Als Amerika-correspondent heeft de 42-jarige Groninger
Michiel Vos alles mee: hij oogt goed, loopt er altijd keurig gekleed bij, is
prima op de hoogte van de actualiteit en weet het nieuws beknopt en
begrijpelijk te vertellen. Het was dan ook met een hoge mate van anticiperend
genot dat ik gisteren klaar zat om op Canvas de eerste van vier afleveringen My America te bekijken, een mini-reeks
waarin Vos, die inmiddels zelf Amerikaans staatsburger is geworden, een inkijk
zou geven op leven en werken in de Verenigde Staten.

Dat Michiel Vos intussen Michael Vos is geworden (Michael
Fox lag waarschijnlijk niet voor de hand, door het bestaan van een beroemd
acteur met die naam), zullen we geweten hebben. Vos houdt van de US of A. Dat
geeft hij ons al heel snel in het begin mee in deze knap gemonteerde mix van
professioneel camerawerk en flouë huis-tuin-en-keuken-opnamen.

Als zijn zoontje wordt geboren, zingt een trotse papa Vos,
samen met zijn Amerikaanse echtgenote, Born
in the USA
. Hij zingt het Springsteennummer zoals Ronald Reagan het halfweg
de jaren tachtig compleet fout interpreteerde: als een patriottisch lied.
Terwijl The Boss het had gecomponeerd als een aanklacht tegen militarisme en
oorlogszucht. Ach, we gunnen Vos zijn huiselijk geluk.

Net zoals we hem gunnen dat hij naast Barack Obama mocht
poseren en samen met de eerste zwarte president uit de geschiedenis een deel
van de eed mocht inzweren die bij het Amerikaan worden hoort, waarna hij nog een presidentieel schouderklopje
kreeg. Indrukwekkend, als familiekiekje. Interessant, als fragment op
televisie. Maar ook niet meer dan dat.

Daarna ging hij bij andere migranten – keuze te over, want
zowat alle Amerikanen zijn migranten – na wat je moet doen om als inwijkeling
te overleven in de States. Daar kwamen enkele sloganeske levenslessen uit voort, zoals ‘Go
with the flow’ en ‘Assimilate’. Vos sprak met beroemde migranten. Zijn
landgenoot Paul Verhoeven, bijvoorbeeld, succesvol filmmaker, die een kleine
dertig jaar geleden zijn basic instinct
volgde en het adagium ‘Als Hollywood niet naar mij komt, dan ga ik wel naar
Hollywood’ tot het zijne maakte. Verhoeven praat na al die jaren USA nog altijd
als een Nederlandse plattelander die boerenkool-Engels met een opvallend
Hollands accent produceert. Vergeet Europa, was Verhoevens boodschap, je moet
zelf Amerikaan worden hier. ‘Hier’ betekent in dit geval: ‘daar’. En keurig
Engels praten, zoals Vos trouwens zelf doet, behoorde voor Verhoeven blijkbaar
niet tot die flow

Frontman Gene Simmons van de pastiche hardrockgroep Kiss was
ook made for loving you, waarbij de
‘you’ in dit geval staat voor de Verenigde Staten. Hij zei dat de American Dream eigenlijk een foute
benaming is: het zou American Real
moeten zijn, want een droom is onecht, terwijl het leven echt is. Het soort
schijndiepzinnige praat van iemand die zo te zien af en toe met twee handen in
de pot met geestesverruimende middelen graait.

Henry Kissinger, destijds minister van Buitenlandse Zaken
onder de meest corrupte president aller tijden, Richard ‘Trickie Dickie’ Nixon,
en één van de meest gecontesteerde Nobelprijswinnaars van de Vrede ooit, mocht
ook ten tonele verschijnen, om zijn bejaarde en immer moeilijk verstaanbare
visie te geven op de American way of life.
Zijn opdracht was: assimileer. Met die dooddoener moesten we het stellen.

Ja, Michiel Vos praatte ook met ‘gewone’ migranten (een stel
straatventers, een schilder die zeven dagen op zeven moest werken om nauwelijks
te kunnen rondkomen, een hele goeie vriend van hem uit de West Village – onderdeel
van Greenwich Village, één van de meer Europees aandoende stadsdelen van
Manhattan), maar die bleven, ondanks hun soms belabberde omstandigheden, razend
enthousiast over hun adoptieland. De straatventers hadden het zelfs over het
gemak waarmee je in New York een zaak kunt beginnen, terwijl iedereen weet dat
de Amerikaanse bureaucratie verschrikkelijk is, nóg erger dan bij ons. Zeker,
als je zoals hen, iets doet met voeding.

Tegenover elke migrant die het heeft gemaakt staan er een
stuk of tien die aan de zelfkant van de maatschappij zijn beland. Die kregen we
niet te zien of te horen. Beelden van de goot, van mensen die bedelen aan de
stations, van armoezaaiers die in kartonnen dozen op straat leven en van
drugsverslaafden bleven ons bespaard. Vos hield het beschaafd en dat is jammer.

Het korte voorstukje van de volgende aflevering, met een zoals
altijd al zijn tanden bloot lachende Arnold Schwarzenegger, doet vermoeden dat
het in My America bij oppervlakkige
beschouwingen en goedkope slogans zal blijven. Leuk verfilmd, hip gemonteerd, een half uurtje fijne
televisie. Maar helaas: eenzijdig en onvolledig. Het beeld van Amerika dat de
Amerikanen graag zelf ophangen. O ja, Michiel Vos is nu zelf Amerikaan. Dat
verklaart veel.