Vanavond zendt Canvas om 21u35 de vierde en laatste
aflevering uit van Het verdriet van
Europa, de reeks waarin Rudi Vranckx op zoek gaat naar oorzaken en gevolgen
van én mogelijke oplossingen voor de diepe economische crisis die vele landen
in de Europese Unie teistert.
Van oorlogsverslaggever Vranckx weten we dat hij onbevangen
en onafhankelijk op zoek gaat naar de werkelijke toedracht van de dingen.
Onverschrokken, maar beredeneerd, legt hij verbanden bloot, praat hij met
onverwachte protagonisten, gaat hij geen confrontatie uit de weg. Dit is nog
een journalist van een bevlogen generatie reporters die zich geroepen voelt om
de kijker een venster op de wereld te bieden; geen eng kijkgat dat door de
autoriteiten oogluikend wordt toegestaan, maar de échte waarheid. Voor zover
die bestaat.
Zoals hij in onherbergzame en onveilige gebieden oorlogen
covert, zo is Rudi Vranckx in Het
verdriet van Europa vier weken lang op zoek gegaan naar de menselijke
verhalen achter de crisis. Wat zijn de gevolgen voor de gewone man in de
IJslandse, Ierse of Griekse straat? Hoe proberen ze te overleven? Maar ook
bewindslui, economen en bankiers komen aan het woord. De toon is nieuwsgierig,
de uitleg verhelderend. Kortom, een fijn programma van een oprecht bekommerde
vakman, al had de jongensachtige branie niet echt gehoeven (met racekarretjes
zandheuvels op klauteren in IJsland en dat soort dingen).
De conclusie van Vranckx’ reis doorheen het oude continent
is allesbehalve opbeurend: de Europese Unie zit in haar diepste bestaanscrisis
sinds het ontstaan van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1952.
Meerdere lidstaten hebben het moeilijk en bevinden zich tussen hangen en
wurgen. Anderen spelen het spel hard (Duitsland) of nemen lafhartig steeds meer
afstand (Groot-Brittannië). En altijd weer is het de kleine man die de gevolgen
draagt van beslissingen die in Brussel of Straatsburg genomen worden, of die
wordt geslachtofferd op het altaar van de hebzucht der bankiers en tyconen.
***
Overleeft de Europese Unie dit? Ik mag het hopen, want Ich bin ein Europäer, net zoals de
voorzitter van de Europese Raad, zeg gerust: president, Herman Van Rompuy. De
toekomst voor Europa ligt niet in een schaalverkleining, maar in een
schaalvergroting én in het uitbreiden van de macht van de Unie tot het
politieke niveau. Verenigde Staten van Europa, daar moeten we volgens mij
naartoe. Maar we staan er vandaag verder af dan ooit.
Het louter economische verbond dat de EGKS éénenvijftig jaar
geleden al was en dat de EG en EU later werden, is nooit uitgegroeid tot een
volwaardige verzameling natiestaten. Daar zijn enkele goede redenen voor te
bedenken: het historisch gegroeide verschil tussen de lidstaten, bijvoorbeeld,
of de onwil van sommige leden van de EU om zich 100 procent te engageren. Maar
ook de snelle veranderingen in het politiek-economische landschap in Europa
zorgen ervoor dat de EU steeds op achtervolgen is aangewezen en nooit zelf het
tempo kan aangeven.
Komt daar nog bij dat Europa vandaag geregeerd wordt door
technocraten en bureaucraten, die steeds verder verwijderd raken van de in een
democratie zo noodzakelijke controle (door een parlement, in naam van de bevolking)
en die vanuit hun onaantastbaar gewaande ivoren toren regeren. Als je zo’n Olli
Rehn bezigeuh hoorteuh alseuh hijeuh heteuh heefteuh overeuh heteuh
wegwerkeneuh vaneuh begrotingseuhtekorteneuh, dan valt niet alleen dat
irritante spraakgebrek op, maar vooral die arrogante en afstandelijke kijk op
de alledaagse realiteit.
Een stringent budget opstellen is een mooie theorie, maar in
tijden van zware crisis is het veel belangrijker dat landen overleven en een
toekomstperspectief aanbieden aan hun bevolking. Europa vandaag is te veel
‘onzichtbare hand’ en te weinig Keynesiaans inzicht. Uiteraard moet je
begrotingen niet laten ontsporen, de gevolgen daarvan kennen we hier in België
maar al te goed!, maar je moet wel nog vooruit kunnen kijken. Wat Rehn & co
doen is landen en hun burgers in een tunnel duwen en hen dan maar zelf op zoek
laten gaan naar het licht.
***
Moeten we binnen de Europese Unie alles pikken wat lidstaten
uitspoken? Neen. Mogen we Cyprus op haar verantwoordelijkheden wijzen na
jarenlang wasmachine te hebben gespeeld voor Russisch zwartgeld? Absoluut.
Moeten de Cyprioten het dan zelf maar oplossen? Dat nu ook weer niet, want de
modale Cyprioot draagt geen verantwoordelijkheid voor dit debacle. En dus
moeten we solidair zijn, maar ondertussen wel wie écht schuld draagt voor deze
toestand vervolgen.
Dat laatste gebeurt echter zeer zelden. De topbankiers en
hoofdeconomen die eerst pleitten voor deregulering en daarna tegen 200 per uur
in een doodlopende straat raceten, met de gekende gevolgen najaar 2008, lopen
nog altijd vrij rond, hoewel zij veel meer slachtoffers hebben gemaakt dan de
Ronald Janssens en Kim De Gelders van deze wereld. Zo’n Pierre Richard, die met
zijn megalomane plannen Dexia ten gronde richtte, ontvangt elk jaar een riant
pensioen van 583.000 euro voor bewezen diensten, dat is de schaamte ver
voorbij.
Zolang Europa dit soort excessen toelaat, zolang de
schuldigen voor de economische neergang niet worden gestraft, zolang
technocraten de dienst uitmaken in het hart van de Unie, zolang lidstaten naar
eigen believen mogen en kunnen bepalen hoeveel ze zich engageren, zolang zal er
van een werkelijk verenigd Europa geen sprake zijn. Ik leef als Europeaan op
hoop, maar elke dag bloedt mijn hart een beetje harder.