Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Zangeressen Top 20 (10 t/m 4)

Memories & mijmeringen, Muziek Posted on do, juli 30, 2020 22:44:59

U zult vergeefs wachten op Sheryl Crow, Nanci Griffith, Meredith Brooks, Joan Osborne of Norah Jones. Hoe invloedrijk Nico ook was op het debuut van The Velvet Underground, het spijt me, ze staat er niet in. Dionne Warwick, Rumer, The Ronettes, The Crystals, Candi Staton, Syd Straw, Carla Thomas, Nicole Willis, Betty Wright… love ‘em all, maar er is nu eenmaal die limiet: twintig. Sorry, Astrid Stockman (in 2030 sta je er ongetwijfeld in, na die derde platinum plaat). Nu nog even niet, want…

20. Joss Stone

19. Judy Garland

18. Marianne Faithfull

17. Alanis Morissette

16. Ella Fitzgerald

15. PJ Harvey

14. Lisa Gerrard

13. Chrissie Hynde

12. Diana Ross

11. Patti Smith

10. MAVIS STAPLES (°1939). Vader ‘Pops’ stichtte in de jaren 50 een familie-ensemble, met naast Mavis, de jongste van de bende, haar zus Cleotha en haar broer Pervis. Eind jaren 60 verliet Pervis de groep en kwam een andere zus, Yvonne, erbij. Ze zongen in lokale kerken en die aanstekelijke mix van gospel en soul zou ook de basis vormen van de platen van The Staple Singers op het legendarische Stax-label. For what it’s worth (een Buffalo Springfield-cover) was een eerder bescheiden hit in Amerika, opvolgers als Respect yourself, I’ll take you there, If you’re ready (Come go with me) en Let’s do it again haalden wel vlotjes de top. Mavis was intussen ook solo actief. Haar gelijknamige debuutplaat werd in 1969 gereleased. Het einde van Stax Records en de dominantie van de disco kelderden haar carrière, zodanig dat ze in de jaren 80 helemaal aan de grond zat. Een helpende hand werd aangereikt door niemand minder dan Prince, een grote fan van Mavis Staples, die haar twee platen liet opnemen bij Paisley Park Records. Vorig jaar stond ze nog, op de vooravond van haar tachtigste verjaardag, op het podium van het Openluchttheater in het Rivierenhof van Deurne. Een vocale wervelwind.

9. AMY WINEHOUSE (1983-2011). Sinds de zomer van 2011 is ze lid van de ‘Club van 27’. Weg op een hoogte- en dieptepunt tegelijk. Terwijl je je afvraagt hoeveel moois er nog voor en van haar in het verschiet lag, besef je: zelfdestructie zou haar altijd hebben neergehaald. Drank, drugs en een fout vriendje, niet noodzakelijk steeds in die volgorde. Wat overblijft is Frank, behalve de welluidende titel een jazzachtig album waarop een groot talent nog een beetje op zoek is naar de juiste songs en de juiste toon. En dan was er dat wonderbaarlijke Back to black uit 2006. Soul meets jazz meets blues meets meidengroepen uit de jaren 60. Met daarbovenop een laag cynische, miserabele teksten over een turbulent leven. Authentieker wordt het niet. Het bedeesde meisje was nu een jonge vrouw die tegen haar zin in het spotlicht stond. Dat leverde kleine, briljante optredens op, hoe onwennig ze ook op het podium bougeerde. (Kijk en luister bijvoorbeeld naar Amy Winehouse at the BBC.) Maar ook: afschuwelijk slechte sets, omdat ze ladderzat heen en weer draafde. Vergeet het mediafenomeen Amy Winehouse, herinner haar als een onwaarschijnlijk getalenteerde zangeres die echt wel past in het rijtje van de allergrootsten.

