Vanavond zal er tijdens de tweede aflevering van de Canvas tv-reeks My America van correspondent Michiel
‘Michael’ Vos ongetwijfeld weer uitgebreid doorgeboomd worden over ’the
American Way of Life’ en vooral dan ’the American Dream’. De trailer, met een
breedlachse Arnold Schwarzenegger, ex-Terminator, maar in dit geval in de rol van ex-gouverneur van Californië, voorspelt ons nieuwe verhalen van
geslaagde migranten, een boel positieve vibes en een heel hoog ‘God bless
America’-gehalte.
Afgelopen zaterdag zei Vos in De Standaard Weekend onder meer het volgende: ‘Het is moeilijker
dan vroeger en het concept van de American dream is ongetwijfeld geërodeerd.
Maar het geloof erin blijft wel bestaan, en dat doet deze maatschappij
draaien.’ Toen ik dat las riep ik onmiddellijk luidkeels ‘Stierendrek!’, maar
dan in het Engels, met een zwaar Amerikaans accent. De American Dream doet de
samenleving van de Verenigde Staten niet draaien, maar het ‘geloof’ erin zorgt
er wel voor dat de meeste Amerikanen zich gedeisd houden. Want zoals bij elk
geloof hangt met dit pseudo-geloof (of noem het desnoods bij-geloof) religieus
fanatisme samen.
Wie niet gelooft in de American Dream, heeft er geen recht
op het te maken en wordt verstoten, zoals ketters en kafirs in de échte kerk, moskee of synagoge uitgesloten en
in primitievere landen zelfs gedood worden. Wie het niet maakt in Amerika,
is een sukkelaar. Die heeft het aan zichzelf te danken dat hij aan de zelfkant
van de maatschappij staat. Daarom dat de Amerikanen zo sterk gehecht zijn aan
hun denkbeeldige vrijheid en dat hun afkeer voor alles wat met sociale
zekerheid te maken heeft, zo groot is. Ze willen niet afdragen voor wie het
minder goed heeft: die have-nots moeten
desnoods maar in een kartonnen doos gaan leven. Hen wordt de ‘American
Nightmare’ gegund. Het is toch hun eigen schuld dat ze arm zijn!
Ik had er begin deze week een stevige Twitter-discussie over
met iemand die, als Vlaming, hartstochtelijk blijft geloven dat hardnekkig
geloven in de American Dream iets positiefs is. Ik ben er zelf van overtuigd
dat die niet bevrijdend en stimulerend werkt, maar verstikkend: ofwel ben je
een goeie (als je het maakt), ofwel een loser
(als je mislukt). En dan zal je het geweten hebben.
Wat de American Dream huidige en toekomstige Amerikanen
probeert wijs te maken, is dat ‘geloven’ in succes, doorzettingsvermogen en keihard
werken voldoende zijn, een beetje zoals het cliché van de hardwerkende (West-)Vlaming
die van oordeel is dat kwantiteit minstens even belangrijk is als de kwaliteit
van het werk dat hij levert. Geloven in de American Dream is geloven in een
slogan, een mythe, een fata morgana: dat is per definitie fout in mijn ogen. Wat daarbij wordt vergeten
zijn vijf cruciale factoren: afkomst, talent, gezondheid, geluk en economische
omstandigheden.
Blanken hebben nog altijd een flinke streep voor in de
Verenigde Staten. Kijk maar naar de recente niet-veroordeling van een blank
uitziende latino voor de moord op een ongewapende zwarte jongen. Een perfide
beweging als de Ku Klux Klan mag dan stilaan wel verworden zijn tot een
aandoenlijk relikwie uit ver vervlogen tijden, de uit de hand gelopen hobby van
een stel randdebielen, maar racisme zit nog altijd diep in die samenleving
ingebakken. Daar verandert die allereerste zwarte president niet zo direct veel
aan. Het gedrag in het stemhokje (waar sinds 2008 zoveel ‘andersgekleurden’
zich lieten registreren en hun stem uitbrachten, met als gevolg dat Barack
Obama tot twee keer toe verkozen werd) is geen maatstaf voor de alledaagse
realiteit. ‘Yes, we can!’ is in het gewone leven voornamelijk ‘Yes, we, white
people, can!’.
