Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

ING

Economie Posted on za, oktober 08, 2016 12:56:23

Mijn
grootmoeder, die vandaag 103 wordt, is al in geen twintig jaar in een
bankkantoor geweest. Het is het voorrecht van oude mensen dat hun financiële
zaken worden geregeld door kinderen en schoonkinderen. “Dat is toch niks
voor mij, ik ken dat allemaal niet meer!”, u kent dat riedeltje wel. Ze is
klant, trouwe klant zelfs, maar ze heeft geen nood aan een loketbediende die
een gezellig praatje met haar maakt.

Mijn
moeder, die binnenkort 85 wordt, gaat nog wel voor al haar financiële
transacties naar de bank en ze waardeert heel af en toe dat gezellige praatje
met de loketbediende. Ze heeft geen computer, maar is nog voldoende fit en
alert om overschrijvingen zelf te doen. In de bank. Aan de automaat. Slechts occasioneel
moet ze nog aan het loket zijn.

Ik, die
over een paar maanden 58 wordt, regel bijna al mijn zaken via computer. Alleen als er
een lening moet herzien worden of persoonlijke financiën besproken, wat hoogst
uitzonderlijk is, heb ik nood aan een tête-à-tête, maar dat is dan rechtstreeks
met de bankdirecteur, niet met een loketbediende. Ik print wel nog mijn
rekeninguittreksels uit, zo ouderwets ben ik dan weer wel, maar daarvoor
volstaat één keer per maand de automaat in de hal van mijn bankkantoor te
activeren. Ik hoef daar niemand voor te zien of te spreken.

Ik heb geen
kinderen, maar mocht ik die gehad hebben, dan zouden die ongetwijfeld geen poot
meer zetten in een bankkantoor. Alles zou online verlopen, zoals twintigers en
dertigers dat tegenwoordig afhandelen. En de generaties die nu nog niet
volwassen genoeg worden geacht om hun financiën te regelen, zullen over een
paar jaar al helemaal niet meer weten waar zich dat kantoor ook alweer bevond.

Over
twintig jaar zullen de generaties van mijn grootouders en ouders en, wie weet,
ook ikzelf, uitgestorven zijn. Gesteld dat er dan nog bankkantoren bestaan, dan
zouden het spookhuizen zijn. Lege lokalen, waar hooguit nog wat activiteit is
aan de automaat (als die tegen dan nog bestaat) en achter een ontzettend
rustige balie. Je kan dat betreuren (“Er is geen sociaal contact meer hé,
meneer!”), maar het is onvermijdelijk. Het is onvermijdelijk omdat we dat blijkbaar zelf willen. Het is niet de bank die ons op afstand houdt, het zijn
wij die de afstand van de bank waarop we zitten tot de bank waar we klant van
zijn te groot achten.

***

Ik wil maar
zeggen: het is niet onlogisch dat ING — als eerste van ongetwijfeld een pak meer
banken en verzekeringskantoren — een drastische beslissing neemt. Het was
schrikken en het wordt wennen, maar het is de harde realiteit die we zelf mee
hebben veroorzaakt. Vluchten kan niet meer. Huilen is voor ons te laat.

Wát ING
deed is de economische logica zelve. Hóe ING dat deed is hemeltergend. Een
grote baas die vóór het weekend in een email aankondigt dat er ‘spannende
dingen’ te gebeuren staan, o gruwel. “Je moet het dak repareren als de zon
schijnt” en “We moeten snoeien om te groeien”, zijn uitspraken
die je misschien kunt doen in een besloten bestuurskamer — onder grofgebekte
ondernemers voor wie een mens niet meer dan een FTE is en bedrijfsresultaten in
k worden uitgedrukt in plaats van in duizendtallen —, maar die je niet als
officiële communicatie naar buiten brengt op een ogenblik dat je ongeveer
gelijktijdig het ontslag van duizenden werknemers aankondigt én dat je de
eerste jaarhelft 600 miljoen euro winst hebt geboekt. Winst die over het hele
jaar 2015 1,1 miljard bedroeg. De ceo, Ralph Hamers, kende zichzelf en passant ook nog eens 28 procent opslag
toe. Goed bezig, zal het argument geweest zijn.

Cynischer
wordt het zelden. Communicatief ging ING compleet de mist in. Heel Vlaanderen
en Nederland weet nu: gewetenloze schurken. De emotionele woorden van de
Belgische ceo: ach, krokodillentranen, een ingestudeerd nummertje, die man
heeft misschien wel wakker gelegen van hóe hij het nieuws moest brengen, maar
niet dát hij het nieuws moest brengen. Moeilijk momentje, lastige dagen, volgende
week is het echter weer business as usual,
kop op, jongen. De ontmenselijking van het bedrijfsleven schrijnend in beeld en
woord gebracht.

***

Cynische
logica is het, maar wel: logica. En
dan kom ik terug bij de eerste paragrafen. Daar hebben we zelf voor gezorgd
en daar zullen we in de nabije toekomst nog veel meer voor zorgen. In plaats
van op de barricaden te springen en een op middellange termijn onrealistisch
doel na te streven, maximaal jobbehoud, moeten overheid én sociale partners
volgende pijnlijke aankondigingen een stap voor zijn, door nu al, preventief, ruimte
te scheppen voor alternatieve tewerkstelling en, vooral, mee te zijn met de
digitale trein. Weg met dat typisch Belgische gedoe van bescheidenheid,
volgzaamheid en achter de feiten aanhollen: we moeten voortrekkers worden.

Helaas
lijken we geneigd dezelfde reflex te vertonen als dertig jaar geleden toen de
staalnijverheid en de steenkoolmijnen slabakten. Er werden miljarden in
bodemloze putten gepompt, in plaats van realistisch te zijn (net zoals de
mensen nu nog nauwelijks een bank bezoeken, werd er toen al een tijdje niet
meer op kolen gestookt en was dat staal ook al passé) en maximaal in te zetten
op alternatieven. (Die staatsschuld komt ergens vandaan, moet u weten.)

Maar dan
nog — en ondanks het stoer klinkende ‘Jobs, jobs, jobs!’, dat een mantra van deze
federale regering is geworden — zal de harde realiteit zijn dat er nog wel
vaker noodkreten en alarmbellen zullen weerklinken, gevolgd door afslankingen
en optimaliseringen, om wat newspeak te
hanteren, en dat we de verloren jobs nooit meer 100 procent zullen terugwinnen.
Daarom is dat basisinkomen voor iedereen — laten we zeggen: 500 euro tot 18
jaar, 1.250 euro netto vanaf 18 jaar — een piste die dringend onderzocht moet
worden. Tenzij we ons liever in zelfmedelijden blijven wentelen, het
onafwendbare ontkennen en alleen nog maar in staat zijn tot verontwaardiging,
hoe terecht die ook is.

De kracht
van veranderING (dank aan Joël De Ceulaer voor de inspiratie) zou er weleens in
kunnen liggen dat we anders gaan denken over én kijken naar leven, welzijn, onderwijs
en economie. Er zijn genoeg filosofen, sociologen en arbeidsmarktdeskundigen
die daar al over nagedacht hebben. Wanneer schieten de beleidsmakers wakker?



