boven hun bed? Wie vakbondsacties aan banden wil leggen of zo mogelijk
verbieden zou beter verhuizen naar een paradijs voor dictators. Noord-Korea,
bijvoorbeeld. Daar heb je alleen verplichte betogingen om de Grote Leider te
bewieroken.