8. EMMYLOU HARRIS (°1947). From Birmingham, Alabama, we bring you: een country-, folk- en rockzangeres, die de genres oversteeg met haar fluwelen stemgeluid. In de jaren 70 liet ze zich nog leiden door haar platenfirma: dat leverde prima songs op, die u kunt (her)ontdekken op de uitstekende verzamelbox Portraits uit 1996. Maar ze moest ook flauwiteiten als (C’est la vie) You never can tell en Mister Sandman zingen. De stem bleef uniek, het materiaal was ongelijk. Tot ze in 1995 een sprong in het duister waagde, door te gaan samenwerken met de eigenzinnige producer Daniel Lanois. Resultaat was Wrecking ball, een cd waarop ze zichzelf heruitvond met songs van anderen (Lanois, Young, Dylan, Hendrix). Wat Broken English voor Marianne Faithfull was, was Wrecking ball voor Emmylou Harris. Een artistieke heropstanding. Ook haar latere werk getuigt van veel durf. Negen jaar geleden trad ze op in het Brugse Concertgebouw, een zaal met een fantastische akoestiek. Dat loonde. “Een engel met gebroken vleugels”, zo schreef De Morgen toen. Zo was het maar net.

7. JANIS JOPLIN (1943-1970). Als er op de bijeenkomsten van de ‘Club of 27’ — waar ze geen rekening hoeven te houden met social distancing — een schelle stem weerklinkt, is zij het. Janis uit Port Arthur, Texas. Een outcast die van alles probeerde en niets kon volhouden. Die in 1966 werd toegevoegd aan de band Big Brother and the Holding Company, en daar al snel de leiding nam, met dat rauwe, door merg en been snijdende geluid dat ze produceerde. Die niet kon zingen, maar veel meer deed dan dat. Die de blues niet zong, maar wás. Die een van de absolute sterren was op Woodstock, in 1969, het festival der festivals. Die vervolgens haar eigen Kozmic Blues Band en The Full Tilt Boogie Band oprichtte. Die haar grootste succes postuum beleefde, met de single Me and Bobby McGee, opgenomen enkele dagen voor haar dood — een overdosis heroïne, of wat dacht u? Die, hoe kan het anders in de soms overdreven clichématige wereld van de rock, gevonden werd in een eenzame hotelkamer. Die, zoveel jaren later, tot in het diepst van uw ziel weet door te dringen. Die Janis was en blijft briljant.

6. ÉDITH PIAF (1915-1963). Ik geef toe, dit is een zeer Angelsaksische lijst, die ik nu even onderbreek voor ‘la Môme’ (de kleine mus) uit Parijs. Als dochter van een acrobaat en een vrouw die in donkere kroegen zong om te kunnen overleven, zag ze haar ouders nauwelijks; ze werd opgevoed door een grootmoeder, die een bordeel uitbaatte. Op haar vijftiende ging ze op straat zingen, twee jaar later werd ze moeder van een dochter die als peuter overleed aan hersenvliesontsteking. Ongeloofwaardig mais vrai. Haar publieke doorbraak viel ongeveer samen met het begin van de Tweede Wereldoorlog, alweer een tegenslag. Natuurlijk moest ongeluk in de liefde hier nog eens bovenop komen. En dan toch… is er dat unieke oeuvre: Mon légionnaire, La vie en rose, Les trois cloches, Hymne à l’amour, Padam… Padam…, La foule, Milord, Non, je ne regrette rien, À quoi ça sert l’amour. Kleine vrouw, grote zangeres, die blijft ontroeren.

