Het is weer die tijd van het jaar. Van de laatste zondag van
juli tot en met de laatste zondag van augustus, zes volle zondagavonden lang: Zomergasten. Het VPRO-programma is
inmiddels al aan zijn zesentwintigste jaargang toe. De formule werd in de loop
van de jaren hier en daar wat bijgeschaafd, het decor verandert telkens
lichtjes, maar de basis blijft altijd dezelfde: één gast, één interviewer, meer
dan drie uur fragmenten bekijken en erover praten, ondertussen in de ziel van de gast kijkend. Gevolgd door de keuzefilm van de
gast, waarvan je al een kort fragment in de uitzending hebt gezien. Eenvoudige
televisie en toch opzienbarend. Er hoeven niet altijd schaars geklede dames met
een pluim in hun achterste van een fel verlichte glazen trap af te dalen.
***
Zomergasten is in
Nederland een jaarlijks terugkerende hype. De kranten staan er vol van – eerst
hebben ze kritiek op de naam van de gastheer of -vrouw, dan op de gasten,
achteraf sabelen ze de hele uitzending neer -, op Twitter laten de criticasters
zich eens goed gaan, bloggers ventileren hun bewondering/kritiek/woede, en zo gaat dat zes weken lang. Een soort rondreizend
circus, met dien verstande dat het circus ter plekke blijft, maar de clown
elke week nieuw is. Gemiddeld 812.000 kijkers bleven er gisteravond urenlang
voor de buis hangen, ook al vonden ze het misschien maar niets. Dat zijn ruim
tweehonderd duizend kijkers meer dan bij de start van vorig seizoen, toen
‘onze’ Jan Leyers zes weken lang gastheer mocht spelen (en er flink van langs
kreeg van mondig Nederland).
Leyers’ Zomergasten-feestje
duurde uiteindelijk maar zes afleveringen. Dit jaar dacht de redactie op veilig
te spelen door voor een Nederlander-met-interviewfaam te kiezen: Wilfried de
Jong. Maar dat viel een beetje tegen, al kwam dat mede door de weerbarstigheid
van de centrale gast: cabaretier Hans Teeuwen. ‘Ironie en cynisme zijn niet De
Jongs sterkste kanten, terwijl Teeuwen weer niets begrijpt van de behoefte om
naar diepere lagen te graven,’ schreef de recensent van NRC Handelsblad. ‘Je zou Wilfried de Jong kunnen aanrekenen dat hij
niet genoeg aan Teeuwen trok, voor zover dat zin zou hebben gehad,’ meldde De Volkskrant, in een overigens
overwegend positieve recensie.
Ene Marco Voets vatte mijn eigen opinie goed samen in een
tweet: ‘Jammer… De cabaretier Teeuwen is te gast, niet de mens zelf.’ Hans
Teeuwen liet inderdaad nooit het achterste van zijn tong zien. Hij bleef altijd
in zijn rol van hofnar hangen, dribbelde weg als het onderwerp hem te moeilijk
werd, greep terug naar de trucs van het podiumbeest: alles weglachen. Gekke
bekken trekken. De vraag straal negeren.
De redactie had het kunnen weten. Cabaretiers zijn de
moeilijkste gasten in zulk praatprogramma. Ze schrikken ervoor terug om in
zichzelf te graven, naar hun ‘diepere Ik’. Dat was in het verleden al zo met
Youp van ’t Hek, Paul de Leeuw, Theo Maassen en Micha Wertheim, en in dat ene
vermaledijde jaar (1996) dat Freek de Jonge de honneurs waarnam als gastheer en
het de hele tijd vooral over zichzelf en zijn eigen interesses had, terwijl de
gast er voor spek en bonen bijzat en alleen maar diende om af en toe ja te
knikken. Het was nu niet anders met Teeuwen. Het leek ook wel alsof De Jong
niet dieper durfde graven, angst had om vervelende vragen te stellen. (Terloops
gezegd: de beste Zomergasten-presentator
blijft nog altijd Peter van Ingen, die dat de eerste acht seizoenen deed en
daarna een rol achter de schermen verkoos, als eindredacteur.)
***
Het eerste anderhalf uur kabbelde het gesprek verder, tot
zenuwpees Teeuwen een paar sigaretten had gerookt (vreemd dat we dat in 2013
spraakmakende televisie vinden!) en beide heren enkele pilsjes hadden
gedronken. Een tip voor de toekomst: drink vóór de uitzending een beetje
alcohol, misschien krijgt Zomergasten
dan wel een vliegende start! Pas in de tweede helft ging het gesprek ergens
over, ook al grabbelde de cabaretier gretig in het vat met sarcasme als hij
geen zin had om de échte Hans Teeuwen te laten zien. Eigenlijk was dat
voortdurend.
