Ik had graag de beleidsnota van Sven Gatz
grondig doorgenomen alvorens er een standpunt over in te nemen, maar helaas
vindt een kat haar jongen niet terug op de site van de Vlaamse regering en heb
ik de bewuste nota dus niet kunnen ontdekken. Ik zal het dus moeten doen met
wat er vandaag in de pers over verschenen is.
Ik verslikte me in mijn koffie toen ik las
welke toekomst de nieuwe Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
voorbehouden ziet voor de openbare omroep. “De VRT moet de komende vijf
jaar nog meer bijdragen tot culturele vernieuwing en een culturele fierheid in
Vlaanderen”, zegt Gatz onder meer, waarbij hij moet gedacht hebben: laat
me er just for fun ook eens een
gallicisme in verwerken (“fierheid” komt van het Franse
“fierté”, in het Nederlands hoort dit “trots” te worden).
Terwijl de huidige beheersovereenkomst nog twee jaar en twee maanden doorloopt,
maar wel vrolijk met voeten getreden wordt door het beleid, is Gatz van oordeel
dat entertainment en sport niet meer tot de kerntaken van de VRT behoort.
Alleen cultuur en informatie zouden volgens hem nog mogen overblijven als core business.
Geen ontspanningsprogramma’s meer op de VRT?
Toch wel, maar alleen als ze een maatschappelijke meerwaarde hebben,
“bijvoorbeeld door moeilijke en soms controversiële thema’s toegankelijk
en bespreekbaar te maken voor het grote publiek”. Hoe ziet de heer
minister dat dan vertaald in programma’s? Vlaanderen
Racismeland? Ook getest op
allochtonen? FC De Seksisten?
Euthanasiesong? Ik probeer het me voor te stellen, maar dat gaat moeizaam.
Het lijkt wel een nieuwe zoektocht naar de heilige televisiegraal, na de
jarenlange poging om een toegankelijk, vlot en door de kijkers massaal gesmaakt
boekenprogramma te maken. (Wat niet gelukt is en nooit zal lukken!)
Niet dat ik Gatz niet begrijp. De oude BRT,
met zijn paternalistische “Wij weten alles beter”-attitude, moest
halfweg de jaren negentig plaats ruimen voor een totaal andere visie, in eerste
instantie opgelegd door de overheid, in casu toenmalig mediaminister Eric Van
Rompuy (CVP), waarbij de BRT de Vlaamse
Radio en Televisie-omroep moest worden en het bereiken van voldoende kijkers
relevant werd. De slinger ging helemaal de andere kant op: van een clubje
betweterige, gezagsgetrouwe ivoren toren-denkers werd de openbare omroep een
vereniging van professionele cijferfetisjisten en marketeers. Cultuur werd
verwaarloosd, entertainment opgewaardeerd, de portefeuille van sportrechten
flink uitgebreid. Ja, er werd flink overdreven in die populairiteitsoefening.
De minister heeft dus een punt: de VRT moet
meer lef tonen, durven innoveren, moeilijke programma’s voor een kleiner
publiek maken, zonder daarom te vervallen in Container-achtige toestanden, waarbij de makers elke week een
vreugdesprongetje maakten omdat er weer enkele duizenden kijkers hadden afgehaakt
na het uurtje geestelijke masturbatie. Alleen vergeet de minister even dat de
kijkcijfers ook voor een stuk opgedrongen werden door zijn voorgangers. Ze staan prominent vermeld in de beheersovereenkomst (dat vodje papier, weet u wel).
Gatz wil dat de VRT ook inzet op
digitalisering en innovatie, “toekomstgerichter wordt”, “zich bij
de tijd houdt”. Ergens las ik zelfs de term ‘visionair’. Mooi, maar ook
intellectueel oneerlijk. Aan de ene kant moet de VRT tegen 2019 39 miljoen euro
besparen; alleen al voor volgend jaar wordt die oefening op 22 miljoen geschat. (Faut le faire, want volgend jaar loopt
de beheersovereenkomst 2012-2016 nog door, dit is dus niet meer of niet minder
dan contractbreuk!). Die besparingen zullen zich zeker ook laten gevoelen op
het domein innovatie, waar de VRT een apart budget voor had voorzien, dat nu
nagenoeg volledig geschrapt zal worden. (Ergens zal er nu wel iemand opspringen
om te zeggen dat je voor creativiteit en innovatie geen geld nodig hebt, alleen
goede ideeën…)
Aan de andere kant hebben de voorgangers van
Gatz, en dan met name ene Geert Bourgeois in de periode dat hij voogdijminister
van de VRT was, net een rem gezet op die innovatie. De plannen van de
‘visionaire’ CEO Tony Mary werden weggelachen en de man moest na een bitsige
strijd met de politiek opstappen, waarna de stoelendans der CEO’s begon. Ingenieur
Dirk Wouters kwam, een man die qua onbekwaamheid zijn gelijke niet kende,
vertellen bronnen aan de Reyerslaan me. Het vleesgeworden Peterprincipe. Tussendoor
werd Piet Van Roe nog een paar keer uit pensioen teruggeroepen. Dan werd Sandra
De Preter aangesteld, over wie de meesten op de VRT zeer enthousiast waren,
maar zij viel helaas door ziekte uit. Daarop werd de vroegere financiële
directeur Willy Wijnants tegen zijn zin kortstondig uit pensioen teruggeroepen.
En nu werd oudgediende Leo Hellemans aangesteld als gedelegeerd bestuurder,
maar die gaat zelf over anderhalf jaar al met pensioen. Continuïteit: zero, met
dank aan de kortzichtige politiek.
Tot slot nog iets over sport, toch een
stokpaardje van me. Ik vind dat populaire sporten wel degelijk op de openbare
omroep thuis horen. Dank zij de VRT heeft de rijke Vlaamse wielertraditie zich
weten handhaven. Je kan dan wel meewarig doen over al die veldritten en
tweederangskoersen op tv, maar zonder die uitzendingen zouden de meeste van die
wedstrijden op sterven na dood zijn, of al verdwenen. Als de VRT niet meer de
rechten zou kopen op EK’s en WK’s Voetbal of op Olympische Spelen, moesten we
met zijn allen tegen betaling achter een decoder op zoek gaan naar die
evenementen, omdat ze voor de bestaande commerciële omroepen een onverantwoorde
investering vormen.
Kortom, Sven Gatz heeft gelijk dat hij
bepaalde accenten wil leggen op méér cultuur en véél informatie, maar hij houdt te weinig rekening met de context.
We hebben allemaal graag een mini-BBC tot het erop aankomt om daarvoor de
middelen ter beschikking te stellen. Alle partijen, behalve misschien Vlaams
Belang, prevelen over “een sterke openbare omroep” en vergeten
vervolgens dat koken geld kost, ook al gaat het dan om dagelijkse kost. Wat me
vooral angst inboezemt, is dat de huidige samenstelling van de regering nefast
kan zijn voor de VRT: er zit heel veel rancune in de politiek en de drie
partijen in de (centrum)rechtse Vlaamse regering hebben vanuit het verleden nog
een appeltje te schillen met wat zij al meer dan veertig jaar beschouwen als een ‘rode burcht’ en de ‘linkse VRT’. Er een
nichezender van maken waarover men over vijf jaar kan zeggen dat hij toch niet
zo populair is en het daarom met nóg minder middelen kan stellen, is in mijn
ogen een reëel gevaar.
Ik wens mijn vrienden en ex-collega’s op de
Reyerslaan veel goede moed. De wintertijd is aangebroken en zou wel eens vijf
volle jaren kunnen duren.