De jaren ’80 van de twintigste eeuw, beste lezer, vormden
niet het vrolijkste tijdsgewricht uit de geschiedenis van de mensheid. Zeker
niet als je je links en progressief en vrijdenkend en nog meer van dat soort
adjectieven noemde. De wereld werd geregeerd door Ronald Reagan en Margaret
Thatcher, die de as Verenigde Staten-Verenigd Koninkrijk bestuurden, het Verenigde
Neoliberalisme zeg maar.

Daartegenover stonden de communistische vijanden uit het
oosten, de Sovjet-Unie en China, ook geen toffe jongens waarmee je wel eens een schuimende pils had willen drinken, gezellig keuvelend aan de toog van de Witzli Poetzli.
Duitsland was toen nog hopeloos verdeeld, tussen een Sovjet-trouwe DDR en een
vanaf 1982 ook al door een conservatieve kanselier geleide Duitse
Bondsrepubliek. Neen, voor mensen wiens hart links klopte, was alle hoop
gevestigd op François Mitterrand, die in 1981 tot president van Frankrijk werd
verkozen en met het nodige aplomb het Elysée inpalmde.

Et alors? Die dingen gebeuren nu eenmaal. In landen die hun
leiders democratisch verkiezen moet je je neerleggen bij het resultaat van de
stembusgang. Om het met Winston Churchill te zeggen: ‘It has been said that
democracy is the worst form of government except all the others that have been
tried.’ Democratie is de slechtste staatsvorm, op alle anderen na die ooit
geprobeerd werden. Daarmee moest je het stellen als twintiger, zonder werk,
zonder vooruitzicht op werk, zonder licht aan het eind van een lange tunnel.

***

Margareth Thatcher, née
Roberts, is dood. Ze is 87 geworden. Ik mocht het mens niet. Ze heeft, samen
met cowboy Ronald in Washington, mijn dromen afgepakt en mijn illusies
versplinterd. Ze heeft van de wereld een koudere plek gemaakt, waar de kleine
man onder de duim wordt gehouden door het grootkapitaal, veel meer dan dat voor
haar het geval was. Ze had haar eigen politieke toekomst vastgeklonken aan die
van de acteur-president in het Witte Huis, die genadeloos uitpakte met zijn reaganomics, een op hol geslagen
interpretatie van de neo-liberale ideeën van de economen Friedrich von Hayek en
Milton Friedman. De overheid was De Vijand, zei de overheid zelf. En het klonk
geloofwaardig in vele goedgelovige oren.

Ze was de dochter van een kruidenier, die later burgemeester
zou worden. Maar in tegenstelling tot haar vader gebruikte ze geen kruideniersweegschaaltje
om haar politieke ideeën te realiseren. Ze pleurde de hele zooi meteen op
tafel. Eerst mocht ze als minister van Onderwijs en Wetenschap even van de
macht proeven, begin jaren zeventig. Ze schafte prompt de gratis melk op school
af. Daarna veroverde ze de harten van haar partijgenoten, die haar in 1975
verkozen tot leider van de Conservatieve Partij, de Tories, ten koste van toenmalig voorzitter Edward Heath. En vier
jaar later ontving ze de sleutels van Downing Street 10 uit handen van aftredend
sociaal-democratisch premier Jim Callaghan. Ironisch genoeg werd Callaghan ten
val gebracht door de sociale onrust in de zogeheten ‘Winter of discontent’ van
1978-79. Ironisch, omdat de stakers van toen nothing yet hadden gezien, want Thatcher werd een veel hardere noot
om kraken.

De Sovjets gaven haar de bijnaam ‘Iron Lady’, een geuzennaam
die ze koesterde. Drie jaar na de verfrissende passage van de punk stond er een
dame met een verschrikkelijk permanent aan het hoofd van het verpauperde en zich steeds minder United voelende Koninkrijk. Het kan
verkeren, zo wist een Nederlandse zeventiende-eeuwse dichter. En het verkeerde
drastisch. Het verkeerde zodanig dat alles verkeerd liep.