5. DUSTY SPRINGFIELD (1939-1999). Hoe kan een witte vrouw zó zwart klinken? Het leverde haar de bijnaam ‘The Queen of White Soul’ op. Vormde in de prille jaren 60 samen met haar broer Dion en een vriend het trio The Springfields, tot ze in 1963 solo ging. En hoe. I only want to be with you was meteen een top 5-hit in het Verenigd Koninkrijk. De ene hit volgde nu op de andere: Wishin’ and hopin’, I just don’t know what to do with myself, You don’t have to say you love me en, vanzelfsprekend, Son of a preacher man, dat op het album Dusty in Memphis stond. Haar reputatie was op dat moment, 1969, zo ijzersterk, dat haar familienaam niet eens op de voorkant van de hoes hoefde te staan. Springfield was hot in de hele wereld, maar het hoogtepunt was ook een soort eindpunt. Pas in 1987 kwam ze opnieuw boven water met een gastrol op de Pet Shop Boys-single What have I done to deserve this?. Niet toevallig dat het olijke homoseksuele duo de dan achtenveertigjarige zangeres had uitgenodigd: hoewel ze het nooit openlijk heeft toegegeven, was Dusty Springfield waarschijnlijk lesbisch en zeker minstens biseksueel, een nadeel in de puriteinse jaren van de muziekbusiness. Heel even leek ze dankzij de Pet Shop Boys een comeback te beleven. Borstkanker en haar vroegtijdige dood, op haar negenenvijftigste, beslisten er anders over. Weetje voor overjaarse teenyboppers: in 1964 was ze de allereerste gaste in Top of the Pops en in 1970 was ze de allereerste playbackende artieste in AVRO’s TopPop.

4. JONI MITCHELL (°1943). En zeggen dat het een lang verborgen gebleven gebeurtenis uit haar leven was, die deze Canadese singersongwriter stuwde tot hoge hoogten — en niet alleen door die verleidelijke hoge stem. In februari 1965 beviel Joni Mitchell van een dochter, maar omdat ze niet in staat was om voor het kind te zorgen, stond ze het af voor adoptie. Dat onvermogen om voor haar eigen kind te zorgen werd de inspiratiebron om songs te schrijven. En wat voor songs! Ze raakte bevriend met David Crosby en verliefd op Graham Nash, waarmee ze ging samenwonen in Laurel Canyon, een vruchtbare bodem voor allerlei creatieve lieden net buiten Los Angeles. Both sides now, uit 1966, was een vroege proeve van haar kunnen. In Big yellow taxi bezong ze als een van de eersten de milieuproblematiek. Blue (1971) is zonder meer een van de mooiste platen uit de muziekgeschiedenis, al stonden er geen hits op. Zelfs op haar eigenzinnige uitstapjes naar de jazzrock uit de tweede helft van de jaren 70 staan weinig miskleunen. Naarmate ze ouder werd, geraakte de muziek op de achtergrond en ging ze zich toeleggen op haar andere passies: fotografie, poëzie en schilderkunst. Mocht u willen weten hoe een engel klinkt, één adres: eender welke plaat van Joni Mitchell.

Morgen: 3-2-1.



Zangeressen Top 20 (20 t/m 11)

Memories & mijmeringen, Muziek Posted on do, juli 30, 2020 11:56:48

Madonna? Staat er niet in. Linda Ronstadt. Niet te traceren (behalve in deze korte inleiding). Tina Turner? Nope. Carole King, Blondie, Roberta Flack, Joan As Police Woman, KT Tunstall? Neen, neen, neen, neen, en nog eens neen. Omdat een top 20 een beperking heeft: meer dan twintig is reglementair niet toegestaan. Een bubbel is een bubbel!

U zult ongetwijfeld vinden dat er nog andere namen ontbreken in deze lijst van zangeressen. Dat is uw goed recht. Ik doe niet aan ‘cancel culture’, dit is gewoon mijn persoonlijke voorkeur, die er volgende week, volgende maand of volgend jaar misschien lichtelijk anders kan uitzien. Maar vandaag, eind juli, begin augustus van het coronajaar 2020, gaat mijn voorkeur uit naar onderstaande twintig. ’t Is te zeggen: onderstaande tien, want nummer 10 tot en met 4 volgen morgen pas, en nummer 3 tot en met 1 overmorgen. Geduld is een schone deugd.

