Televisie. Zet twee mensen tegenover elkaar aan een tafel.
Laat de ene de vragen stellen en de andere de antwoorden geven. Laat de ene de
andere niet al te vaak en al te brutaal onderbreken. Toon wat interessante
fragmenten tussendoor. Moeilijk hoeft het niet te zijn. Duur ook niet. Het mag gerust radio-met-beelden worden.
Zomergasten
bewijst het al vijfentwintig jaar. Drie uur lang filmpjes kijken en erover
praten. Meer te weten komen over de gast via zijn of haar keuze van
beeldfragmenten. Alleen Elvis blijft
bestaan doet dat nu ook al vier weken lang op Canvas. De eerste drie
afleveringen had ik jammer genoeg aan mij laten voorbij gaan. Er was altijd wel een excuus te
verzinnen: de Rode Duivels speelden of ik moest nog heel wat achterstand
ophalen in mijn uitpuilende tv-theek.
Ik heb dus Luk Alloo, Stefan Brijs en Gregory Frateur
gemist. Maar gisteravond was er Ruth Joos, die poepnerveus kwam aanschuiven bij
Thomas Vanderveken, in een voor haar allesbehalve vertrouwde omgeving: een
tv-studio. Het resultaat: twee radiomensen die een uur wreed schone televisie
maakten. Die mooie Nederlandse volzinnen produceerden. Die genegenheid voor elkaar
en elkaars leefwereld toonden en toch voldoende afstandelijkheid bewaarden.
Die, kortom, de kijker bij het nekvel grepen en hem bij de les hielden, op een
vriendelijke manier, zonder betuttelend of belerend te worden.
Het fijne van Alleen
Elvis… is dat er weliswaar bekende Vlamingen worden uitgenodigd, maar dat
die ‘bekend’ met een kleine letter ‘b’ wordt geschreven. Het zijn niet de
voorspelbare gasten die we al in elvendertig talkshows, amusementsprogramma’s
en quizzen hebben zien opdraven. Luk Alloo is een bekend gezicht, maar hij
zoekt niet voortdurend de media op. Brijs en Frateur zijn voor de meeste
Vlamingen nobele onbekenden, hoe jammer dat ook moge zijn, want de ene is een uitstekende
schrijver en de andere een begenadigde zanger (Dez Mona!). En Joos kennen we
wel van dát radioprogramma en díe stem, een stem die zelfs op de allerkoudste
winteravonden een welgekomen warme gloed door de huiskamer stuurt. Maar de bekendheid van
Ruth Joos is niet van die aard dat ze in de supermarkt wordt lastig gevallen
door verwoede handtekeningenjagers, vermoed ik. Ik hoop het alleszins voor
haar.
Alleen Elvis… krijgt
overwegend positieve kritieken, terwijl het aantal kijkers flink tegenvalt. Ook
afgelopen week haalde het de Top 15 van Canvas niet, dat wil zeggen: minder dan
130.000 kijkers. Neen, beste VRT-directie, de kijker heeft niet altijd gelijk. De
kijker heeft zelfs vaak ongelijk. Tv-makers moeten dat durven beseffen, zeker
als ze van de openbare omroep zijn. Al moeten ze nu ook niet weer vervallen in Container-achtige programma’s die vooral
bedoeld zijn om de allerlaatste potentiële kijker de kast op te jagen. Durf wat meer en heb wat meer geduld, zegt de mislukte Phil Bosmans in mij.
De voornaamste tegenkanting die ik las, is dat Alleen Elvis… niet lang genoeg duurt
en eigenlijk is zelfs dat eerder een compliment dan een punt van negatieve
kritiek. Opnieuw wordt er dan, o zo voorspelbaar, verwezen naar Zomergasten, dat drie uur duurt, plus
nog een keuzefilm van de studiogast erachteraan. Het flink gehypete Zomergasten duurt me soms te lang; de
aandacht verslapt wanneer de gast zich niet wil blootgeven, niet goed praat of
alleen maar hermetische fragmenten heeft uitgekozen. Het veel minder gehypete Alleen Elvis… is te kort, omdat de
gasten na een uurtje meestal pas echt op dreef beginnen komen. Misschien moet
er een format worden uitgebouwd die tussen de twee valt: anderhalf uur Alleen Elvis…, waarom niet, beste
Canvas?
Alleen Elvis blijft
bestaan. En Miles Davis, natuurlijk, van wie Ruth Joos elke ochtend om half zeven, vijf
dagen op zeven, Kind of Blue
integraal speelt (So What!, er zijn gevaarlijkere verslavingen denkbaar!). En Hugo Claus.
En Beerschot, dat een kleine vermelding kreeg, waarvoor ik de presentatrice zo
niet eeuwig, dan toch een heel weekend dankbaar zal zijn.
Sterren komen, sterren gaan, hopelijk blijft Alleen Elvis… bestaan.