The lady’s not for
turning
,’ zei de lady, die weigerde bochtenwerk te doen op een bijzonder
bochtig circuit. Ze ging rechtdoor. En ze botste. Op het IRA, dat Noord-Ierland
uit de klauwen van Groot-Brittannië wilde trekken. Op de Argentijnse junta, die
in een zotte bui dacht dat ze in een handomdraai de Falklands kon heroveren. Op
de mijnwerkers, die vochten voor hun job. Op Europa, dat haar haar geld niet
wilde teruggeven. Op de vijanden uit het oosten, die haar vriend Ronald het
leven zuur maakten. Op alle andersdenkenden, die ze met een aan religieuze
waanzin grenzende vastberadenheid bestreed omdat ze haar Thatcherisme niet beleden.

Dat fanatisme werd ook haar einde, een einde dat heel sterk
leek op haar begin, zij het dat ze dit keer aan de verliezende kant van het
complot stond. Partijgenoten lieten haar in de steek omwille van haar onwrikbare
anti-Europese houding. Ze hield de eer aan zichzelf, de kleurloze John Major
mocht het overnemen.

En dus schrijft wie ethisch-sociaal-economisch rechts
draagt, nu hagiografietjes van 140 of meer tekens, en schrijven haar
tegenstanders hoe slecht ze wel is geweest. ‘Van de doden niets dan goeds,’
geldt niet voor publieke figuren, en zo hoort het ook. Tussen het respect (dat
er moet zijn) en het historisch overzicht (dat zo objectief mogelijk moet
geschreven worden) mogen er gerust harde kritische noten staan. Ze was van
ijzer, ze deed er zelf ook aan mee. Al was de barones op het eind heel frêle,
na de dood van haar echtgenoot Denis in 2003 en de verwoestende ziekte van
Alzheimer die haar laatste jaren in een waas deden verlopen. Kijk naar het
wonderlijke The Iron Lady, met een
schitterende Meryl Streep, en u weet wat ik bedoel.

***

Wat moeten we denken van Margaret Thatcher-Roberts? Is ze
een Grote Leider geweest? Ongetwijfeld. Je hoeft het niet met haar eens te zijn
om in te zien dat ze het aanschijn van haar land en van een flink deel van het
Europese continent heeft veranderd. Ze was een feministe tegen wil en dank, een
‘manwijf’ volgens sommigen, die ervoor zorgde dat vrouwelijke politieke leiders
plots niet meer behoorden tot een utopisch gedachtengoed van naïeve gelijkheidsidealisten.

Ze nam ook moedige beslissingen. Neen, ik heb het niet over
de Falklands, het oorlogje-van-niks om een eilandje-van-niks dat haar geen
electorale windeieren heeft gelegd. Zoals Bert Wagendorp vandaag in een opiniestuk
in De Morgen schrijft: zonder de
Falklands zouden we Margaret Thatcher herdenken als ‘British Prime Minister 1979-1983‘, zonder veel tralala. Dank zij
die zinloos lijkende oorlog kon ze zich profileren als een daadkrachtig en
betrouwbaar staatshoofd, ook al stellen de Falklands even weinig voor als
Grenada, het kleine Caraïbische eiland dat Reagan in 1983 binnenviel om zijn
herverkiezingscampagne in te luiden. Tja, ietwat stoer doen helpt om stemmen te
ronselen.

Neen, ik heb het ook niet over haar harde aanpak van de
Noord-Ierse kwestie, die op termijn alleen maar voor meer problemen heeft
gezorgd. Bobby Sands had niet moeten sterven, als Thatcher toen had gekozen
voor de dialoog, die trouwens later wel resultaat heeft opgeleverd. Maar zij
zocht de confrontatie. De hongerstakers mochten wat haar betreft creperen. En
ze deden dat ook.

Neen, ik heb het evenmin over haar looks, die dixit OpenVLD-voorzitster Gwendolyn Rutten zeer bijdetijds
waren. I kid you not! Rutten in De Morgen: ‘Ze was heel modern voor haar
tijd. Haar kapsel, haar stem, haar mantelpakjes, haar dubbele parelketting: zij
wist, jarenlang voor de andere politici, hoe bepalend een imago kon zijn voor
een politicus.’ Margaret Thatcher ‘modern’ noemen komt zowat op hetzelfde neer als
het kapsel van koningin Fabiola als ronduit revolutionair bestempelen.

Neen, ik heb het niet over haar zestiende plaats in de
tv-verkiezing van ‘Greatest Britons’ uit 2002, een lijst waarin ze de tweede
politicus werd (Winston Churchill eindigde op de eerste plaats), eerste
politicá. Tony Blair staat pas op zevenenzestig. Ze liet dan wel een verdeeld
land achter, zoals de Engelse kranten opvallend eensgezind opmerken in hun
obits, maar onpopulair was ze allesbehalve.

