De bonzen van de internationale wielerunie, UCI, herhalen dezer dagen voortdurend het bekende riedeltje: sport heeft niets met politiek te maken, de wielersport ook niet, dus is een WK wielrennen in Rwanda niets om je druk over te maken, ook al is de Rwandese president Kagame een dictator die er niet voor terugdeinst om al wie hem dwarsligt of durft kritiek te uiten, op te sluiten of erger. In zulke gevallen maken sportbobo’s altijd een onderscheid tussen de plek waar het evenement plaatsvindt en de leiders in dat land. Het draait om sport, nietwaar?
Niet waar! Sport is altijd óók politiek. Al was het maar omdat de bestuurders die in die grote sportorganisaties zitten (Internationaal Olympisch Comité, IOC, wereldvoetbalbond Fifa, Europese voetbalbond Uefa, UCI en andere federaties) wel degelijk worden afgevaardigd namens de sportministers van hun land en dat zijn nu eenmaal politici. Internationale sportbestuurders zijn vazallen van hun eigen land en de politieke bestuurders ervan. Dat is ook logisch, het is hun expliciete taak om hun land te vertegenwoordigen, en niet alleen de actieve sporters die naar een grote competitie worden gestuurd.
Berlijn, 1936. Was dat geen politiek dan? Nooit eerder werd het grootste sportevenement ter wereld, de Olympische Spelen, zo openlijk gekaapt door een regime zoals dat toen gebeurde door de nazi’s. Voor Hitler was het een propagandamoment, een geschikte gelegenheid om te tonen hoe machtig zijn Derde Rijk was of zou worden. Er kwam zelfs een gloriefilm van, Olympia, geregisseerd door Leni Riefenstahl. Vol mooie, atletische lichamen, weliswaar alleen van witte atleten.
Zuid-Afrika werd vanaf 1964 uitgesloten van deelname aan verscheidene sportcompetities, vanwege de apartheid in dat land. Een beslissing die uiteraard vanuit politieke motieven tot stand kwam. (En terecht!)
In oktober 1968 vonden de Spelen plaats in Mexico-Stad. Tien dagen voor de start werd studentenprotest uit elkaar geslagen. In het ‘Bloedbad van Tlatelolco’ kwamen twee- tot driehonderd demonstranten om het leven. De minder florissante buitenwijken van de Mexicaanse hoofdstad werden ondertussen ontruimd, stel je maar even voor dat de wereld zou zien dat er ook armen woonden in het land. En tíjdens de Spelen brachten zwarte Amerikaanse atleten de Black Power-groet, uit protest tegen racisme en discriminatie in eigen land. Hoezo, sport geen politiek?
In 1972 werden Israëlische atleten in München gegijzeld en gedood door leden van de Palestijnse terroristische beweging Zwarte September, die het sportgebeuren uitermate geschikt achten om hun wensen kracht bij te zetten. Voor terroristen was sport blijkbaar wel hét forum om aan politiek te doen.
In 1980 boycotten de Verenigde Staten, de Duitse Bondsrepubliek, Japan, China, Canada en Noorwegen de Spelen in Moskou, na de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan. Vier jaar later boycotten veertien landen onder aanvoering van de Sovjet-Unie de Spelen in Los Angeles. Sport heeft niets met politiek te maken, blijft u volhouden?
Het WK Voetbal werd in 1934 georganiseerd in het Italië van de fascist Mussolini. Twee jaar vóór Hitler de Olympische Spelen kaapte, maakte ‘il Duce’ van dat wereldkampioenschap zíjn moment de gloire, bekroond met de wereldtitel voor het gastland. Politiek! In 1970 ontving Mexico zestien voetballanden, twee jaar na de Spelen en het Bloedbad van Tlatelolco. Politiek! Acht jaar later mocht de militaire junta in Argentinië gloriëren, een land waar opposanten werden gearresteerd, opgesloten, gemarteld en boven de oceaan uit een vliegtuig gedropt. Dictator Videla mocht de wereldbeker uitreiken aan Daniel Passarella, de aanvoerder van het gastland. Politiek!