0110

Samenleving Posted on za, oktober 01, 2016 12:57:22

’t Is
vandaag precies 10 jaar geleden: 0110. 1 oktober 2006. Een gratis festival op
vier verschillende locaties (Antwerpen, Brussel, Charleroi en Gent),
georganiseerd door geëngageerde muzikanten (Tom Barman, Arno, Frederik Sioen),
‘voor verdraagzaamheid, tegen racisme, extremisme en zinloos geweld’. Tweeduizendenzes
was het jaar dat Hans Van Themsche zijn moordzuchtige raid uitvoerde in het
centrum van ’t stad, dat Joe Van
Holsbeeck vermoord werd voor een mp3-speler en dat Guido Demoor,
treinbestuurder, op de bus werd doodgeslagen door een stel jongeren. Maar ook:
één oktober was de zondag vóór de gemeenteraadsverkiezingen en er dreigde een
zoveelste extreemrechtse tsunami Vlaanderen te overspoelen.

Adamo, Arno,
Axelle Red, Clouseau, Daan, De Bruyne, dEUS, Granata, ’t Hof van Commerce, Thé
Lau, Lotti, Monza, Sioen, Tura, Vermandere, Verminnen. Iedereen die het hart
links droeg en enig maatschappelijk besef had, stond op een van die vier podia
het volk een geweten te schoppen, zij het dat het volk voor dat podium al lang
overtuigd was dat het een geweten had. Luc De Vos en Wannes Van de Velde waren
er ook nog bij, twee artiesten die ons intussen ontvallen zijn. Vlaams Belang
dacht dat de manifestatie uitsluitend tegen haar gericht was en organiseerde
van de weeromstuit een eigen festivalletje met Frank Galan, Vanessa Chinitor,
Salim Seghers, Wim Ravell en de broer van Helmut Lotti op de affiche, sterren
die de hele wereld ons benijdde en nog altijd benijdt. Toenmalig VB-voorzitter
Frank Vanhecke riep op om de 0110-artiesten te boycotten. ‘Ik koop hun platen
niet meer en ga ook niet meer naar hun concerten,’ riep hij. ‘Als onze kiezers
dat ook niet meer doen, dan zal ik ze geen ongelijk geven, integendeel.’ Láchen!

Het
tijdelijke effect was groot. Veel media-aandacht, veel sympathie, het succes
van Vlaams Belang werd niet afgeremd (de partij was in heel Vlaanderen
populairder dan ooit) maar een dijkbreuk in met name Antwerpen werd op het
nippertje vermeden. Janssens won van Dewinter. 33,5 procent van de stemmen
haalde Belang in de stad A, een op drie kiezers. Niet genoeg om de macht te
grijpen, genoeg om verontrust te zijn.

Als we ons
met de teletijdmachine tien jaar vooruit katapulteren moeten we nog altijd
verontrust zijn. Is er nog racisme in de samenleving? O ja. (Denk aan een
zaakvoerder die ‘makakken’ op een bestelbon schrijft.) Is er nog extremisme?
Wees gerust. (Of beter: wees ongerust!
Lees opnieuw de reacties op de dood van een 15-jarige Genkenaar met Marokkaanse
roots, begin augustus, en voel weer die diepe walging. Maar ook: denk aan de
religieuze fundamentalisten die per se hun 72 maagden willen bevlekken en daarom de vrije samenleving bedreigen.) Is er
nog zinloos geweld? Zeer zeker. De slachtoffers heten niet meer Oulematou,
Luna, Joe of Guido, maar hebben andere namen gekregen. Onverdraagzaamheid, het
is er meer dan ooit, en het valt steeds minder te verdragen.

Er is één groot
verschil met toen: er zijn dit jaar geen verkiezingen, er is dus blijkbaar geen
urgentie. Ook volgend jaar niet. Maar onze grondwet is in het gedrang, er wordt
met zware bijlen ingehakt op de pijlers van de rechtsstaat, bevolkingsgroepen
worden tegen elkaar opgezet (of doen daar zelf vrolijk en met veel plezier aan
mee) en naar het schijnt willen de Chinezen ons overnemen. Extremisten,
racisten en narcisten zijn aan de macht gekomen of kunnen dat zeer binnenkort
doen.

Eerlijk: ik
voel momenteel meer noodzaak aan zo’n 0110 dan tien jaar geleden. En ik voel
die niet alleen omdat ik een ietwat linksig
type ben, want ik ergerde me vorig weekend blauw aan de ‘linkse’ commentaren op
de tranen van Bart De Wever. Het was een afleidingsmaneuver, krokodillentranen,
een een-tweetje met de media, er is een groot acteur aan hem verloren gegaan,
slim gezien van die spindoctors. Dat is óók onverdraagzaamheid, zij het van het
zogezegd elitaire type.

Verdraagzaamheid
kan ons redden, een slogan hebben we al. Nu nog schoon volk vinden om het op
poten te zetten. Wat denk je, Tom Barman, Arno en Frederik Sioen, een bisnummer? Het is te
laat voor 0110, maar wat denk je van 2203, een jaar na je-weet-wel. Dit keer
zal ik er zijn. Beloofd.



V

Politiek Posted on za, september 24, 2016 13:02:46

In
verschillende media werd de staat van genade waarin Bart De Wever al een hele
poos verkeert, ten grave gedragen. Genre: 2006-2016, RIP. Tien jaar de politiek
van binnenuit domineren én ondertussen een schare fans achter je verzamelen, het
is uniek in dit land. Het lukte Gaston Eyskens niet, Wilfried Martens misschien
(maar was die ooit wel zó populair bij de bevolking?), Jean-Luc Dehaene
evenmin. En in deze nog jonge eeuw kenden Guy Verhofstadt, Steve Stevaert en
Yves Leterme tijdelijk grote bijval, maar ook die duurde slechts enkele jaren.
Laten we zeggen: twee verkiezingsperiodes. Het zou dus niet onlogisch zijn mocht
de N-VA-voorzitter-burgemeester-volksvertegenwoordiger nu ook over zijn
hoogtepunt heen zijn, maar laten we dat pas over een jaar of tien beoordelen en
in een historisch perspectief kaderen.

Als De
Wever een deel van zijn aura kwijt is — áls! — dan mag hij dat niet in de
laatste plaats aan zijn eigen partijgenoten én aan zichzelf verwijten. Het is
niet de oppositie die De Wever doet wankelen, want die staat zelf op wankele
benen. Het zijn niet de wrevelige coalitiegenoten die hem in een hoekje
drummen, want hij slaat altijd harder terug dan diegenen die hem een tik
proberen uit te delen. Nee, het gevaar loert niet om de hoek, het zit gewoon
mee in de kamer. Het zijn de partijgenoten die een hele zomer lang
onafgesproken ballonnetjes oplieten, ondoordachte uitspraken deden of hem een gebrek
aan beginselvastheid verweten.