20. JOSS STONE (°1987). Vergeet haar ‘latere’ werk, al klinkt ‘later’ wel heel vreemd voor een vrouw van nog altijd maar drieëndertig. De eerste drie cd’s moet je in huis halen. Bij haar debuut, The Soul Sessions, in 2003 was ze amper zestien. Een blootvoetse, vroegrijpe, sensuele, uitdagend kijkende souldiva die klonk alsof ze gelouterd was door het leven, met tig opgeblazen relaties, veel drugs en drank, en ontelbare sloffen sigaretten achter de kiezen. Stone klonk als een Franklin op rijpere leeftijd. Onvoorstelbaar. Die stem heeft ze nog altijd, zij het ondertussen nog net iets volwassener, alleen is de muziek me nu veel te glad, net als haar ‘Is everybody happy?’-liveshows. The Soul Sessions, dat was rauwe soul, die je terugvoerde naar de jaren 60, Stax, Motown, Atlantic. Heerlijke tijden. Heerlijke zwarte soulstem van een wit meisje.

19. JUDY GARLAND (1922-1969). Triester worden mensenlevens niet, zoals dat van deze uitgeleefde actrice en zangeres, aanvankelijk in die volgorde, later omgekeerd. Kreeg als toekomstig kindsterretje een wurgcontract bij MGM. Voor haar rol als Dorothy Gale in het in alle opzichten fantastische The Wizard of Oz ontving ze een Oscar; de prijs die ze voor dat succes betaalde, was immens. De studio zette haar onder druk om te presteren, ze raakte verslaafd aan amfetaminen en barbituraten, en bleef dat de rest van haar korte, nauwelijks zevenveertig jaar omvattende leven. Haar Somewhere over the Rainbow (uit The Wizard) is heel mooi, maar het is de volwassen Garland die de luisteraars naar de strot grijpt met haar doorleefde performances. A star is born (en werd daarna helaas geleefd).

18. MARIANNE FAITHFULL (°1946). In de boulevardpers weleens omschreven als ‘het ex-lief van Mick Jagger’, alsof ze geen zelfstandige persoon was en is. Jagger & Richards schonken haar wel haar eerste hitje, As tears go by. Het grootste deel van de jaren 70 gingen op in een roes: haar drugsverslaving zorgde er zelfs een tijdje voor dat ze op straat leefde. Tot ze aan het eind van dat wazige decennium Broken English afleverde, een dijk van een plaat. Haar stem leek definitief naar de filistijnen, maar net die doorrookte, hese, diepe klanken maakten haar tot de zangeres die ze is gebleven. Uitstekende vertolkster van het oeuvre van Brecht & Weil, en op Strange weather (1987) ook van Waits, Dylan en Doc Pomus & Dr. John. Ook live zeer te pruimen. Zo zie je maar, zelfs op de Boulevard of broken dreams wordt intens gemusiceerd.

17. ALANIS MORISSETTE (°1974). Ten onrechte vastgepind op die ene, geweldige cd Jagged little pill uit 1995. In haar moederland Canada was ze een kindsterretje, dankzij haar bijdrage tot het tv-programma You can’t do that on television. Haar eerste twee cd’s deden het behoorlijk in Canada, maar that was it. Madonna reikte haar een helpende hand, gaf haar een platencontract bij Maverick, en de rest is, euh, geschiedenis. Jagged little pill (met maar liefst zes hitsingles, onder meer You oughta know, All I really want en Ironic) groeide uit tot de bestseller van de nineties, wereldwijd goed voor meer dan dertig miljoen exemplaren. Opvolger Supposed former infatuation junkie was zo mogelijk nóg persoonlijker, maar de verkoop viel terug op een kwart van de voorganger (zeven miljoen is niet min, I know!). Ze sloot de jaren 90 af met een Unplugged-plaat uit de MTV-reeks. Haar latere werk is minder consistent, maar nooit belabberd, en So-called chaos, uit 2004, werd opnieuw een nummer 1-cd.

