Ik ben opgegroeid met Leonid & Richard. Oké, ik was er al wel toen Nikita & Ike en later Nikita & John en Nikita & Lyndon tegenover elkaar stonden, maar echt bewust van de geopolitieke aversie tussen Oost en West werd ik pas toen ik een jaar of tien was.

Leonid Brezjnev en Richard Nixon waren de protagonisten van de Koude Oorlog, een oorlog-zonder-gevechten die al aan de gang was sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, die oorlog-met-heel-veel-gevechten. De Sovjet-Unie, de bondgenoot van weleer, die miljoenen soldatenlevens had opgeofferd om de nazitroepen een halt toe te roepen en die mee een deel van het Westen had gevrijwaard van een opname in het Derde Rijk, was plots een vijand geworden. Reden: het verderfelijke communisme, dat stond tegenover het toe te juichen kapitalisme, althans zo werd dat in de westerse wereld propagandistisch verkondigd. Dat de twee -ismen even grote mankementen vertoonden en miljoenen mensen in het verderf stortten, kwamen we niet te weten. Het was wij tegen zij, en wij hadden gelijk natuurlijk. Of beter gezegd: zij, onze leiders. Dus moest het communisme bevochten worden: soms met wapens, vooral met retoriek en economische sancties.

Toen Richard in 1972 op bezoek ging bij Leonid in Moskou, nadat hij eerder al Mao had bezocht in Peking, leerden we een nieuw woord kennen: détente. Dat betekende zoveel als: nieuwe hoop op permanente wereldvrede, hoe naïef die gedachte ook moge zijn, als je er goed en wel over nadenkt. Vooral dat adjectief ‘permanente’ getuigt van een iets te hoog Gutmenschgehalte. Net zoals dat ‘Nooit meer oorlog’-opschrift in Diksmuide. Goedbedoeld en nastrevenswaardig, maar helaas onrealistisch.

Na Leonid & Richard werd het Leonid & Gerald, Leonid & Jimmy en Leonid & Ronald. Net wanneer je begon te denken dat Brezjnev het eeuwige leven had, stierf hij, na achttien jaar partijleider te zijn geweest, het Oostblokequivalent van president. Nu was het heel snel na elkaar de beurt aan Joeri & Ronald, Konstantin & Ronald en Michail & Ronald, gevolgd door Michail & George. Joeri (Andropov) en Konstantin (Tsjernenko) waren traditionele oude apparatsjiks, maar Michail (Gorbatsjov) was anders: die zag in dat de Sovjet-Unie nooit een kernwapenoorlog zou kunnen winnen van het Westen (gesteld dat er ooit iemand een kernwapenoorlog zou kunnen winnen, natuurlijk).

We leerden weer nieuwe woorden kennen. Glasnost. Perestrojka. De Muur viel in Berlijn. Alle Sovjetgezinde regimes vielen, als waren het dominostenen. En uiteindelijk viel ook de Sovjet-Unie zelf uit elkaar. In mijn volgende boek, De jaren 80, gaat het daar uitgebreid over. We gingen van wanhoop naar hoop, hoop dat die vrede er dan toch zou komen, hoop dat Oost en West vreedzaam naast elkaar zouden leven, hoop dat het vroegere Oostblok definitief uiteen zou vallen in autonome naties, niet meer afhankelijk van de Grote Broer in het oosten. IJdele hoop, zo blijkt nu.

Het voordeel van die periode was de zekerheid van de onzekerheid. Je wist dat een kernwapenoorlog tot de reële mogelijkheden behoorde, maar je wist ook dat dit een laatste toevluchtsoord zou zijn en dat noch de Sovjet-Unie, noch de Verenigde Staten als eerste zou toeslaan. Die onzekerheid knaagde aan onze levens, maar we leefden niet met voortdurende angst dat de Koude Oorlog zou omslaan in een Warme Oorlog. Want er was die andere zekerheid: beide leiders – zowel de partijleider als de president – werden omringd door gehaaide diplomaten, realpolitici en bedachtzame militairen. Niemand wilde een conflict. Dat gaf dan toch weer enige zekerheid.

Hoezeer ik als twintiger Ronald Reagan ook gehaat heb – een man die gaf aan de rijken en nam van de armen, onder het motto dat via trickle-down economics een deel van de rijkdom zou neerdalen op het plebs, quod non –, vergeleken met wie nu het Witte Huis heeft ingepalmd, was hij een hoogstaande intellectueel. Over Reagan werd weleens lacherig gezegd dat hij maar twee boeken in zijn bibliotheek had staan, de Bijbel en een prentenboek. Donald Trump heeft niet eens een bibliotheek. Die man leest alleen berichtjes op Truth Social en occasioneel ook nog een memo, als die tenminste niet langer is dan één A4’tje.