Die laatste
categorie stond deze week uitgebreid in de belangstelling. Hendrik Vuye en
Veerle Wouters (de Siamese tweeling van het Vlaams-nationalisme), en de Vlaamse
Volksbeweging (die met z’n 5.000 leden vergeefs probeert te wegen op het
beleid). Al begon het bij een zeldzame communicatieflater van de voorzitter
zelf. Die had in L’Echo gezegd dat er
in 2019 twee scenario’s mogelijk waren: ofwel wordt het N-VA versus PS en komt
het communautaire aspect terug bovenaan de agenda te staan, ofwel wordt het
huidige beleid voortgezet, zónder communautair gedoe. Daar kwam het, kort door
de bocht, op neer.

Wél praten
over Vlaanderen, níet praten over Vlaanderen. Dat kwam Vuye & Wouters,
opperhoofden van het Objectief V-clubje niet al te best uit. Eén: het zou extra
duidelijk maken dat ze daar toch maar zaten om hun tijd te vullen. Twéé: het
zou de ultieme droom van een onafhankelijk Vlaanderen via het opstapje van het
confederalisme teniet doen (of toch op z’n minst voor nog wat langer in de
koelkast steken, wetende dat producten zelfs in de allerbeste koelkast uiteindelijk
beginnen te rotten). Hallucinant was een non-debat tussen Peter De Roover,
N-VA-fractieleider in de Kamer, en Bart De Valck, voorzitter van de Vlaamse
Volksbeweging, in De Zevende Dag. De
Valck hamerde op dezelfde nagel waarop zijn voorganger een paar jaar voordien
op diezelfde plek hard maar zonder resultaat had getimmerd: méér Vlaanderen in
België, liefst zelfs zónder België. O ja, die voorganger heette… Peter De
Roover en die zat nu zijn vorige clubje vierkant uit te lachen. Politieke macht
doet iets met mensen. Het doet partijvoorzitters bijvoorbeeld openlijk praten
over democratie en in het geniep afvallige politici afsnauwen dat ze niet meer
naar een vergadering moeten komen waar — democratisch! – over hun lot zal
worden beslist. Brutaler wordt machtspolitiek niet.

Wat de
Vlaamse Volksbeweging — en bij uitbreiding heel Vlaanderen — maar niet wil
beseffen, is dat Vlaanderen niet belangrijk is in verkiezingscampagnes en dus
ook niet in het beleid. Partijen die zichzelf Vlaams noemen, soms zelfs
‘radicaal Vlaams’, zetten Vlaanderen niet op de eerste plaats. Tenminste: wel
in woorden, niet in daden. Het concept ‘Vlaanderen’ levert nauwelijks extra
stemmen op. De core business van
Volksunie en — sinds 1978 — Vlaams Blok was het communautaire, met als einddoel
een onafhankelijk Vlaanderen. De core
business
van N-VA en — sinds 2004 — Vlaams Belang is dat niet meer. Er is
in Vlaanderen geen meerderheid onder de bevolking te vinden voor een splitsing
van het land. Dus wordt de V van Vlaanderen opgeofferd voor andere V’s.
Vreemdelingen. Veiligheid. Verandering (wat dat verder ook moge betekenen).

Toen Vlaams
Blok zich in 1978 afsplitste van de Volksunie, was dat puur vanuit een
radicale, extreemrechtse Vlaamse reflex. Maar het succes van het Blok kwam er
pas met Dewinter, de bokshandschoen en het 70-puntenplan. Met andere woorden:
toen Vlaanderen als hoofdthema naar achteren werd geschoven en de nadruk kwam
te liggen op ‘de’ vreemdeling, en later ‘de’ moslim in het bijzonder. Toen N-VA
in 2003 ternauwernood overeind bleef na desastreuze verkiezingen, zwakte het haar
communautaire eisen af om in kartel te kunnen gaan met CD&V. Nadat het
kartel was geïmplodeerd werd artikel 1 van de statuten weer eventjes benadrukt,
tot het eclatante verkiezingssucces van 2014 — één op drie Vlaamse stemmen — de
partij noopte om weer ‘realistisch’ te worden. De nieuwe N-VA-stemmers wilden
ofwel een hardere sociaal-economische lijn zien (overgelopen rechtse Open
VLD’ers die hun gading niet meer vonden bij de liberale partij), ofwel een
stevigere aanpak van het zogeheten moslimgevaar (Vlaams Belang-overlopers die het beu
waren dat hun stem sowieso verloren ging als gevolg van het ‘cordon
sanitaire’). Het begin van een zeer moeizame spagaat voor De Wever en de zijnen.
Maar door zijn voortdurende staat van genade kon De Wever zich alles
permitteren tegenover zijn brede achterban.

Wat Bart De
Wever in dat ene interview met een Franstalige krant zei, mag dan wel hard
klinken bij Vlaamse onafhankelijkheidsstrevers en -strijders, maar het is de
realiteit: Vlaanderen leeft te weinig als idee. Dat weet de uitmuntende
politieke strateeg die De Wever is, als geen ander. En hij is opportunistisch
genoeg om te beseffen dat je met een zuivere (Vlaamse) ziel geen verkiezingen
wint, dat doe je door een veel grotere gemene deler te vinden én te behouden. De
Vlaamse Volksbeweging is hooguit een klein luisje in een stevige pels geworden.
Vlaamse hardliners als Vuye en
Wouters leven in een cocon, zij denken nog dat het succes van N-VA er is
gekomen dankzij Vlaanderen, terwijl
het bijna ondanks is. Dat V’tje, waar
zowel politici van N-VA als hun achterban graag mee poseren, mag je nu
definitief koppelen aan Veiligheid en (een strenger) Vreemdelingenbeleid, niet
meer aan Vlaanderen. Misschien moet dat artikel 1 van de statuten nu maar eens
aangepast of definitief geschrapt worden.



Dat hij dan teruggaat naar Kraainem

Politiek Posted on za, september 17, 2016 13:02:56

Ik dacht,
ik wacht nog een weekje om een genuanceerd standpunt over het Offerfeest af te
scheiden, en dan met name het rituele slachten van schapen. Maar de
actualiteit, die wacht niet. (Dus, nu toch weer ongenuanceerd: ik vind het niet
kunnen dat levende wezens worden geofferd om een opperwezen, profeet of heilige
schrift terwille te zijn. Ik vind dat barbaars en middeleeuws. Ik was heel even
de held van de tweevingerigen toen ik daarover tweette, omdat ze dachten dat ik
uitsluitend de moslims viseerde, maar ik had het ook over de Joden, die nóg
minder bereid zijn om hierover een dialoog aan te gaan. Ik vind het trouwens ook
niet kunnen dat dieren onverdoofd worden geslacht voor onze vleesconsumptie,
nadat ze bij leven al verwaarloosd en mishandeld werden.)

***

Ik dacht,
ik schrijf dan maar over al die jobs die verloren gaan bij multinationals en
die leiden tot kreten van paniek en verontwaardiging, terwijl het aantal
netto-jobs — volgens mensen die het kunnen of moeten weten — erop vooruit
blijft gaan. Het klinkt nu eenmaal spectaculairder om te melden dat
internationaal bedrijf X 500 mensen ontslaat, dan dat 200 lokale bedrijven elk
drie bijkomende werknemers in dienst hebben genoemen. Kwantiteit vinden we op
een of andere manier belangrijker dan kwaliteit, en dat geldt om een vreemde
reden des te meer in de media.

