Arme Mark Eyskens. Nu had hij weer eens een mening die, in
tijden van komkommers en andere langwerpige groenten, dagenlang het nieuws had
kunnen beheersen, werd hij in al zijn ijver toch niet gepasseerd door de drie
A’s, zeker! Albert II, Astrid Bryan en Al Sisi zorgden ervoor dat zijn
opmerkelijke opiniestuk van woensdagochtend op deredactie.be volledig werd
ondergesneeuwd. (In deze beeldspraak zit ongetwijfeld inspiratie voor een
abstract schilderij.)

Eyskens, die ondanks zijn inmiddels tachtig lentes nog
altijd wordt gezien als ‘zoon Eyskens’, waarschuwde in die bijdrage voor een
nieuw recordpoging Langste Regeringsvorming na de verkiezingen van volgend jaar
en het bijbehorende communautaire gehakketak. Hij gaf de regering-Di Rupo voorzichtig
een goed rapport en pleit ervoor dat diezelfde partijen die die coalitie vormen (PS, CD&V, MR,
OpenVLD, sp.a, CDH, CDH) ook na mei 2014 aan zet blijven. ‘Geen kartel!’, zo
staat er in een tussentitel duidelijk te lezen, maar wel ‘een
gemeenschappelijke boodschap gericht tot de kiezers waaruit blijkt dat wij onze
toekomst vooral op sociaaleconomisch gebied samen moeten verwezenlijken’.

Wat Eyskens vooral is opgevallen, is ‘een zeer opvallende
gelijklopendheid’ tussen de drie programma’s (eigenlijk dus: de zes programma’s
van de regeringspartijen, maar hij doelt op de politieke families,
sociaal-democraten, christen-democraten en liberalen). ‘Een niet partijgebonden
studiegroep zou uit deze programma’s vrij makkelijk een gemeenschappelijk plan
kunnen distilleren, noem het ‘een plan voor de toekomst’,’ zo schrijft de
professor emeritus. ‘Elke partij behoudt uiteraard haar eigen ziel en legt haar
klemtonen maar de convergentie is van dien aard dat ook voor de volgende
legislatuur een gemeenschappelijk beleid kan worden uitgewerkt.’

Wat Eyskens tussen de lijnen wil laten verstaan: één voor
allen, allen tegen de N-VA!

Apenland

Voor de jongere lezers: Mark Eyskens is de zoon van Gaston
(1905-1988), een politicus die in historische werken genoteerd staat als een
groot staatsman en die namens de CVP drie regeringen leidde op woelige momenten
in de vaderlandse politieke geschiedenis: 1949-1950 (in volle Koningskwestie),
1958-1961 (schoolpact, onafhankelijkheid Congo) en 1968-1973 (belangrijke
grondwetsherziening, communautaire problemen).

Zelf was zoon Eyskens premier van 6 april tot en met 21
september 1981, één van de kortste regeerperiodes ooit, waarna hij nog drie
maanden de ‘lopende zaken’ mocht regelen, maar in die zes maanden – zo beweren
kenners en volgers van het politieke peloton – werd wel de grondslag gelegd
voor de totale ontsporing van onze begroting.

Net voordien was Mark Eyskens ook Minister van
Ontwikkelingssamenwerking en daarna Financiën geweest, later werd hij nog Minister
van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken. In die laatste hoedanigheid
(1989-1992) eiste de oppositie zijn aftreden toen uitlekte dat een woordvoerder
van een terroristische organisatie, die mee had geholpen om een gegijzelde
Vlaamse familie te bevrijden, vierentwintig uur lang vrij in Brussel had rond
gelopen, tegen alle politieke en diplomatieke afspraken in. Eyskens deed er zich vanaf met de onsterfelijke zin dat hij in eender
welk ander land ontslag zou hebben genomen na deze affaire, ‘behalve in België
omdat dit toch maar een apenland is’. Hij kreeg desondanks het vertrouwen van
de meerderheid.

