U kent zonder enige twijfel dat vervelende gevoel wanneer u
te snel conclusies hebt getrokken en die dan ook nog eens met de wereld hebt
gedeeld. Een retweet is snel verzonden, een commentaartje in 140 tekens ook.
Tot je in een reactie leest dat je je vergist hebt. Gênant. De meeste mensen
maken zich dan figuurlijk heel klein en kruipen onder een denkbeeldige steen
tot de storm is overgewaaid. Ik niet, ik ga me dan direct verontschuldigen. Wat
het nog gênanter kan maken, als blijkt dat die eerste conclusie toch
grotendeels correct was en je je eigenlijk opnieuw moet verontschuldigen, met
name voor de excuses die je net voordien ten onrechte hebt neergepend. Volgt u
nog? Excuus!
Het bovenstaande overkwam mij gisteren. Iemand retweette een
berichtje van een Gents gemeenteraadslid, die aan de dominante kleur achter
haar ava te zien bij Groen actief is, waarin die stelde dat N-VA en Vlaams
Belang in het Europees Parlement tegen het pakket maatregelen om homofobie aan
te pakken hadden gestemd. Hashtag: demaskersvallenaf.
Dat bleek niet helemaal te kloppen. Achter de namen van de
tweeëntwintig Belgische parlementsleden stonden negentien groene duimpjes (omhoog)
en drie rode (omlaag). Bij die laatsten niet Mark Demesmaeker van N-VA, wel
Philip Claeys (onafhankelijke, vijf jaar geleden verkozen namens Vlaams
Belang), Derk Jan Eppink (LDD, in juni kandidaat voor de Nederlandse VVD) en
Marianne Thyssen (CD&V). Marianne Thyssen? Achteraf bleek de
christen-democratische politica op het verkeerde knopje gedrukt te hebben: zij
was wél voor. En de vóór-stem van Mark Demesmaeker werd omgezet in een
onthouding. Laten we zeggen dat het masker half was afgevallen. En dat de
gewezen VTM-nieuwsanker en presentator van programma’s over tuinieren wellicht last had van glibberige, ‘groene vingers’ toen hij moest stemmen.
Vandaag lezen we waarom. Maar eerst iets over dat actieplan
tegen homofobie, dat werd ingediend door de Oostenrijkse groene politica Ulrike
Lunacek. Daarin wordt de strijd tegen discriminatie op basis van geslacht,
handicap en etnische afkomst uitgebreid naar al wie lesbisch, homofiel,
biseksueel of transseksueel is. Het, overigens goedgekeurde, plan wil dat de
lidstaten allerlei maatregelen nemen tegen homofobie: op school, op de
werkvloer, in het sociale leven.
Demesmaeker is vóór gelijkberechtiging van al wie
andersgeaard is, zo zegt hij in De Morgen,
maar hij vindt dat het EU-plan indruist tegen de subsidiariteit, het voor
nationalisten ‘heilige’ principe dat een centrale of hogere instantie niet mag
doen wat door een lagere instantie gedaan kan worden. Versta, Europa mag
Vlaanderen niets opleggen. En dus onthield Demesmaeker zich, wat laf en
hypocriet is, want als hij consequent het subsidiariteitsprincipe had willen
verdedigen, had hij moeten tégen stemmen.
Dat de Europese Unie anti-discriminatoire maatregelen wil
stemmen en vervolgens opleggen en laten uitvoeren is een goede zaak. Niet alle
lidstaten zijn even ‘progressief’ als België of Vlaanderen en Wallonië. De
grote boze Russische anti-homowolf is niet zo ver ten oosten van ons actief. En
ook in de zuiderse landen heerst er op vele vlakken nog altijd een
onverbiddelijke macho-cultuur.
Welke zin heeft Europa nog, als het – volgens de N-VA –
zulke maatregelen niet meer mag nemen? Moet N-VA dan niet eerlijk zijn
tegenover de kiezer en pleiten voor minder Europa, want daar komt dit gedrag
van Demesmaeker toch op neer? Stel dat lijsttrekker Johan Van Overtveldt tegen
25 mei door heeft wat het verschil is tussen eurorealisme en euroscepticisme (wat hij afgelopen zondag in De Zevende Dag duidelijk nog niet doorhad),
moet hij dan niet open en bloot zeggen dat zijn partij ronduit eurosceptisch is
en tegen méér Europa, zoals Vlaams Belang dat wel rechtlijnig doet?
Als Europa volgens Demesmaeker en de zijnen alleen maar
ver-van-ons-bed-beslissingen mag nemen, wordt de zin van de EU flink
ondermijnd. Dan wil de N-VA blijkbaar opnieuw naar de onzalige tijden dat
Europa louter en alleen een economisch samenwerkingsverbond van een dozijn
landen was. Dan wordt het, toegegeven, allesbehalve open en goed werkend Europa
met het badwater weggespoeld.
Demesmaekers ‘Ik ben niet tegen homo’s, maar…’ klinkt wel
heel erg sterk als ‘Ik ben geen racist, maar…’. Voor een partij die zich
sociaal en liberaal wil profileren, is dat een vreemde bocht. Of maakt dit deel
uit van de grote spreidstand om toch maar zoveel mogelijk kiezers te paaien,
ook de rabiate homohaters die aan de extreem-rechterzijde te vinden zijn? Dat zou nog een pak gênanter zijn dan mijn vergissing van gisteren.