Overigens:
zullen we al die gunstmaatregelen om multinationals te paaien en hen te
overhalen hier, bij ons, te investeren nu eens parkeren bij de zotte ideeën en
expansieruimte gunnen aan bedrijven van hier? Niet uit een ‘Eigen volk
eerst’-reflex, maar wel omdat die lokale ondernemers in de eerste plaats aan
groei in eigen land denken en die multinationals België alleen maar zien als
een tijdelijk platform, tot ze elders méér gunstmaatregelen ontdekken en de
boel halsoverkop sluiten. Notionele interestaftrek? Een cadeau voor anderstalige
raden van bestuur en ceo’s die niet van plan zijn zich te hechten aan België.
Steek dat geld liever in de lokale economie, die is al broos genoeg. (Maar
hierover schrijf ik dus ook al niet uitgebreid, want toen wurmde een backbencher zich donderdagnamiddag op
het voorplan.)

***

Ik dacht,
ik lees het wel in de krant, wat er nu wel en niet gezegd is door Luk Van
Biesen, federaal parlementslid van Open VLD, na de tussenkomst van Meryame
Kitir, fractieleidster van de sp.a, over de gevolgen van de sluiting van de
fabriek van Caterpillar in Gosselies. Nou, dat viel dik tegen. Dat ging van ‘Ga
terug naar Marokko’ over ‘Dat ge dan maar terug naar Marokko gaat’ tot ‘Als die
mannen allemaal zo gespecialiseerd en performant zijn, dat ze dan naar Marokko
terugkeren en daar gaan werken.’

We hebben
geen privacy meer, als we een url intikken worden we prompt achtervolgd door
marketingacties die ons het beloofde land, euh, beloven (of onze gegevens
jatten, als we argeloos inloggen op een op het eerste gezicht betrouwbare
site), maar in het halfrond van onze democratie, het federale parlement, weten
we dus niet wat een kamerlid precies gezegd heeft. En wat niet. Dan moeten we
liplezers inschakelen, of voortgaan op gekleurde getuigenissen van buren.

Ik baseer
me dan maar even op een kort interview met Meryame Kitir in De Morgen, waarin ze zegt ‘Dat ze teruggaat
naar Marokko’ gehoord te hebben uit de mond van Van Biesen — die overigens
afwisselend ‘Van Biesen’ en ‘Van Besien’ genoemd wordt, vaak in hetzelfde
krantenartikel, nietwaar De Tijd?
Dat-ze-teruggaat-naar-Marokko. Dat kan dus best ook ‘Dat ze teruggaan naar Marokko’ kunnen geweest zijn, en
dan heeft Van Biesen gelijk dat hij niet Kitir persoonlijk viseerde, wat zijn
uitspraak allesbehalve minder erg maakt, integendeel. Begrijpelijk dat heer Van
Biesen — nog onder invloed van de pousse-cafés
van de uitgebreide lunch, die middag? — zich in allerlei bochten wrong in een
merkwaardige stukje televisie in Terzake,
waarin hij zich nogmaals uitgebreid verontschuldigde voor iets wat hij naar
eigen zeggen niet gezegd had. Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar ik
verontschuldig mij nóóit voor dingen die ik niet gedaan heb. Ik ben niet gek. (Waarmee
ik niet wil insinueren dat Van Biesen dat wél is, het spijt me mocht u tot die
voorbarige conclusie komen na het lezen van voorgaande zin.) Het bochtenwerk
lag Van Biesen niet, hij raakte niet opnieuw op een recht stuk weg. Hij spinde
drieënhalve keer rond zijn as en reed dan in de verkeerde richting het circuit
weer op. Dan ga je onvermijdelijk botsen.

Als hij
‘dat ze teruggaat naar Marokko’ heeft gezegd, dan is dat een diepe belediging
voor Meryame Kitir, die 36 jaar geleden in Maasmechelen werd geboren. Dat Kitir
zijn excuses aanvaardde, was dan ook grootmoedig. Vergevingsgezindheid van
slachtoffers maakt altijd meer indruk dan verontschuldigingen van daders. Zeker
als die dader zoals in dit geval stamelend poogt met losstaande woorden
samenhangende zinnen te brouwen, iets waar hij niet in slaagde.

Als hij
‘dat ze teruggaan naar Marokko’ heeft gezegd, dan is dat een diepe belediging
voor al wie Marokkaanse roots heeft en in dit land woont, meestal dan nog met
de Belgische nationaliteit. Of je dat nu wilt of niet: mensen van bij ons. Daar
zitten goede zielen tussen, sympathieke mensen, maar ook doortrapte
slechteriken, religieuze fundamentalisten, terroristen zelfs. Maar wel: van bij ons. Als het algemeen, maatschappelijk
uitgangspunt wordt dat werklozen die een andere afkomst hebben dan maar werk
moeten zoeken in het land van hun voorouders, dan zijn we heel ver heen. Dan
voeren we meteen een aantal ziekelijke ideeën uit het vermaledijde zeventigpuntenprogramma
uit. Tel uit je winst, Vlaams Blok/Belang!

***

Van mij
moet Van Biesen niet hangen: noch letterlijk, noch figuurlijk. Dat is een
interne zaak van de Open VLD, die zullen zijn vleugels wel afknippen tegen de
volgende verkiezingen. Maar het moet voor de Van Biesens van deze wereld —
democraten die zich beroepen op ‘Ik ben geen racist maar…’, om vervolgens
verbaal loos te gaan tegen mensen met een andere huidskleur — duidelijk zijn
dat dit meerdere bruggen te ver is.

Ik lees
vandaag in verschillende kranten dat we nu tenminste alert reageren op racisme.
Dat we en masse in actie schieten om
Van Biesen & co terug te fluiten. O ja? Wat dan met al die stemmen die
vinden dat het allemaal nog zo erg niet was, wat Van Biesen zei, of die
meezingen met het blanke koor dat zopas ‘Dat ze dan teruggaan naar Marokko’
aanhief? Wat ik merk is allesbehalve eensgezindheid, maar eerder een toenemende
polarisatie. In de ene hoek: zij die racisme relatief vinden of zelfs best oké.
In de andere hoek: zij die racisme meer dan ooit willen bestrijden. Ergens in
het midden: de zwijgende massa. Het is niet omdat het nu opiniestukken regent
tégen de uitlatingen van Van Biesen, dat het probleem is opgelost. Tegenover
elke scherp veroordelende opinie staan twintig goedkeurende reacties op een lezersforum.

***

Ach, hij is
dan toch één keer in zijn politieke carrière trending geweest, die Luk Van
Biesen. Dat hij blijkbaar ook z’n verdiensten heeft als begrotingsdeskundige,
zijn we alweer vergeten. Zo gaat dat, met domme uitspraken. Ze klinken veel
luider dan al dat stille werk in een muf bureau. Nóg luider klinkt de maatschappelijke veroordeling, ongenuanceerd en grof verwoord. Als hij daar niet tegen kan,
dat hij dan teruggaat naar Kraainem.



