Sinds gisteravond weten we dat Bradley Edward Manning door
de militaire rechtbank van Fort Meade niet schuldig werd bevonden aan
‘samenwerken met de vijand’. Landverraad, om het korter en krachtiger te
zeggen. Daar stond levenslange celstraf op. Maar de soldaat staat nog wel
terecht voor éénentwintig andere feiten, waaronder spionage en diefstal, en
riskeert alsnog voor maximaal 136 jaar de cel in te draaien. Grappig, toch, dat
136 jaar als minder erg wordt beschouwd dan levenslang, alsof men mag verwachten
dat de nu 25-jarige Manning minstens 162 zal worden.

U weet wat er aan dit proces voorafging: voorjaar 2010 lekte
inlichtingenanalist Manning een boel geheime documenten en filmpjes naar
WikiLeaks. Onder de roepnaam Collateral
Murder
zette die op 5 april 2010 videobeelden online, waarop te zien
was hoe vanuit een Amerikaanse legerhelikopter onschuldige burgers en
medewerkers van het persbureau Reuters werden neergeknald. Later werden
honderden andere documenten beschikbaar gesteld voor het grote publiek. De naam van de
klokkenluider was toen nog onbekend, maar werd enkele maanden later onthuld,
nadat Manning zijn daden in een chatgesprek met een veroordeelde hacker had
opgebiecht. Die hacker gaf de identiteit prijs aan de Amerikaanse autoriteiten
in ruil voor strafvermindering. En Manning werd opgepakt. Drie jaar in
voorhechtenis, waarvan negen maanden in complete isolatie, dat zou in vele
beschaafde landen als ongeoorloofd worden bestempeld. Een vorm van folteren.
Niet in de Verenigde Staten van de 21ste eeuw.

Als Bradley Manning enkel die bewuste filmpjes en de
bijbehorende cover-up documenten had
gelekt, was hij voor mij zonder meer een held. Onze samenleving heeft nood aan
klokkenluiders die de allerergste wantoestanden aanklagen. Natuurlijk, je kan
stellen dat Manning, wiens vader al in het leger zat, maar had moeten beseffen
dat hij door militair te worden zich moest schikken naar militaire wetten en
gebruiken, en met andere woorden niet had moeten wakker liggen van de feiten.
Daar ben ik het niet mee eens: we kunnen ons geweten niet uitschakelen, en
gelukkig maar. Als beroepsmilitair had Manning ongetwijfeld moeten zwijgen, maar als mens
deed hij er zeer goed aan om zware inbreuken op oorlogsconventies aan te kaarten. Of
hij dat had moeten doen bij WikiLeaks, een organisatie die geleid wordt door
een narcist als Julian Assange, is dan weer een andere kwestie.

Wat mij wel stoort aan Mannings démarche is dat hij
blijkbaar ook heel wat andere documenten heeft gelekt, zonder zich rekenschap
te geven van de inhoud. Hij heeft daarbij onverantwoorde risico’s genomen, want
mogelijk werden/worden die documenten gebruikt door vijanden van Amerika en lopen zijn
(ex-)collega’s in oorlogsgebied gevaar. Manning had dus de inhoud van álle
documenten moeten kennen en dan een strenge keuze maken, alvorens ze via WikiLeaks in de openbaarheid te
brengen.

Held of schurk? Geen van beiden, vermoed ik. Al verdient
niemand het om de rest van zijn leven in de gevangenis te zitten voor deze
feiten. Wat de gelekte documenten vooral aantonen is de arrogantie van de
Amerikaanse buitenlandse politiek, onder Bush én onder Obama. Manning mag dan
wel te ver zijn gegaan in het luiden van klokken, maar de Amerikaanse overheid
heeft nog veel meer fatsoenslijnen overschreden. Die waarheid dreigt verloren
te gaan tijdens dit mediagenieke proces.

Het zou goed zijn mocht Bradley Manning een eerder
symbolische straf krijgen voor de feiten die hij bekend heeft (enkele jaren
gemeenschapsdienst, bijvoorbeeld), maar ook dat Barack Obama zich namens de
Verenigde Staten verontschuldigt voor de wanpraktijken van het Amerikaanse leger.
Ik vrees dat geen van beide zal gebeuren: barbertje zal (figuurlijk) moeten hangen,
de US of A zullen hun morele en militaire dominantie blijven onderstrepen.