Die Mark Eyskens wordt graag en vaak in de media opgevoerd,
omdat hij geen blad voor de mond neemt en in beeldrijke oneliners kan praten.
Bovendien houdt hij zich zelden aan de partijdiscipline, een eigenschap die hij
deelt met pakweg Louis Tobback en Karel De Gucht, zodat hun uitspraken meer
gewicht krijgen. De media zoomen nu eenmaal graag in op stevige en afwijkende
meningen. Als Eyskens zulk opiniestuk pleegt, zal hij dat waarschijnlijk niet
vooraf hebben doorgepraat met Wouter Beke of andere kopstukken binnen de
CD&V. En ik kan me niet voorstellen dat die onverdeeld gelukkig zijn met het
resultaat op papier.

Calimero

Wat Eyskens zegt, is overigens niet geheel nieuw. Het is een
scenario dat in bedekte termen al wel eens de revue passeerde bij de drie
traditionele politieke families de jongste maanden. (Misschien met uitzondering
van de Waalse liberalen, die in Bart De Wever een vreemde bondgenoot zien in
hun strijd om in Wallonië machtiger te worden dan de PS. Vraag is waar een
eventueel bondgenootschap MR-N-VA toe moet leiden, als je weet dat de Vlaamse
liberalen anti-nationalistisch zijn, er in Wallonië geen tegenhanger voor de
N-VA bestaat en asymmetrische regeringen uiterst zelden voorkomen in België.)

De angst voor een overwinning op alle niveaus (federaal,
Vlaams, Europees) van de N-VA zit er diep in. Dat is begrijpelijk. Ook al ontkennen
Bart De Wever & co tegenwoordig bij hoog en bij laag dat ze snel een
onafhankelijk Vlaanderen willen (nochtans artikel 1 van de statuten van de
partij), is ‘confederalisme’ een verboden C-woord geworden op het partijbureau in de Koningsstraat
47 en wordt de nadruk nu gelegd op een rechts-liberaal programma waarmee
vooral economen en werkgevers moeten worden gepaaid, toch blijft dat
uiteindelijke doel van de Nieuw-Vlaamse Alliantie onveranderd overeind staan.
Alles voor Vlaanderen!

Persoonlijk zit ik ook niet te wachten op een uitvoering van
dat N-VA-programma, maar wat nu achter de schermen gebeurt, en waar Eyskens
openlijk op alludeert, is niet meer of niet minder dan ondemocratisch, zoals
elke coalitie-afspraak dat eigenlijk is. In een democratie moet je maar zorgen
dat je programma aantrekkelijk is, dat je dat vervolgens consequent en helder
communiceert en dat je de juiste mensen op de juiste plaats op de lijst zet. De
rest is aan de kiezer. Door nu al afspraken te maken over toekomstige coalities
– wat bijvoorbeeld ook al sinds mensenheugenis de gewoonte is bij de
gemeenteraadsverkiezingen – ondergraaf je de democratische beginselen. En je
eigen geloofwaardigheid. Maar dat laatste is dan weer zwaar ondergeschikt aan
macht, dus dat parkeren we best even…

Nogmaals: er zit veel logica in Eyskens’ betoog, als je het
bekijkt vanuit machtsposities en een drang naar status quo. Maar onze
democratie verdient beter dan dit soort handjeklappolitiek. Want voor de
traditionele partijen het goed en wel beseffen, hebben ze straks niet meer het
recht om een ander ‘Calimero’ te noemen.

Angst is een slechte raadgever. Veel
beter zouden ze zich toeleggen op een stevige en begrijpelijke boodschap. De recentere scherpere
profilering van sp.a, OpenVLD en CD&V was daarbij een stap in de goede
richting. Maar dan zouden die partijen zich nu best ook distantiëren van ministers
van Staat die de toer van de politique
politicienne
en het wheelen &
dealen
opgaan, want dat zou hen wéér eens zuur kunnen opbreken in het
stemhokje.