Larbi

Samenleving Posted on za, september 10, 2016 13:14:36

J’peux? Hij
vroeg het ietwat bedeesd, in z’n uitgerafeld plunje. Een T-shirt dat ooit rood
moet geweest zijn, maar dat alle kleur was kwijtgeraakt omdat het altijd en
overal gedragen werd, een beetje muf rook, haast één was geworden met een mager
lichaam. Een grijs broekje dat een maat te groot rond z’n heupen wiegde en na
elke stap moest opgetrokken worden. Geen sokken. Loopschoenen die in een ver
verleden nog maagdelijk wit waren geweest en die nu een flink aantal tinten
grijs vertoonden. De zolen leefden een eigen leven, flapperden op en neer
terwijl de bezitter van de schoenen over de groene zone draafde.

J’peux? Ja,
hij mocht meevoetballen met ons. Comment tu t’appelles? Larbi. Getaande huid,
kalend hoofd met op de zijkanten de restanten van een weelderige krullenbol,
komische overblijfselen van een beau garçon. Leeftijd: iets tussen de 25 en de
45, moeilijk te schatten. Hij kwam goed van pas, die zonnige zaterdagnamiddag
in het jaar van Orwell, want we waren maar met zeven. Vier tegen drie, dat
voetbalt ongemakkelijk.

Moi, je
suis Frank. We stelden ons kort voor aan de man die ons luttele seconden later
aan flarden zou dribbelen. Zelfs op dat versleten schoeisel spurtte hij ons
voorbij, wij, werkzoekende, langzaam maar zeker met bierbuikjes gezegende, veel
te weinig sportieve twintigers. Juan Lozano’s en Laszlo Fazekassen in ’t diepst
van onze gedachten. In werkelijkheid: trage slungels met de flexibiliteit van
een strijkplank. Larbi confronteerde ons daarmee, liep ons straal voorbij,
dribbelde zich een weg langs benen die amechtige pogingen deden om ook eens het
leer te raken, tikte de veel te slappe bal keer op keer tussen de twee sporttassen
die als doelmond fungeerden.

De volgende
zaterdag was hij er niet, de zaterdag daarop weer wel. J’peux? Ja, hij mocht
weer, tot groot jolijt van wie bij hem in de ploeg stond en tot afschuw van wie
door hem zot gedribbeld zou worden. En zo verscheen hij weken niet en dan plots
weer wel op onze geïmproviseerde voetbalarena op een slecht onderhouden
grasveldje in een rustig park. Larbi. Een welgekomen passant.

Het waren
de dagen dat er op de voorpagina’s van de kranten foto’s stonden van
uitgehongerde Afrikaanse kinderen. Het jaar vóór Live Aid. Ik wilde iets doen,
hoe futiel ook, organiseerde een voetbaltoernooitje en bedacht daarvoor de naam
‘Sahelp’. Ja, creativiteit zonder grenzen, en dat soort dingen. Het vroor, die
30ste december 1984, maar ik en mijn maten stonden toch maar mooi op de heilige
grond van het Olympisch Stadion in Antwerpen, alwaar we vrolijk werden
weggetikt door de veteranen van Beerschot en Humo’s Overwinnelijke Elf. Onze
enige uitblinker stond in de spits: Larbi. Hij stond machteloos tegenover die
geroutineerde verdedigers, kreeg ook nauwelijks bruikbare ballen van z’n ploegmaats.
Op een bevroren ondergrond leek hij wel een talentloze schaatser, op die
versleten basketsloefen die bij iedere spurt afwisselend van
schuif-schuif-schuif en van klepperdeklep deden, waarbij de zolen het muzikale
intermezzo verzorgden.

Qazz. Zo
heette hij met z’n familienaam. Dat hadden we voordien nooit gevraagd. Net
zoals we niet hoefden te weten waar hij woonde en wat hij deed. Larbi volstond.
Maar nu hadden we z’n naam nodig om het wedstrijdblad in te kunnen vullen.
Identiteitskaart? Perdu. Onverzekerd dan maar, in de hoop dat een van die oude
rakkers hem niet het ziekenhuis zou intrappen. Qazz. Geboren in Marokko, vertoevend
in Antwerpen. Qazz, het rijmde niet alleen op jazz, zo voetbalde hij ook: in
een onregelmatig ritme, puur op improvisatie, talent boven regelmaat. Dansend
met de bal. Want dat bleek hij te zijn, een danser, zo veel had hij ons intussen
toch verteld in de momenten dat we even uitpuften.

“Ik
heb deze week Larbi gezien,” zei een van de zaterdagse voetbalhabitués een
tijdje later, toen we Larbi al lang uit het oog waren verloren. “Hij kroop
uit een kartonnen doos op de Groenplaats.” Daar schrokken we even van. En
toen, toen moesten we er ook om lachen. Zelf nauwelijks in staat om beleg op
het net niet beschimmelde brood te leggen. Besmuikt lachend om het droevige lot
van een medemaat. Niet omdat we dat zo prettig vonden, dat Larbi bedelend en in
onmenselijke omstandigheden moest overleven, maar omdat het zo onwezenlijk
leek. De ene dag danste hij ons nog van het voetbalveld, de volgende lag hij
letterlijk in de goot. Dat beeld was haast niet te bevatten.

We hebben
nooit nog van Larbi gehoord. Geen j’peux meer. Geen spoor van hem terug te vinden. Geen maat die hem vanonder een kartonnen doos zag uit kruipen. Geen
pirouettes met een bal in een park. Het leven ging voort: voor ons toch, die
met vallen en opstaan toch nog iets van ons leven maakten. Maar voor hem? Geen
idee.

Ik moest
aan Larbi denken toen ik het verhaal van Jordy las. Gestorven door ontbering.
Eenzaam. Het was de schuld van de ouders. Het was de schuld van de
zorgverleners. Het was de schuld van de maatschappij. Maar zijn we wel in staat
tot mededogen en oprechte interesse in hoe iemand écht in elkaar steekt, vraag
ik me dan af. Niemand uit onze vriendenkring ging bewust op zoek naar Larbi,
zoals niemand uit zijn vroegere professionele dansomgeving dat zal gedaan
hebben. En zoals nu niemand zich na z’n achttiende verjaardag om Jordy
bekommerde, zo te lezen.

We zijn
zwakke schepsels, hopeloos op zoek naar onszelf, laat staan dat we tijd hebben
om naar de ander op zoek te gaan. Larbi. Jordy. Zelfs de namen lijken op elkaar. Ze proberen doorheen de
samenleving te dribbelen, tot ze op een muur botsen. Een muur van egoïsme.
Gebrek aan empathie. Meedogenloosheid. Het leven, quoi. Af en toe is het goed dat we met ons eigen onvermogen
geconfronteerd worden, dat we er ongemakkelijk van worden, dat we — al is het
maar tijdelijk — iets voelen van collectieve schaamte, dat we iets denken als:
het ligt óók aan ons. J’peux?



De voetbalwereld blijft maar doordraaien

Sport Posted on vr, september 02, 2016 11:52:16

Vier zomers geleden liet Manchester
United de rijzige Franse middenvelder Paul Pogba haast voor niets
vertrekken. Toenmalig manager Sir Alex Ferguson zag geen toekomst in
de speler. Eén miljoen euro volstond voor Juventus om het
negentienjarige talent over te nemen.