In 2014 mocht Vladimir Poetin zich in eer en glorie wentelen tijdens de Olympische Winterspelen in het Russische Sotsji. Drie dagen voor het einde van die Spelen viel Rusland de Krim binnen. De wereld reageerde nauwelijks. Op de slotceremonie mocht Poetin breed glimlachen: de wereld had indrukwekkende Spelen gezien en hij had terloops ook een deel van een buurland geannexeerd. Vier jaar later was Rusland gastland van het WK Voetbal, ondanks die bezetting van de Krim. Van een boycot was geen sprake, van het afpakken van het wereldkampioenschap al evenmin. Rusland werd daarop wel vanwege het systematisch organiseren van dopinggebruik uitgesloten van volgende topevenementen, een beperkt aantal Russische atleten mocht onder neutrale vlag deelnemen. Pas na de inval in Oekraïne, in februari 2022, acht jaar na de annexatie van de Krim, kwam er een wereldwijde boycot van Rusland om politieke redenen. Veel te laat, veel te weinig.
In 2022 werd het WK Voetbal na een dubieuze toewijzingsprocedure georganiseerd in Qatar. Een oliestaatje zonder voetbaltraditie, dat slaven invoerde om de infrastructuur op tijd klaar te krijgen. Het passeerde allemaal, op een paar protestwoorden op T-shirts na.
In 2034 zal dat wereldkampioenschap plaatsvinden in Saudi-Arabië, een land waar de mensenrechten niet gerespecteerd worden en vrouwen tweederangsburgers blijven.
Sport is altijd politiek geweest en zal dat, naar ik vrees, ook altijd blijven. Een geschikt vehikel om een dubieus regime positief in de verf te zetten. Zoals Mussolini, Hitler, Videla, Poetin en Tamim bin Hamad al-Thani dat vóór hem deden, zo doet Paul Kagame dat deze week. Glunderen op de foto’s. Sportswashing, heet dat: sport gebruiken om de uitwassen van een regime te verdoezelen. Voetbalclubs laten ‘Visit Rwanda’ op hun shirts drukken, wat nog net een graadje erger is dan reclame maken voor gokbedrijven. Morgen rijden ze in de heuvels rond Kigali rond om een opvolger van Tadej Pogacar aan te duiden. Vorige zondag werd Remco Evenepoel er al voor de derde opeenvolgende keer wereldkampioen tijdrijden. In de sportpers was er alleen maar aandacht voor die prestatie, niet voor de omstandigheden in het organiserende land. Morgen zullen er meer dan een miljoen Vlamingen naar dat WK te kijken. Mensen zullen er niet aan denken om uit protest níet te kijken (ik ben hypocriet genoeg om zelf een stuk van de wedstrijd op tv te volgen).
We moeten noch de renners, noch de kijkers verwijten dat het WK dit jaar in Rwanda plaatsvindt. De renners doen gewoon hun job, waarvoor ze rijkelijk betaald worden, de kijkers willen weten wie er wint. Om te beginnen had de UCI de kandidatuur van een land dat wordt geleid door een dictator niet in aanmerking mogen nemen. En na de toewijzingsprocedure hadden nationale ministers van sport en sportbonden er op zijn minst mee kunnen dreigen om geen delegatie te sturen. Niets van dat alles.
Zoals Israël ook vrolijk mag deelnemen aan de kwalificaties voor het WK Voetbal, in de Europese zone nota bene, het land is voorlopig ook nog altijd welkom op het Eurovisiesongfestival. Dat Israël – dat in 1970 nog namens het Aziatische continent mocht deelnemen aan het WK Voetbal – werd toegevoegd aan Europa heeft te maken met de militaire situatie waarin het begin jaren 70 verzeild was geraakt, met vele regionale oorlogen en de voortdurende dreiging van een conflict met de vijandige buurlanden. Als dat geen politieke beslissing was!
Volhouden dat sport géén politiek is, is de hypocrisie ver voorbij.
