Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

MiLonga (Sidi Larbi Cherkaoui)

Theater Posted on do, juni 27, 2013 23:14:06

Ik stoorde me van de week aan een recensent die zich had
gestoord aan MiLonga, de nieuwe
dansvoorstelling van Sidi Larbi Cherkaoui. MiLonga
is Cherkaouis hoogst eigenzinnige interpretatie van de tango, één van de
voornaamste Argentijnse exportproducten. De recensent gaf het stuk vier sterren
voor spektakel en nul voor inhoud. Boven het artikel stond ‘Toeristenval in de
theaterzaal’ en in het artikel had hij het over een ‘onbedoelde parodie op de
authentieke tango’.

Nu heb ik sowieso al een (volgens mij) gezond wantrouwen in
de mening van kunst- en cultuurrecensenten – deels omdat ik denk zoniet-alles-dan-toch-wel-veel
zelf beter te weten (excuses, daarvoor), deels omdat veel recensenten in de
eerste plaats voor en over zichzelf schrijven – maar nu ging dat wantrouwen
over in ergernis. Nog vóór ik het stuk had gezien, nota bene. Maar goed, na
donderdagavond in deSingel heb ik wel het recht om er een mening over te
hebben. En mijn oordeel is hetzelfde als mijn vooroordeel: MiLonga is weer een onvergetelijk spektakel.

In vele moderne dansvoorstellingen zit een boodschap. Als je
die niet vat, kan je er onmogelijk van genieten. Bij Cherkaoui lukt dat wel,
want zijn boodschappen zijn duidelijk. Niet altijd even subtiel, da’s juist, maar
ze bieden tenminste het voordeel van de herkenbaarheid. Bovendien: zelfs als je
de boodschap niet door hebt, blijft
er nog altijd een visueel en auditief aantrekkelijk schouwspel over. Cherkaoui betokkelt
altijd verschillende zintuigen. Dans, film en muziek vloeien harmonieus in
elkaar over, maar soms botsen ze ook.

Dat is in MiLonga
niet anders. Wervelend is een understatement, in dit geval. Natuurlijk wijkt de
choreograaf af van de traditionele tango, zoals je die in Buenos Aires nog kunt
zien (als je tenminste bereid bent af te wijken van de platgetreden paden die
je naar de talloze toeristenvallen leiden). De tango is de meest sensuele dans
die je je maar kan inbeelden: twee lichamen die een spel van aantrekken en
afstoten spelen, twee paar priemende ogen die elkaar uitdagend aankijken, statig,
theatraal, monumentaal, uitdagend, spannend, hoekig, weerbarstig, plagend (en
ik verzin op eenvoudig verzoek nog vijftig extra adjectieven) en dat alles toon
gezet op opzwepende muziek. Tango is passie. Tango is ‘lenige liefde’, om
Herman De Coninck even in het spel te betrekken. Tango is een paringsdans,
zonder de onvermijdelijke daad die erop volgt. Ook MiLonga is dat allemaal.

Sidi Larbi Cherkaoui – zoon van een Marokkaanse vader en een
Belgische moeder, homo, Antwerpse polyglot – zuigt alle denkbare invloeden op
als een spons en probeert er vervolgens het beste van twee werelden van te
maken. Doorgaans slaagt hij daar nog in ook. Als hij naar Buenos Aires trekt om
de tango te bestuderen, doet hij dat niet om er daarna Rank Xerox-gewijs een ordinaire
kopie van te maken, maar om er – met heel veel respect voor het origineel – een
eigen draai aan te geven. Wil je de originele tango bewonderen: ga naar
Argentinië. Wil je een door de tango geïnspireerde moderne dansvoorstelling
zien: ga dan naar MiLonga.

En voor diegenen die dit een parodie op de authentieke tango
noemen: dit is de westerse visie van Cherkaoui op de tango, waaraan hij
elementen van moderne dans toevoegt. Dit is Tango 2.0. Een goeie en
onbevooroordeelde recensent zou dat begrijpen.



Het S-woord

Journalistiek Posted on do, juni 27, 2013 12:40:49

Er blijven in dit land nog twee grote spelers over op de
dagbladenmarkt: De Persgroep (Het Laatste
Nieuws
, De Morgen, mede-eigenaar De Tijd) en Het Mediahuis (Het Nieuwsblad, De Standaard, Het Belang van
Limburg
en Gazet van Antwerpen).
Dat is het meest concrete directe gevolg van het samenballen van de
krantenactiviteiten van Corelio en Concentra, waarbij Corelio (de vroegere VUM)
net iets minder dan twee derde van de aandelen verwerft.