Twee zomers geleden verkocht Chelsea
de Braziliaanse centrale verdediger David Luiz voor 62 miljoen euro
aan les nouveaux riches van PSG, een club die sinds een jaar
of vijf in handen is van een schatrijke Qatarees en die ik vorige
herfst in mijn boek £X€£$$ UNITED. Het geld van het voetbal
‘Parvenus Sans Gêne’ heb genoemd. Toenmalig manager José Mourinho
was de wispelturige krullenbol liever kwijt dan rijk. Drieënhalf jaar
eerder had Chelsea Luiz nog voor 25 miljoen euro gehaald bij Benfica.

Zomer 2016: Man. United koopt Paul
Pogba terug voor naar verluidt 89 miljoen pond (107 miljoen euro).
Andere bronnen gewagen van 120 miljoen euro. Wat de definitieve som
ook is: Pogba is plots de duurste voetballer aller tijden. Trek de
verkoopsom van 2012 af van de aankoopsom nu en tel het verlies uit:
iets tussen de 106 en de 119 miljoen euro, dus.

Zomer 2016: Chelsea koopt David Luiz
terug voor naar verluidt 34 miljoen pond (40 miljoen euro). Dat is
minder dan de 62 miljoen waarvoor het diezelfde, toen blijkbaar
overbodige, speler twee jaar geleden verkocht, maar als je de twee
transfersommen bij elkaar telt (25 + 40 miljoen), maakt Chelsea
alsnog ‘verlies’ op de speler.

Van op een afstand zeg ik: wanbeleid.
Ofwel waren de managers van toen onbekwaam, wat vreemd klinkt
aangezien het over Ferguson en Mourinho gaat. Ofwel zijn de managers
van nu onbekwaam, wat we nog niet kunnen beoordelen, aangezien de
spelers én de managers zich nog moeten bewijzen (of falen). (Eén
van hen is overigens… Mourinho, nu bij United.) Ofwel — en dat
lijkt me de meest plausibele uitleg — voeren internationaal
gerenommeerde clubs een hapsnapbeleid, zonder visie, zonder gêne,
zonder oog voor financiële en sportieve consequenties. Als dit in
eigen land zou gebeuren, zou de pers het onmiddellijk geknoei noemen.
Laten we die term dan ook aanhouden: geknoei. Het bestuur van Man.
United en Chelsea bestaat uit knoeiers. Of beter: de twee grote
bazen, Ed Woodward en Roman Abramovitsj, zijn knoeiers. In de normale
economie zouden ze worden weggehoond. In het voetbal niet.

***

De clubs uit de Premier League hebben
voor een nieuw triest record gezorgd: tijdens de voorbije
zomertransferperiode werden er voor meer dan een miljard pond (1,2
miljard euro) transfers gedaan. Ter vergelijking: bij ons wordt 49
miljoen euro al als immens veel beschouwd. Maar laten we appelen met
appelen vergelijken en peren met peren. Het Engelse voetbalcontract
draait alleen al voor de ‘domestic rights’ rond de 2,5 miljard euro
per jaar, voor twintig clubs. Het Belgische rond de 63 miljoen euro,
voor twaalf clubs. De verhouding tussen beschikbaar tv-geld en
transferuitgaven ligt dus in Engeland op 2,1, bij ons op 1,3.

Zo bekeken besteedden onze clubs deze
zomer meer boven hun stand dan de Engelse. De slechtst verdienende
Premier League-club zal eind dit seizoen 136,5 miljoen euro uit de
rechtenpot ontvangen. Dat is meer dan het dubbele van alle Belgische
clubs sámen.

***

Juventus gaf 90 miljoen euro uit aan de
Argentijnse spits Gonzalo Higuaín, vorige seizoenen uitblinker bij
Napoli. Juve wist op dat moment al dat het een grote slag ging slaan
met de nakende verkoop van Pogba én het verzwakte een potentiële
tegenstander uit de Serie A. Goeie deal, denk je dan, want: één
klap, twee vliegen. Maar Higuaín wordt binnenkort 29, wat in
spitsentaal zoveel wil zeggen als: op z’n hoogtepunt, beter wordt ie
heus niet meer, over drie, vier jaar is hij passé. Bovendien stond
die Higuaín niet eens op de longlist met 23 genomineerden voor de
Gouden Bal, de bekroning voor de beste voetballer ter wereld. Anders
gezegd: stel twee topelftallen van 2015 samen en een man van 90
miljoen staat er niet eens in. Conclusie: de voetbalwereld blijft
doordraaien. Het wordt gekker met het jaar. Zieke economische sector.

***

Over excessen gesproken. Het Laatste
Nieuws rekende voor dat 90 procent van de transfers in de Belgische
eerste klasse deze zomer gedaan werden door één makelaar: Mogi Bayat. In mijn
boek klaagde ik aan dat we niet ver meer verwijderd zijn van het
moment dat makelaars zullen bepalen wat de uitslag van een
voetbalwedstrijd is. Ik schreef dat vorig jaar omdat er toen tijdens
de Champions League-play-offwedstrijd tussen Valencia en AS Monaco
zestien spelers op het wedstrijdblad stonden die verbonden waren of
in het verleden hadden samengewerkt met topmakelaar Jorge Mendes.
Volgende stap is dat zo’n machtige man in functie van toekomstige
deals zal vragen aan ‘zijn’ spelers om hun voetje terug te trekken,
in ruil voor een zakcentje extra. Bij ons is Bayat dé man achter de
schermen. Straks gaat die nog elk weekend moeten rondrijden langs
acht stadions om er de ploegen samen te stellen. Deze toestand is
bijzonder ongezond.

***

Ja, de Rode Duivels hadden best een
paar transfers kunnen gebruiken. Een linksback, een rechtsbuiten
(Carrasco en Mertens spelen beter vanaf links) en een spits. Helaas,
dat kan dus niet. Het was zeer slecht tegen Spanje. Op de eerste
twintig minuten na geen druk op de tegenstander. Geen bal, geen
geloof, geen beleving, geen passie, geen individuele bevliegingen.
Maar laten we Roberto Martínez pas beoordelen op zondag 13 november
iets voor elf uur. Na de wedstrijd van die avond tegen Estland moeten
we met dominant voetbal twaalf op twaalf gehaald hebben in de
WK-voorronde. Moet lukken, uit tegen Cyprus, thuis tegen
Bosnië-Herzegovina, uit tegen Gibraltar en thuis tegen Estland, met
tussenin nog een oefeninterland in Nederland. Lukt het niet, dan is
er stront aan de knikker. Zullen we dat afspreken?



Gezocht: politici (m/v) met een visie

Politiek Posted on zo, augustus 28, 2016 13:25:22

Ik lees in
horten en stoten de Memoires van
Jean-Luc Dehaene. Ik lees ook het interview met Karel De Gucht in De Standaard. Twee brokken lectuur om
depressief van te worden. Niet omdat de heren — de ene wijlen, de andere springlevend
maar politiek wijlen — niets te zeggen hebben of onzin uitkramen, wel
integendeel. Ze hebben/hadden nog juist wél iets te zeggen. De ene al kordater
dan de andere, de andere al omfloerster dan de ene. Maar allebei vanuit een heldere
visie op de samenleving en vertrekkend vanuit een duidelijke ideologie. En net
daarom steken ze zo schril af tegen de schreeuwlelijkerds die ons land vandaag
moeten bestieren, of dat nu federaal dan wel regionaal is.