***

Ook Edward Snowden is zo’n klokkenluider die opgejaagd wild
is geworden. Snowden onthulde recent de wereldwijde afluister- en
meelees-praktijken van de National Security Agency, NSA, en vluchtte daarop
weg uit de States. Hij heeft nu asiel aangevraagd in verschillende landen,
waaronder Rusland, waar hij momenteel ook verblijft.

Als u mij vraagt of Snowden held of schurk is, twijfel ik
even sterk als in het geval van Manning. Het lekken van de dagelijkse
bezigheden van de NSA vind ik best oké (ook hier zou je kunnen stellen dat
Snowden maar beter had moeten weten toen hij in dienst trad van die
organisatie, maar dat vind ik even zeer naast de kwestie als het verwijt dat
Manning had moeten zwijgen als militair; wantoestanden moeten aan het licht
gebracht worden!). Maar dat Snowden nu in Rusland zit, het land van de niet
eens verlichte despoot Poetin, werpt een ander licht op de zaak, want je kan je
afvragen welke methodes de KGB hanteert om informatie van vriend en vijand te
verzamelen. Die gaan wellicht even ver als die van de NSA.

Toegegeven, veel keuze had Snowden niet, want de bondgenoten
van de Verenigde Staten gaven niet thuis toen hij een nieuw verblijf zocht,
maar de alliantie met het Rusland van Poetin maakt Snowden niet
geloofwaardiger. Edward Snowden, held of schurk? Laten we ‘m een held noemen
die zich nu in een schurkenstaat heeft gevestigd en daardoor flink wat krediet
heeft verloren.

***

Held of schurk? Ach, Jan Becaus is geen van beiden. Op zijn
allerlaatste werkdag op de VRT, kort na zijn 65ste verjaardag, is de hashtag
#JanBecaus zowaar trending op Twitter. En dat
zal nog een hele dag zo blijven, tot lang na 19u30, het ogenblik dat hij
definitief afscheid zal nemen van journaalkijkend Vlaanderen.

Ik heb Jan ervaren als een aimabele, beheerste en best wel
grappige man. Hij zei dan dingen als ”t Is altijd herrie met Batasuna’ op de
dag dat de ETA weer eens een aanslag had gepleegd, terwijl u en ik zouden moeten
weten dat de linkse Baskische politieke partij Herri Batasuna het niet altijd
eens was met de terroristische activiteiten van de ETA. Het klopte niet, maar
het klonk wel aardig. En als Jan een mondje sappig Gents begon te praten, bleef je even in de buurt rondhangen.

Voor Becaus moet een nieuwslezer een soort aardappel zijn:
geur-, kleur- en smaakloos. Zegt de man die kort na de parlementsverkiezingen
van 24 november 1991, ‘Zwarte Zondag’ weet u nog wel!, in een nieuwsuitzending
letterlijk zei: ‘De vooruitgang van het Vlaams Blok en, erger nog, ROSSEM…’ Het
was die ‘erger nog’ die mij toen mateloos stoorde, alsof een zootje libertijns
ongeregeld een groter gevaar voor de Belgische samenleving betekende dan
openlijke racisten die dweepten met extreem-rechtse symbolen uit, jawel, de
jaren dertig. In latere jaren liet Becaus zich minder betrappen op dit soort
moraliserende uitspraken.

Ik begrijp de hype niet. Jan Becaus is een degelijke anker,
zonder meer. Hij praat keurig Nederlands, heeft een vlekkeloze uitspraak van
het Engels (maar dikt die vaak bij wijze van Spielerei nodeloos aan) en is het
soort nieuwslezer dat vertrouwen inboezemt. Allemaal positieve eigenschappen.
Maar hij is heus geen superheld, geen legende, geen journalistiek zwaargewicht.
En ik denk dat hij de eerste is om dat zelf te beseffen. De onnatuurlijke wijze
waarop hij een vraag/antwoord-spelletje speelde met correspondenten ter plekke
mag dit illustreren. Sec het nieuws voorlezen was zijn ding, spontaan inspelen op de gebeurtenissen was dat veel minder.

Dus: wuif hem straks uit met gebak en bubbels,
VRT-collega’s, doe hem de groeten, wens hem het allerbeste en, beste kijkers,
laat de man nu rustig genieten van een welverdiend pensioen. Zoals er vandaag
nog andere 65-jarigen zullen zijn die, in alle stilte, afscheid nemen van hun
werkplek en die in de meeste gevallen even veel of zelfs meer respect
verdienen dan Jan Becaus.

(Al zou het natuurlijk aardig zijn mocht er straks een
nieuwsbericht uit de Welshe plaats Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch
binnensijpelen…)