Na vijf weken ergernis over ‘fictie binnen historische
krijtlijnen’, versta: een resem losstaande Wikipedia-weetjes die in ijltempo in
een krakkemikkig scenario werden gegoten, biedt één nu dertien weken lang
‘frictie binnen hysterische kreetlijnen’ in De
Ridder, een advocatenreeks die draait rond het personage van Helena De
Ridder. Een hoofdrol die werd weggelegd voor de ravissante Clara Cleymans, die
omwille van haar haarkleur door sommige waarnemers al ‘De Rode Ridder’ wordt
genoemd.
De genaamde Helena De Ridder is een idealistische, rechtschapen
advocate (ergens hoor ik iemand ‘Pleonasme!’ roepen) die
desondanks hyperambitieus is. Kijk, daar zit al een eerste naaldhak gewrongen:
in mijn ideale, ietwat naïeve wereld ben je ofwel een wereldverbeteraar, ofwel
een genadeloze yup, maar geen mix van beide omdat dat goed uitkomt binnen de
plot die iemand in een eenzaam schrijversbureautje heeft uitgedacht.
De Ridder wil dus àlles: ze wil partner worden in een
advocatenkantoor dat wordt geleid door een scrupuleloos clichémannetje (een rol
van Lucas Van den Eynde, zonder feestneus dit keer), ze wil feesten gelijk de
beesten, ze wil gerespecteerd worden door procureurs, onderzoeksrechters en
andere hoogmoedige lieden, maar ze wil toch liefst geen échte misdadigers
verdedigen, zoals de van pedofilie beschuldigde
ex-stervoetballer-met-37-interlands-op-zijn-erelijst. Tegenstrijdig cliché werd
in deze eerste aflevering bovenop tegenstrijdig cliché gestapeld.
Het beginshot verraadde het opzet al. Deze reeks moet
dynamiek uitstralen, de kijker bij de strot vatten, hem/haar geregeld op het
verkeerde been zetten. Maar ik dacht vooral: hé, dit heb ik al eens eerder
gezien. Dat is het beginshot uit Flikken,
met die weinig subtiel zwenkende camera. Been
there, done that, seen it! En die clash
met historische waarheid en juridische werkelijkheid, dat kende ik ook al. In Recht op recht was dat thema vijftien
jaar geleden al prominent aanwezig (en beter uitgewerkt). Been there, done that, seen it (bis)!
De dynamische cameravoering en de hippe montage kunnen niet verhelpen
dat de dialoogscènes juist heel traag verlopen. Ook hier geldt een ‘Been there, done that, seen it (ter)!’, want
dat kenden we vijftig jaar geleden al in Beschuldigde,
sta op! Maar die afleveringen speelden zich tenminste nog af in een echte
rechtbank-setting, waren goed gespeeld volkstoneel en konden in één volledige
televisie-avond (die duurden toen nog maar een uur of twee, jongere lezers!)
een rechtszaak neerzetten. Traag, maar geloofwaardig. En waarschijnlijk waren
die afleveringen toen zo geloofwaardig omdàt ze traag waren. Nu moet de
snelheid van de montage ervoor zorgen dat de ongeloofwaardigheid van de plot
wordt weg geflitst, wat niet lukt.
Juristen zullen zich geërgerd hebben aan vele details in De Ridder; wil het personage Helena De Ridder vooral
niet dat er een loopje met de waarheid genomen wordt, dan doen de
scenarioschrijvers dat voortdurend. Nochtans werden de makers van de serie
geadviseerd door juristen, maar wellicht waren de deskundige opmerkingen die ze
kregen niet altijd even sexy om in beeld te brengen. Zelfs in het compleet
geschifte Ally McBeal zijn de
rechtszaken véél geloofwaardiger dan in deze eerste kennismaking met De Ridder. Tja, ook voor Albert
II werd een handvol door de koninklijke wol geverfde adviseurs ingehuurd,
die vervolgens zagen dat er met hun opmerkingen nauwelijks of niet rekening werd gehouden.
Maar goed, blijkbaar moeten we er ons bij neerleggen dat het
mààr zondagavondentertainment is. In dat geval beantwoordt De Ridder wel aan een aantal behoeften, als je je tenminste wil laten
opgeilen door de, ik zei het al, ‘ravissante’ hoofdrolspeelster. Best
mogelijk dat we de komende weken om de verkeerde redenen nuttiger en zinvoller
activiteiten links laten liggen voor De
Ridder. Het kijkvlees is zwak.
***
Idee: een tv-reeks rond een inhalige advocaat die telkens
halfweg een zaak verdwijnt om elders dubbel zoveel te gaan verdienen.
Werktitel: ‘Advocaat Dick’.
***
Neen, dan The
Americans. Een reeks die zich afspeelt begin jaren tachtig, in volle Koude
Oorlog, in de Verenigde Staten waar net een gewezen acteur-cowboy-gouverneur in
het Witte Huis werd geïnstalleerd. Dat de Russen ook in besloten kring Engels
spreken is een minpunt, maar dat belet niet dat je wordt meegezogen in een
verhaal over spionage en contraspionage, dat er op elk moment in slaagt om a)
geloofwaardig te blijven en b) razend spannend te zijn.
Na de eerste aflevering van The Americans wilde je zo snel mogelijk de volgende bekijken.
Altijd een goed teken. Na de ouverture van De
Ridder wilde je vooral heel snel zappen naar een ander, beter programma (in
dit geval The Sound of Belgium). Da’s
dan weer een heel slecht teken.
Ook The Americans
gaat over waarheid en schijnwerkelijkheid. De serie schetst een beeld van
paranoïde tijden, waarin haast niemand te vertrouwen was en de vriendelijke
buurman, die je eerder op de dag nog neuriënd zijn gazon zag afrijden, na
zonsondergang een meedogenloze spion en moordenaar blijkt te zijn. Op de
soundtrack donderde Phil Collins langs: er hing inderdaad iets In The Air Tonight. En van Fleetwood
Mac, tegenwoordig weer zéér hot, mocht het
enerverende, door nerveuze drums aangestuurde Tusk het openingsfragment extra beklemmend maken.
Ach, je mag Vlaamse en Amerikaanse series niet met elkaar vergelijken.
Als je gewoon naar de aftiteling kijkt, zie je drie keer zoveel namen passeren
bij een Amerikaanse reeks. Maar die mankracht en die overvloed aan financiële middelen mag
niet als excuus gelden voor gebrek aan schrijverstalent, want daar mankeert het
de meeste Vlaamse reeksen aan: een geloofwaardig, knap uitgewerkt scenario, met
goed bekkende dialogen, die niet als koeterwaals de mond van de fine fleur van onze acteurswereld
verlaten. Dialogen schrijven betekent ook: met twee voeten in de échte wereld
staan en een gulden middenweg vinden tussen Algemeen Nederlands,
verkavelingsvlaams en patois.
The Americans: de
komende twaalf vrijdagavonden te bewonderen op Canvas. En het tweede seizoen
wordt momenteel al gedraaid. Dat geldt overigens ook voor De Ridder. Optimisme is ook in de tv-wereld een morele plicht,
zeker?