De huidige
generatie politici is bijna zonder uitzondering bezig met de eerstvolgende
verkiezingen. Wat moeten we doen om (a) populairder te worden bij de massa en
(b) onze huidige kiezers niet af te stoten? Vandaag is dat mirakeloplossing X,
morgen geweldige vondst Y, overmogen briljante ingeving Z. Er zit geen lijn in,
er zit geen idee achter. Ze doen maar wat, in functie van de volgende poll en
in bange afwachting van de enige poll die er werkelijk toe doet: de
verkiezingen. Gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018, als voorafje, gevolgd
door een zoveelste moeder aller verkiezingen in het voorjaar van 2019. Over
bijna drie jaar, zult u denken. Over minder dan drie jaar, denken zij. En ze
panikeren al een beetje. En ze denken: wat moeten we doen om ons in de volksgunst
te werken? En ze denken vooral níet: waar willen we met deze samenleving naartoe?

***

Hapsnapbeleid
is de regel geworden, niet de uitzondering. Neem de boerkini-discussie. Mensen
die zich begin 2015 achter de hashtag #jesuischarlie verschuilden, hebben
Charlie de voorbije weken ten grave gedragen. Het was een korte plechtigheid bij een anoniem graf. Doe maar een onsje van die
vrijheid van meningsuiting, als het aan ons ligt. Krab nog maar een laagje van
de privacy van de mensen, ach, ze merken dat toch niet, met Facebook en zo. Zeg
maar iets stoers in de media, klinkt het niet dan botst het wel. Het probleem
is echter niet dat badpak voor moslima’s — dat onmiskenbaar ontworpen is vanuit
een vrouwonvriendelijke interpretatie van een religieus boek —, maar wel dat
die sowieso al onderdrukte vrouwen nu ook hier uit het openbare leven geband zullen
worden als er een verbod komt. We kunnen het erover eens zijn dat hun mannen
schuldig zijn, maar de luidste roepers beseffen niet dat die vrouwen zo een tweede
keer slachtoffer worden. Mag ik dat vreemd vinden?

Alle
redelijkheid is zoek. Een moslimvrouw die met iets meer kleren dan op die plek gebruikelijk is op het strand lag, werd door overijverige
Franse politieagenten tot strippen gedwongen. Een vrouw die in monokini lag te
zonnebaden, werd aangevallen door ruziestokers. Zie je wel, achterlijke
moslims, las je seconden later al op Twitter, de Speakers’ Corner voor luitjes
die onvoldoende welbespraakt zijn om zich naar Hyde Park te begeven. Tot bleek
dat de daders niet eens van Maghrebijnse of Arabische origine waren. Euh, ja,
erg hé van die vrouw, maar het gebeurt hé, bon,
ça passe
..

Dat de sp.a
eergisteren Ahmet Koç uit de partij zette — een man die de voorbije jaren schaamteloos
de autocraat Erdogan verdedigde, hoe belandt zo iemand in hemelsnaam bij een
sociaal-democratische partij? — gaf me heel even een goed gevoel, eindelijk: een consequente beslissing!, maar dat
verdween al snel bij het herlezen van het interview met John Crombez in De Standaard. En dan niet alleen omdat
het kortzichtig en naïef is om te proberen scoren op het favoriete terrein van
andere partijen (dat win je nooit!), maar vooral omdat het voor de zoveelste
keer getuigde van een maatschappijvisie die uitgaat van het conflictmodel, en
niet het consensusmodel. (Ja ja, ik ben zo’n naïeve linkse die vindt dat we
oplossingen moeten zoeken, geen problemen veroorzaken, en, ja, ik besef dat
gewapende idioten, met of zonder religieuze drijfveren, niet door een
vriendelijk gesprek zullen ophouden.)

***

‘Als de
wereld al naar de verdoemenis gaat, zal het door een gebrek aan zin voor humor
en zelfrelativering zijn,’ tweette ik op 22 juli, en ik voegde er de hashtags
#Erdogan #Trump, #Poetin en #IS aan toe. Ik wil die tweet nu aanvullen met: ‘en
een gebrek aan visie’. Erdogan heeft geen visie, hij wil gewoon zoveel mogelijk
macht vergaren en een schrikregime installeren. Dat heilige schrift is daarbij
slechts een handig excuus. Idem dito voor Poetin en IS. En Trump, ach Trump:
het is erg gesteld met de Amerikaanse samenleving als de neighborhood bully niet meer alleen kan toeslaan op de speelplaats,
maar ook in aanmerking komt om de machtigste politicus van de wereld te worden.

En bij ons?
Ook hier heerst het opportunisme, de waan van de dag, het adagium ‘Leg liever
één stoere verklaring af die nergens op slaat maar wel goed klinkt, dan
eventjes geen commentaar te geven’. ‘Geen commentaar’, herinnert u zich dat
nog? Het favoriete stopwoord van Jean-Luc Dehaene. Tegenwoordig is dat ‘Altijd commentaar’ geworden. Politici moeten voorkomen
dat er brandjes ontstaan in de samenleving. Ze moeten een symbolisch brandweerkorps
installeren dat voldoende middelen krijgt en oplossingsgericht werkt. Helaas, leidinggevende
politici zijn vandaag zelf pyromanen. Het publiek houdt van Game of Thrones in het echt, ze willen
vuur en passie zien, geen beredeneerdheid of, godbetert, langetermijnplannen.
De lange termijn is mórgen geworden. Geef het volk wat het wil, is het domste
wat politici kunnen doen, want dat volk is zo wispelturig als het weer in dit
land.

Ik wou dat
Karel De Gucht opnieuw gehoord werd in de Melsensstraat 34. Ik wou dat Louis
Tobback zijn knarsende stem iedere maandagochtend liet horen op de Grasmarkt,
al laat hij dan best uitspraken als die van die meeuwen op een stort
achterwege. Ik wou dat Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens nog regelmatig kwamen
spoken in de Wetstraat, en dat Hugo Schiltz een beetje (mede)menselijkheid binnen
de Vlaamsnationalistische gelederen kon doen terugkeren, ze kunnen het
gebruiken daar in de Koningsstraat.

***

Waar zijn
ze, de politici die beschikbaar zijn voor de media, maar zich niet door hen
laten leiden (en verleiden tot straffe uitspraken)? Waar zijn ze, de politici
die een visie hebben voor 2030, 2050 en misschien wel 2100, en die niet alleen
geïnteresseerd zijn in 29 augustus 2016 of de eerstvolgende poll? Waar zijn ze,
de staatsmannen die zich boven het partijpolitieke gekrakeel durven te zetten
en in eerste instantie denken aan het belang van het land en niet alleen dat van
hun eigen achterban?

