Weken heb ik erover gedaan om De helleveeg van A.F.Th. van der Heijden uitgelezen te krijgen. Ik
slaagde er maar niet in om in het verhaal te kruipen, mij te nestelen in de leefwereld van de Gevierde Schrijver, omdat ik die
grandioze mengeling van werkelijkheid en fictie en die unieke taalbeheersing,
die de bekroonde auteur in zowat al zijn vorige werken tentoon spreidde, hier miste.

Ik herinner me nog dat ik delen 3.1 en 3.2 van zijn
briljante cyclus De tandeloze tijd in
juni 1997 tijdens één veertiendaagse vakantie helemaal verorberd heb.
St.-Rémy-de-Provence kon me even gestolen worden (ik was er toch al geweest!), ik
had me tot taak gesteld meer dan tweeduizend pagina’s te genieten van het
virtuoze duo Het Hof van Barmhartigheid
en Onder het plaveisel het moeras,
tot ergernis van mijn geliefde reisgenote, die me bijna bij de haren moest
sleuren om toch af en toe onze kamer en die ene, weinig comfortabele stoel op
dat ene plekje schaduw in de zonovergoten tuin van ons tijdelijke verblijf, te
verlaten om iets te zien van de omgeving. Lezen kan je inderdaad thuis doen,
maar daar werd ik, als zelfstandig journalist, voortdurend lastig gevallen, dus
moest het maar in die veertien rustdagen gebeuren.

Van der Heijden bleef me ook nadien verrassen, verbazen,
verbijsteren, vermurwen, of dat nu met het begin van een nieuwe cyclus,
dagboekaantekeningen of een requiemroman voor zijn overleden zoon ging. Maar
met De helleveeg had ik voor het
eerst moeite. Ligt het aan mij? Dat zou best kunnen. Een leesdipje of zo. Of heeft de
begenadigde schrijver zich toch enigszins leeg geschreven aan dat even
imposante als pijnlijke afscheid van zijn eigen vlees en bloed.

Eigenlijk mogen we als liefhebbers van dat unieke œuvre al
blij zijn dat Van der Heijden überhaupt nog heeft plaatsgenomen aan zijn
schrijftafel, want na de dood van zijn enige zoon en Tonio. Een requiemroman liet hij weten dat het schrijven op was.
Gelukkig is hij daarop teruggekomen. Al hoefde het nou ook weer niet om de wat
mij betreft perfect afgeronde De
tandeloze tijd
aan te vullen met nog maar eens een boek over een redelijk, maar zeker niet mateloos interessant
nevenpersonage.

Ontelbare keren heb ik De
helleveeg
ter hand genomen, stukjes gelezen en me dan weer laten afleiden door andere dingen.
Dat zou me in de zomer van ’97 nooit overkomen zijn. Nu wel. Komt het omdat ik
het personage van tante Tiny, Tientje Poets, te eenzijdig vind, te weinig
geraffineerd, weinig toevoegend aan het intrigerende portret van de familie
Egberts?

Van der Heijden schreef De
helleveeg
in minder dan twee maanden tijd, in maart en april van dit jaar,
een kortere tijdspanne dan ik nodig had om het te lezen. Tweehonderd
pagina’s lang worstelde ik met dit boek. Pas dan, in de laatste vierenveertig
pagina’s, barst het verhaal werkelijk los, maar ik had het vervelende gevoel
dat de auteur me in die lange aanvangsfase, die zich afspeelt in de jaren
vijftig en zestig van de vorige eeuw, te weinig puzzelstukjes had aangereikt.
De poetsende tante, stofdoek in de hand, denigrerende woorden in de mond,
blijkt dan een regelrechte feeks te zijn, van wie het hele leven een leugen is
geweest, voor haar en haar omgeving. Op het einde wordt er door zowat iedereen definitief
afgerekend met de doodzieke vrouw.

Al hoedt het alter ego van de auteur, Albert Egberts, zich
ervoor om zijn tante, van wie hij heel laat de kleine kantjes heeft leren
kennen en die hij daardoor op de valreep is beginnen haten, in zijn begrafenisrede een onwaardig
afscheid te bezorgen. En dan is er toch nog die vonk van ontroering, wanneer in
de allerlaatste paragraaf zijn zoon Thjum opduikt, als fotograaf. Maar zelfs
dat roept vooral herinneringen op aan Tonio,
het boek dat nooit geschreven had moeten worden.

Misschien moet ik De
helleveeg
nog eens rustig opnieuw lezen en slaagt het boek er dan wel in
mij bij het nekvel te grijpen. Waarom niet tijdens een volgende vakantie? 244
pagina’s, daar doe ik normaal één dag over. Blijven er nog altijd dertien over om aan sightseeing te doen.

A.F.Th. van der
Heijden – De helleveeg – De Bezige Bij, 244 pagina’s, 18,50 euro.