Vladimir & Donald bieden niet meer de zekerheid van de onzekerheid. Niets is nog zeker. Volgens de oude breuklijn tussen Oost en West worden we geacht Poetin te wantrouwen en zelfs te haten, en Trump te vertrouwen en te volgen. Dat eerste lukt nog wel, dat tweede helemaal niet. Tegenover de berekende zetten van het Kremlin staan de impulsieve daden van het Witte Huis. Je kunt veel over Poetin zeggen – ja, hij is een despoot, een man met de ambitie om het oude Sovjetrijk in ere te herstellen, een machtswellusteling –, maar hij is wel een strateeg, een consequente nationalist en in zekere zin een visionair. Trump is niets van dat alles, maar wat kan je dan ook verwachten van een narcist die alleen bekommerd is om me, myself and I, die tig keer failliet is gegaan met zijn ondernemingen en die drijft op het waanidee van de dag? Poetin laat al eens een politieke tegenstander of vervelende journalist uit een venster vallen, Trump heeft zich omringd met jaknikkers. De checks and balances die presidenten als Richard Nixon, Ronald Reagan en George W. Bush enigszins binnen de lijntjes deden kleuren, zijn er niet meer.

De Russische drones die deze week boven Pools grondgebied werden neergeschoten zijn geen toeval. Het was ook niet per ongeluk. Poetin provoceert, wetende dat niemand een kernwapenoorlog zal riskeren. Hij gaat telkens na hoe ver hij té ver kan gaan. In 2014, bij de inname van de Krim, was dat nog héél ver. In 2022, bij de inval in Oekraïne, was dat iets minder ver, al bleef de reactie uit het Westen beperkt, kwam die rijkelijk laat en was ze voorwaardelijk. Nu, met die drones in Polen, weet Poetin dat de NAVO is wakker geschoten. Even kietelen, moet hij gedacht hebben. O ja, ze zijn toch nog alert. Terug over naar de orde van de dag in Oekraïne.

Poetin weet wat hij wil op lange termijn, Trump weet niet eens wat hij morgen wil, tenzij dan gaan golfen en vrouwen bij de pussy grabben. Ik zou nooit in het Rusland van Poetin willen leven. Maar ik zou ook niet in de Verenigde Staten van Trump willen verblijven. Als je in Rusland woont, ben je niet vrij. Als je in de VS woont, evenmin. De moord op een extreemrechtse haatzaaier – een laakbare daad, laat dat duidelijk zijn – leidt er tot een ware heksenjacht op al wie zich niet conformeert aan het heersende extreemrechtse gedachtengoed. Onder aanvoering van de democratisch verkozen president wordt het wezen van de democratie zelf aangetast. Er vallen nog geen opposanten uit vensterramen, maar er rijden al wel tanks door de straten van de steden.

Vladimir Vladimirovitsj & Donald John. Het is geen geruststellend duo. De eerste heeft expansieve ideeën, die mogelijk nog verder gaan dan het herenigen van de Sovjetlanden van weleer. Wil hij Lebensraum naar het Westen, zoals Hitler dat destijds in het Oosten zocht? Het probleem met Trump is dat je niet weet wat hij nu precies wil. Het is geopolitiek volgens de waan van de dag. Dat maakt hem potentieel gevaarlijker dan Poetin, die nu eens zijn vriend en dan weer zijn vijand is, en vice versa.

En hier zitten wij dan, in West-Europa, in onze landen die steeds meer op forten beginnen te gelijken, in groeiende onzekerheid, hopend dat die Europese Unie eindelijk eens een vuist zou maken, zelf intern hopeloos verdeeld door de erosie van het maatschappelijke weefsel en met leiders die ‘oplossingen’ aanreiken die verdacht veel beginnen te lijken op wat illiberalen elders proberen op te dringen.

Weet je wat het is? Vroeger had je links en rechts, terminologieën die eigenlijk te simplistisch waren (hoe links was het communisme écht?), maar er was wel enige duidelijkheid; vandaag heb je alleen nog rechts en extreemrechts aan de macht. Voor een nieuwe wereldorde is het wachten op nieuwe, bevlogen leiders. Van Vladimir & Donald moeten we dat niet verwachten.