Vroeger was
het beter, ik vind het een verschrikkelijke schijtuitspraak. Maar niet in de
politiek. Helaas, niet in de politiek.



Vodje papier

Samenleving Posted on za, augustus 20, 2016 13:08:23

‘Voor mij is
de grondwet geen vodje papier en ik wil niet hebben dat morgen avonturiers van
links en rechts het voorbeeld van Tindemans zouden inroepen om avonturen goed
te praten in dit land. Daarmee rekening gehouden: na de scheldwoorden en de
beledigingen en de aanvallen die ik de laatste dagen heb moeten incasseren, tot
daar even nog de insinuaties hier op deze tribune, zeg ik: voor mij is er maar
één conclusie. Ik ga van deze tribune weg, ik ga naar de koning en ik bied het
ontslag van de regering aan.’

11 oktober
1978. Drieënveertig historische seconden in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers. Leo Tindemans, in een Nederlands dat zó keurig was dat
de huidige generatie politici er een puntje aan kan zuigen, blies in
minder dan een minuut zijn eigen regering op, Tindemans II, een naar slechte
Belgische gewoonte veel te ruime coalitie met zes partijen: Vlaamse en Waalse
christen-democraten en sociaal-democraten, de Vlaamse Volksunie en het
Brusselse FDF.

Er is geen mens
Tindemans meer om de regering-Michel I kritisch te beoordelen, de CVP’er is helaas
niet meer onder ons. Er is geen symbolische ‘Tindemans’ meer om de contouren
van de grondwet, het heiligste stukje tekst dat we hier hebben, te bewaken. Er
is vandaag geen Tindemansadept meer in de CD&V om die grondwet consequent
en tot de laatste komma te verdedigen.

***

Ik denk dat
de man die in 1979 983.000 voorkeurstemmen behaalde bij de Europese
verkiezingen zich sinds 26 december 2014 al een paar keer heeft omgedraaid in
zijn graf. Alleen al aan de ronkende, op gebakken lucht en leeghoofdige
inspiratie van het moment gebaseerde verklaringen, voorstellen en voorzetjes
van de jongste weken zou eender welke staatsman zich oranje, blauw, geel en
rood geërgerd hebben. Maar hebben we nog wel staatsmannen (m/v)? Ik bedoel dan:
mannen en vrouwen met een visie die verder reikt dan de waan van de dag, die
desnoods tegen hun eigen partij durven in te gaan, die het belang van het land
vooropstellen en niet het collectieve egoïsme van een bevriend clubje, die de
basis van de rechtsstaat met hand en tand willen verdedigen. Waar zijn ze nu?

Blogger
Wouter Vanparys, op Twitter terug te vinden als @wvanparys, zette deze week de
integrale tekst van de grondwet op zijn blog. Zouden de politici die
voorstellen om de boerkini te verbieden en het recht op vrije meningsuiting in
te perken voor ‘collaborateurs van IS’ die ooit al gelezen hebben? Zouden ze
beseffen wat de draagwijdte is van hun ideetjes, mochten die ooit in de
praktijk worden omgezet? Zouden ze al zover hebben doorgedacht dat ze inzien
dat wat ze willen als een boemerang kan en zal terugkeren?

***

De harde
realiteit: de grondwet van 1831 is veel liberaler en vooruitstrevender dan heel
wat hedendaagse politici.

***

De
godsdienstvrijheid, ja, dat artikel mag van mij de schop op. Niet omdat ik
atheïst ben en alle religies wil laten verdwijnen: zo onverdraagzaam ben ik
niet, zo naïef evenmin. Maar omdat de vrije meningsuiting (artikel 19), de
vrijheid om te vergaderen (artikel 26) en de vrijheid van vereniging (artikel
27) sowieso al voorzien zijn in de tekst, waarom dan nog in een seculiere staat
een apart artikel voorzien over de godsdiensten?

***

Nee, de
vrijheid om een boerkini te dragen in het zwembad of op het strand staat niet
letterlijk in de grondwet. Maar naar de geest wel. Het onbegrijpelijke van het
voorstel om de boerkini te verbieden is dat het (a) over een non-issue gaat (er worden ongeveer
evenveel boerkini’s gesignaleerd als dansende moslims) en (b) de integratie
eerder belemmert dan bevordert. En dat moet dan net komen van een nieuwe
Belgische, Nadia Sminate, Vlaams volksvertegenwoordiger voor de N-VA,
burgemeester van Londerzeel, een benoeming waarmee de Vlaamsnationalistische
partij destijds zo heeft uitgepakt, om haar breeddenkendheid en tolerantie jegens mensen met een andere huidskleur en afkomst te
benadrukken.

Niet dat ik
die boerkini helemaal onschuldig acht: het blijft in wezen een symbool van
onderdrukking binnen een verkrampte religie. Maar ga je die vrouwen helpen door
hen uit het openbare leven bij ons te weren? Verbieden hier lijkt dan verdacht
veel op verplichten ginder. Het eindresultaat is hetzelfde: de moslima wordt
door al die regeltjes en sociale controle uitgesloten van volwaardige deelname aan het openbare leven.

***

En dan was
er nog de aankondiging dat Schoenen Torfs medewerksters mét hoofddoek
rekruteert. Natuurlijk is Wouter Torfs een gewiekste zakenman. Uiteraard wil
hij zijn clientèle uitbreiden naar de moslimgemeenschap, hij zou wel gek zijn
om het niet te doen. Vanzelfsprekend is dit een zakelijke opportuniteit: aan
het eind van de rit tellen de naakte cijfers. Maar waarom de heisa? Wat Torfs
doet is eigenlijk heel normaal. Een schoenenwinkel is geen openbaar loket, waar
je nog kunt discussiëren over neutraliteit (al is dat een straatje zonder eind,
want dan moet je bijvoorbeeld ook religieuze symbolen en de portretten van het
koningspaar verwijderen): iedereen zou welkom moeten zijn. En een goede
bediening hangt af van de individuele kwaliteiten van de persoon en niet van
wat hij of zij draagt.

Diezelfde
Nadia Sminate van hierboven tweette: ‘Hoofddoeken bij winkelbediendes =
gelijkheid man en vrouw? Lijkt me eerder achterstrijdend inzicht’. Zij bleef
dan nog vriendelijk, in tegenstelling tot de ranzige racisten die weer een heel
eind naast hun schoenen liepen de voorbije dagen. Ik herhaal wat ik al vaker
schreef: integratie moet van twee kanten komen. De ene groep moet zich willen
integreren, de andere groep moet de integratie toelaten. Ergens tussenin moeten ze elkaar vinden.

***

Toen ik nog
een jonge, aantrekkelijke adonis was vond ik die Leo Tindemans een saaie piet.
Nu zou je wensen dat hij wordt gereïncarneerd. De avonturiers, waar hij zo voor
waarschuwde in die beruchte korte toespraak uit 1978, hebben het overgenomen,
zo lijkt het wel. In de tijd van Tindemans redeneerden politici nog met hart en
hersenen. Vandaag regeert de buik, op commando van de grollende onderbuik. Het
lichaam van onze democratie maakt zware koorts. Is er een dokter in de zaal?



« VorigeVolgende »