Wat de andere concrete gevolgen zullen zijn, is momenteel
nog koffiedik kijken. Schaalvergroting, een grotere hap uit de
reclamekoek en daardoor meer expansiemogelijkheden, volgens de enen. Verschraling van het
aanbod, volgens de anderen. Er wordt in dat laatste geval dan verwezen naar het
niet zo verre verleden, zoals de overname van Het Volk, dat eerst een kopblad werd van Het Nieuwsblad (alleen de voorpagina verschilde), vervolgens enkel
nog een ondertitel en dat tenslotte helemaal verdween.

Het verdwijnen van titels lijkt me echter niet het grootste
probleem te zijn, op dit ogenblik. Het
Nieuwsblad
is ‘incontournable’ als op één na populairste dagblad van
Vlaanderen – maar wel met ruime achterstand op koploper Het Laatste Nieuws. Ook De
Standaard
blijft een belangrijke speler in de niche van de
kwaliteitskranten. Dank zij enkele moderniseringsoperaties is De Standaard niet langer de
gelijkhebberige, überkatholieke, muffe en saaie gezagskrant, maar is het een
pluralistische en vlotlezende gazet geworden.

Maar ook de regionale kranten uit de Concentra-groep hoeven
niets te vrezen, vermoed ik. Het is
ondenkbaar dat de provincie Limburg zonder Het
Belang van Limburg
zou vallen. HBVL is een provinciaal fenomeen.
Onaantastbaar in Limburg, zonder belang daarbuiten. Ook van Gazet van Antwerpen is het bijna
ondenkbaar dat die ooit zou verdwijnen uit de grootste stad van Vlaanderen. ‘Bijna’,
schrijf ik, want de oplage van GVA is de jongste jaren flink gedaald. Je mag
zelfs schrijven ‘dramatisch’, als je dertig jaar terug in de tijd gaat. Toen
werd GVA nog op 220.000 exemplaren gedrukt, vandaag is dat ongeveer 95.000. In
tegenstelling tot het ‘verre Limburg’, waar behalve HBVL weinig redacties in
investeren, geldt voor Antwerpen wél dat alle kranten daar uitgebreid over
berichten en er een correspondentennetwerk hebben uitgebouwd. Daardoor is de positie van GVA veel wankeler dan die van HBVL.

Toch zijn het vooral de personeelsleden die nu bang zullen
afwachten wat de eerste stappen van het nieuwe management zullen zijn. CEO van
Het Mediahuis wordt Gert Ysebaert, tot nog toe uitgever bij Corelio, zo’n
beetje de overkoepelende hoofdredacteur van DS en HN. In tegenstelling tot zijn
voorganger, Peter Vandermeersch, de journalist die marketeer werd, is Ysebaert
gepokt en gemazeld in de marketing. Ik ken de man niet persoonlijk, maar van
marketeers is bekend dat die vooral met cijfertjes werken. Statistieken,
groeicurves, prognoses. Ze spreken niet in termen van redacties, kwaliteit of
journalistieke deontologie, maar ze hebben het over EBITDA, win-win-situaties,
rationaliseringsoperaties, synergieën. Synergie, het verdomde S-woord, dat
altijd gepaard gaat met jobverlies. Als de krantenvos de passie preekt, boer journalist let op je job!

Het S-woord zal eerder vroeger dan later opduiken in Het
Mediahuis, zoals het dat ook deed bij andere mediafusies. Kijk maar naar daar De Standaard en De Morgen, waar de sportredacties werden gedecimeerd en er nog de
spreekwoordelijke twee man (zónder paardenkop, mét gratis stagiairs)
overblijven om een eigen draai te geven aan de sportverslaggeving. De rest
wordt klakkeloos overgenomen van respectievelijk Het Nieuwsblad en Het Laatste
Nieuws
, eventueel wat ingekort en van een andere titel voorzien. Waarom zouden GVA en HBVL nog
uitgebreid aan nationale sportverslaggeving blijven doen, als je bij HN een
stevige ploeg hebt klaarstaan? Wat wel zal overblijven: de regionale toets
(clubs uit de stad Antwerpen en de provincie Limburg). Daar is een apart
publiek voor.

Dezelfde opmerking kan je maken over economische en
wetenschappelijke berichtgeving. Cultuur- en lifestyle-medewerkers hoeven niet
direct te vrezen, omdat dagbladen daarmee nog een verschil proberen te maken. Net
zoals met de opiniepagina’s, als die er al zijn. Maar dan hebben we het al over
niches.

Neen, het S-woord voorspelt weinig goeds. Mijn vrees:
mini-bloedbadjes op de verschillende redacties, journalisten die moeten
uitwijken naar alternatieve media-initiatieven, waar ze onderbetaald zullen worden,
of die er gedegouteerd helemaal de brui aan geven en iets helemaal anders gaan doen. Ik hoop voor één keer
ongelijk te hebben.