Zero Dark Thirty
begint met een fel gecontesteerd openingskwartier, waarin de folterpraktijken
van Al Qaeda-verdachten door de CIA wel bijzonder realistisch in beeld worden
gebracht. U wou altijd al weten hoe dat waterboarding nu precies in zijn werk
gaat? Het wordt hier met akelige precisie en in ijzingwekkende close-ups in
beeld gebracht. De gevangene wordt verder ook nog, kruipend als een hond,
rondgeleid aan een halsketting of gedurende een etmaal in een kleine houten
kist opgesloten.
De tegenstanders van zoveel realisme waren niet van de
minsten. Amnesty International, Naomi Wolf, Martin Sheen en verschillende
Amerikaanse senatoren reageerden heftig tegen de scènes. Hun weerzin varieerde
van ‘ongepast’ over ‘nodeloos gewelddadig’ en ‘geweld verheerlijkend’ tot ‘fascistoïde’.
Eén van de bezwaren was dat deze weerzinwekkende passages folteren toejuichen
als één van de onmisbare middelen om terroristen op te sporen.
Het begin van Zero
Dark Thirty schokkend noemen is inderdaad een understatement van jewelste. Je wordt
als toeschouwer direct met je neus op de feiten gedrukt. Da’s allesbehalve
prettig, maar moet je – om de kijker zoveel ellende te besparen – dan het
martelen verbloemen of achterwege laten? Dat zou pas geschiedenisvervalsing geweest
zijn!
Centraal in deze openingssequentie staan CIA-medewerkers Dan
(gespeeld door Jason Clarke) en Maya (een uitstekende Jessica Chastain). Hij:
een geharde ondervrager die de onmenselijke methodes niet schuwt. Zij: een
jonge vrouw die voordien alleen maar bureauwerk had gedaan en die nu wordt
geconfronteerd met het stuitende leven achter de frontlinie. Daarna volgen we
Maya’s fanatieke zoektocht naar de spin in het terroristenweb: Al Qaeda-leider
Osama Bin Laden. Ze klampt zich vast aan strohalmen, houdt bureaucratische
gevechten met haar oversten, neemt persoonlijke risico’s en offert haar
privé-leven op in functie van die ene queeste.
Het einde van de film mogen we u gerust verklappen, het is
immers waargebeurd: op 1 mei 2011, om 12u30 ’s nachts (vandaar de titel: ‘zero
dark thirty’ slaat op de militaire term voor dit tijdstip) wordt Bin Laden na
een klopjacht die uiteindelijk meer dan een decennium in beslag heeft genomen
genadeloos neergeknald.
Meer dan tweeëneenhalf uur lang word je aan je bioscoopstoel
gekluisterd door Zero Dark Thirty,
een film die als een ‘rollercoaster’ op je af dendert. Als ik al een bezwaar
heb tegen dit soort cinema, dan is het dat je een eenzijdige kijk krijgt vanuit
Amerikaans oogpunt. Omdat dit een zeer methodische reconstructie is van de
zoektocht naar Bin Laden, mag je dit ongetwijfeld embedded filmmaking noemen. Maar – en dan komt die openingsscène
mooi van pas – door te tonen dat de Amerikanen het zelf niet al te nauw namen tijdens
ondervragingen van verdachten, weet je dat dit geen eenzijdige propagandafilm
is, waarin de ‘goeden’ domweg tegenover de ‘slechten’ staan. Aan het eind zie
je geen triomfantelijke Maya die begint te juichen wanneer ze de man met de
baard in de body bag herkent. Haar
reactie is integendeel ingetogen en sereen.
Bovendien: als Bigelow de intentie had om een pro-CIA-film te maken, dan had ze wel gekozen voor een fictief onderwerp, waarbij ze niet had moeten tonen hoe lang en onhandig de speurtocht was, hoeveel red tape er aan te pas kwam (“red tape” is de Amerikaanse term voor overdreven bureaucratie) en hoe correct de Amerikaanse inlichtingendienst de internationale conventies toepaste. Dat doet ze nadrukkelijk niet. Ze toont haarfijn dat de CIA (en de Amerikaanse regering) zeer onhandig zijn omgesprongen met de hun beschikbare middelen om Bin Laden op te sporen en dat ze zelf het geweld niet schuwden. Mijn persoonlijke aversie voor de CIA is er in elk geval niet kleiner op geworden.
Regisseuse Kathryn Bigelow maakt haar reputatie als excellente
actiefilmster weer meer dan waar. De 61-jarige ex van James Cameron won er in
2009 al een Oscar voor Beste Film mee voor The
Hurt Locker. Ze zal ook nu niet ver af zijn wanneer volgende zondag de Oscars voor 2012
worden uitgereikt in Hollywood.
Minder prettig vergaat het tegenwoordig de man die Osama Bin
Laden doodschoot, zo vernamen we een dag of tien geleden. Hij verliet het
leger en omdat hij dat deed voor hij aan twintig jaar dienst zat, heeft hij
geen recht op een pensioen. Zo zou het wel eens kunnen dat de held van 1 mei
2011 straks een bestaan als dakloze moet lijden. Dat is dan de keerzijde van de
American Dream en misschien wel een volgend onderwerp voor een Hollywoodfilm.