Teeuwen had gekozen voor zeventien fragmenten en daar zaten
op zich heel wat spraakmakende tussen, die het gebrek aan ‘ernstig’ gesprek
goed konden camoufleren. Hij begon en eindigde swingend, met een fragment uit Singin’ in the Rain (noem me gerust een
halfzachte, maar ik vind dat nog altijd een wonderbaarlijke film) en Frank
Sinatra die You Make Me Feel So Young
croonde bij wijze van afronding. Zijn voorkeurfilm was Boogie Nights van Paul Thomas Anderson, een spitante kijk op de
Amerikaanse porno-industrie uit de jaren zeventig.
Daarnaast viel op dat Teeuwen vooral had gekozen voor
extravagante, soms letterlijk knettergekke figuren, waarmee hij – wellicht –
toch ook iets over zichzelf prijsgaf. De hilarische belevenissen van Buster
Keaton in de stomme film One Week uit
1920, bijvoorbeeld. Keaton stond bekend als de acteur die nooit lachte, een
zogeheten ‘dead pan face’, en laat dat nu net ook een typisch kenmerk van
Teeuwen zijn!
Christopher Hitchens was briljant in de manier waarop hij
als atheïst elke vorm van religie te lijf ging, op een erudiete en
welbespraakte manier. Zelfs Tony Blair, de gelovige sociaal-democraat, kreeg er
geen speld tussen. Dat fragment werd gevolgd door een voorgelezen blog van de
Britse auteur en politieke commentator Pat Condell. Briljant geschreven en
gebracht, maar in al zijn eenzijdige kritiek op ‘de’ islam (alle moslims over
één kam geschoren, dus) ook ongeloofwaardig. Teeuwen zelf is ook niet vies van
een sneer naar de islam, al probeert hij het toch veilig te houden, voegde ie
eraan toe. Waarop alweer een ongenuanceerd meninkje de wereld werd ingestuurd.
Hier had de presentator even mogen bijsturen.
***
Verder passeerden Theo van Gogh, Teeuwens beste vriend van
weleer, en Pim Fortuyn de revue, de briljante pianist Glenn Gould, de
ongrappige grapjas Andy Kaufman en, jawel, Moeder Theresa. Trash Humpers, een film van Harmony Korine, toonde een aantal
seksverslaafde ‘hangbejaarden’, een soort Benidorm
Bastards voor volwassenen. Ook Charles Manson zat erbij, zingend in de
gevangenis. ‘Als ik me een voorstelling zou moeten maken van hoe God eruit
ziet, zeg maar: de God van Abraham, dan denk ik alitjd een beetje aan Charles
Manson,’ kietelde Teeuwen de gelovige kijkers nog wat extra. Of Teeuwen zelf
ook wel eens psychopatische neigingen vertoonde, probeerde De Jong daarop.
‘Neen,’ repliceerde de woordenmens, ‘ik ben een kwispelende golden retriever.’
Het meeste plezier beleefde ik nog aan de minder dan vijf
minuten durende 147-break die Ronnie O’Sullivan in 1997 scoorde op het WK
snooker in de Crucible in Sheffield. Een stukje sportmagie van, jawel, een
lichtelijk gestoord genie. Niet verwonderlijk dat Teeuwen O’Sullivan in de
uitzending had gesmokkeld, ook al gaf ie meteen aan dat hij zelf nooit met een keu in de hand te bewonderen valt.
***
De eerste Zomergasten
liep nog niet helemaal op rolletjes, zoals NRC
vandaag titelt, het ging ‘minder soepel dan verwacht’. Helemaal mee eens. We
weten na meer dan drie uur televisie nog altijd niet wie Hans Teeuwen is en ook
nauwelijks wat hem drijft en bezielt. Dat is jammer. Gelukkig waren er de vaak
ontregelende en origineel gekozen fragmenten om ons bij de les te houden. Misschien
vertelden die wel meer over Teeuwen dan de té vrijblijvende conversaties
tussendoor. Om toch voldoende te choqueren – je hebt een reputatie of je hebt ze niet – gaf Teeuwen de presentator een beknopte cursus ‘vingeren voor beginnelingen’. Handig meegenomen, bij wijze van flauwe woordspeling.
En toch zal ik volgende week opnieuw kijken, en de week
daarna ook weer, en zo tot het einde van de zomervakantie. Omdat Zomergasten lekkere televisie blijft,
een oase te midden van alle voorspelbaarheid en gebrek aan durf bij de meeste tv-makers.
Het soort programma dat perfect zou passen op Canvas, om maar iets te zeggen.
Helaas komt het er maar niet van. Uit kijkcijferanalyses blijkt immers dat er
amper dertigduizend Vlamingen naar Zomergasten
kijken. Om het even te relativeren: die kunnen niet met zijn allen in het
Constant Vanden Stockstadion, maar in de tv-wereld worden ze als
verwaarloosbaar bestempeld. Zomergasten@Canvas.
Hopelijk komt het er ooit van!