Neen, als ik het heb over ‘moedige beslissingen’ bedoel ik
het inzicht om oude, vermolmde industriën zoals de mijnbouw te sluiten. Het had
anders gekund, anders gemoeten zelfs, zonder die tot verbittering en haat
leidende machtsstrijd met de vakbonden, maar ze had wel gelijk: er was geen
toekomst voor de mijnen. Soms moet een politicus tegen de publieke opinie in
durven gaan. Ook bij ons bleven de mijnen veel te lang open en werd er veel te
lang gewacht om met reconversie te beginnen. Een attitude die ons ook nu nog
parten speelt, kijk maar naar de zinloze achterhoedegevechten rond de
automobielindustrie (Ford Genk) en de staalnijverheid (Arcelor Mittal). Het is
de plicht van de overheid om vooruit te denken, niet om het status quo te
verdedigen. Die verdienste mag Thatcher gerust op haar conto schrijven.

***

Haar sterke punten: ze was koppig, vastberaden, had een
duidelijk plan, je kon haar lezen als een open boek.

Haar zwakke punten: ze was koppig, vastberaden, had een
duidelijk plan, je kon haar lezen als een open boek.

Koppigheid deed haar met oogkleppen door het leven stappen.
Vastberadenheid leidde tot beslissingen die, achteraf bekeken, een negatieve
impact op ons leven hebben tot op de dag van vandaag. Dat duidelijke plan was
wel heel kortzichtig. En haar openheid en herkenbaarheid maakten haar tot een makkelijk
voorwerp van kritiek en spot, van politieke vrienden en vijanden tot Spitting Image.

Dat we nu in een diepe economische crisis zitten, hebben we
te danken aan ‘Grote Leiders’ als Reagan en Thatcher, die van het vrije
marktdenken een heuse religie hebben gemaakt, waarvan de ‘aartsbisschoppen’ en ‘imams’
jarenlang ‘Totale Vrijheid-Blijheid’ mochten prediken, met de gekende gevolgen:
de ontploffing van de markt in 2008 en de huidige economische recessie. Thank you for that, Maggie, but no thanks!

Al dient eerlijkheidshalve gezegd dat de deregulering helemaal ontspoord is
door beslissingen die werden genomen in de ambtsperiode van Bill Clinton. Dat
is ook wat Ken Livingstone, leider van de Greater London Council in de periode
1981-1986, gisteravond zei in een hommage-aflevering van Newsnight op BBC2. ‘Thatcher heeft er mee schuld aan dat we nu met deze
crisis zitten, maar ik wou dat Clinton en Blair haar moed hadden gehad om de
zaken om te draaien toen zij aan de macht waren.’

Meteen een laatste, belangrijke, verwezenlijking uit het
Thatcher-era, als je het tenminste zou bekijken vanuit conservatief oogpunt. Ze
heeft de politieke wereld naar rechts doen opschuiven. Als iemand als
Livingstone eind jaren negentig uit Labour is gestapt, waarna hij de bijnaam
‘Rooie Ken’ kreeg en in 2000 als onafhankelijke kandidaat de eerste
rechtstreeks verkozen burgemeester van de Britse hoofdstad werd, dan komt dat
omdat er plots wel heel veel ruimte lag op de linkerflank. Hetzelfde geldt voor
andere sociaal-democratische partijen in West-Europa. Ze hebben de ruk naar
rechts van de Thatcherianen gevolgd en zo zichzelf bijna overbodig gemaakt,
want wie had er nu behoefte aan nóg een partij in het centrum van het
politieke spectrum?

***

Rest In Peace, Margaret Thatcher. Je verdient het niet om
beschimpt te worden en dat ze bij wijze van spreken rijen dik staan aan te
schuiven om op je graf te pissen. Maar je verdient het ook niet om met een
heldenstatus begraven te worden en in de geschiedenisboeken voor eeuwig en een
dag als een Grote Leider beschouwd te worden. Daarvoor was je te veel het
liefje van één procent van je volk, de grootkapitalisten, bankiers, economen en
rechtse hardliners, en te weinig een leider die hield van die andere
negenennegentig procent. Om die reden mocht ik je niet.