Ook talent is iets dat je hebt of… niet hebt. Je kan wel
technische vaardigheden aanleren, maar als je een aangeboren talent hebt in één
of ander domein, dan helpt je dat enorm vooruit in de samenleving. Tenminste,
als je blank bent. Dan is het een toegangsbadge voor een beter leven. Zwarten
en latino’s moeten dan nog altijd enkele extra ’toegangscontroles’ passeren. Al
is het zo dat een niet-blanke mét talent meestal wel kansen krijgt. Hij zal er
iets minder voor betaald worden, da’s ook weer waar. Ach, nu vitten we over details…
Wie in de Verenigde Staten problemen heeft met zijn of haar gezondheid, heeft een gigantisch probleem. Onder Obama werd Medicare weliswaar uitgebreid, maar het blijft een zeer wankel en onvolledig systeem. Verzorging kost er tonnen geld. Je kan dus maar beter goed opletten. Tenzij je uiteraard met een aandoening geboren wordt of ziek wordt of een ongeval hebt of… Dan heb je in alle opzichten pech, wat ons naadloos bij het volgende thema brengt: geluk.
Geluk is iets ondefinieerbaars. Je mag je er niet
afhankelijk van laten maken en je moet het afdwingen – wat dat verder ook moge
betekenen -, maar als je in de Amerikaanse samenleving geboren wordt als
gehandicapte in een zwarte ghetto-wijk, dan heb je werkelijk niets aan die
American Dream. Het is een extreem voorbeeld, maar het zegt alles over hoe die
samenleving werkt. En tégenwerkt.
En dan zijn er tenslotte nog de economische omstandigheden.
Wie vandaag afstudeert – of dat nu in de USA is of hier in West-Europa – heeft
minder kansen dan wie pakweg tien jaar geleden zijn studies beëindigde. De
crisis hakt er diep in, de jeugdwerkloosheidscijfers boomen zoals ze dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw deden.
Het jarenlange onverantwoordelijke gedrag van bankiers en speculanten heeft ons
ondergedompeld in een langdurige, schier uitzichtloos lijkende situatie. ‘Greed is good‘, zei Gordon Gekko in Wall Street. Een filmquote, maar dan wel
één met een hoog werkelijkheidsgehalte. Niet alleen in Wall Street is het een
motto dat eerder toegejuicht dan verguisd wordt. De graaiers hebben daar niet zo’n
probleem mee; ze werden intussen weggepromoveerd of bleven na al hun financiële
wanbeleid gewoon zitten, hun bonussen blijven onaangetast. De wereld is aan de durvers, nietwaar? Ook al
belazeren ze de kluit. Het zijn de modale stervelingen die de rekening betalen. Dat die zich maar vastklampen aan hun droom!
Neen, ik heb niets, maar dan ook hé-le-máál niets met
nepconcepten als die verdomde ‘American Dream’. Je kan niet het hele volk de
hele tijd misleiden, wist de Amerikaanse president A. Lincoln al. Het is opium
voor het volk, om de controversiële politieke filosoof en econoom K. Marx te
citeren. Dromen zijn bedrog, om de Nederlandse filosoof M. Borsato aan te
halen. Het is goed dat mensen geloven in zichzelf en dat ze er alles aan doen
om het te maken in het leven, wat dat verder ook betekent. Elk individu moet maar
voor zichzelf uitmaken wat ‘het maken’ voor hem inhoudt en zich daarnaar
gedragen. De rest is, zoals gezegd, stierendrek. Tegen een stier, zoals je die
vindt om de hoek van Wall Street in New York, wordt doorgaans iets geroepen in
de trant van: ‘Let that beast go!’
Terwijl een stevige ketting die stevig is vastgebonden aan een al even stevige
boom een veel beter idee zou zijn.