16. ELLA FITZGERALD (1917-1996). Grande dame van de jazz. Haar bijnaam, ‘The First Lady of Song’, is niet toevallig gekozen. Ze had een bereik van vier octaven, die er samen met een zeer duidelijke uitspraak voor zorgden dat ze niet alleen goed klonk, maar ook perfect verstaanbaar was. Fitzgerald was in armoedige omstandigheden opgegroeid. Ze werd gelukkig ontdekt tijdens een talentenjacht in het beroemde Apollo Theater in Harlem, New York. Heel even had ze een eigen bigband, maar omdat ze zich daarvoor nog te jong voelde, begon ze vanaf de jaren 40 te toeren met Dizzy Gillespie en Duke Ellington. Toch duurde het nog tot halfweg de jaren 50 voor ze commercieel werd opgepikt. Ze was dan al bijna veertig. Diabetes resulteerde nauwelijks anderhalf decennium later in blindheid: de stem bleef wat ze was, maar haar bewegingsvrijheid was weg. Om het met France Gall te zeggen: Ella, elle l’a(vait)!

15. PJ HARVEY (°1969). Polly Jean uit Bridport in Dorset, UK. Haar ouders leerden haar blues, jazz en complexe rockmuziek appreciëren. Als instrument koos ze de saxofoon. Ze studeerde beeldhouwkunst in Londen. Voeg al die invloeden samen en je krijgt een rijke mengelmoes, die Harvey vanaf 1992 op de wereld losliet. Rid of me was een eerste klets om de oren van ingedommelde muziekfans. Door topless te poseren op de cover van NME schudde ze ook het imago van feministe van zich af: ze wilde niet als een boegbeeld van de beweging gezien worden. Opvolger To bring you my love uit 1995 introduceerde haar bij meer dan een miljoen platenkopers. Down by the water werd een soort hymne voor alternatieve muziekliefhebbers. Het in hetzelfde jaar verschenen Jagged little pill was dan wel een veel eclatanter verkoopsucces, To bring you my love stond wel hoger in de eindejaarslijstjes van recensenten. Is this desire?, de opvolger, was experimenteler, ze noemde het zelf haar lievelingsalbum. En ook Stories from the city, stories from the sea (2001) charmeerde. Ze werd door het Ierse magazine Hot Press ooit omschreven als de vrouw die de meest erotische en sterke liefdesliedjes heeft geschreven. Wie ben ik om dat tegen te spreken?

14. LISA GERRARD (°1961). Een diepe contra-alt en teksten in een zelfbedachte taal, ziedaar de grootste troeven van deze Australische zangeres en componiste. Samen met haar toenmalige vriend Brendan Perry creëerde ze het unieke geluid van Dead Can Dance, een band die in geen enkele vakje kan geklasseerd worden, tenzij dan bij de K van Kwaliteit. Dat resulteerde in eerst acht en vele jaren na de liefdes- en professionele breuk nog eens drie platen. De ijle stem van Gerrard werd opgepikt door filmstudio’s. Ze schreef, samen met Pieter Bourke, de soundtrack van Michael Manns The insider, won een Oscar voor haar filmmuziek van Gladiator, en kreeg ook positieve kritieken voor de muziek van de biopic Ali. Als ik Lisa Gerrard hoor, zie ik weidse vlakten voor mij, een horizon die veraf ligt, een lucht die hemelsblauw is. Ik proef ruimte.

13. CHRISSIE HYNDE (°1951). ‘Ne zanger is ne groep’, wist Wannes Van de Velde al, maar omgekeerd kan ook: een groep is een zangeres. Dat geldt zeker voor deze Amerikaanse die doorbrak met een Britse band: The Pretenders. Bekijk de foto’s van de groepsleden jaar na jaar in de eerste helft van de jaren 80 en je ziet telkens nieuwe gezichten opdoemen. De drugs eisten hun tol (en mensenlevens). Hynde overleefde ze allemaal. De eerste drie platen van The Pretenders móeten in uw platenkast staan: niet alleen zijn het coherente, op dat moment — net na het punkgeweld, in volle platte pop- en disco-periode, in de duistere jaren 80 van Reagan en Thatcher — uit de band springende lp’s, er staat ook nauwelijks een zwakke track op en de dame en heren schudden bovendien perfecte singles uit hun mouwen. Mijn persoonlijke favoriet is de derde, Learning to crawl, die meer weg heeft van een ‘Best of’ dan van een gewone plaat. Alle tien tracks zijn geweldig. Daarna ging het helaas bergaf en werd het lichtjes alternatieve pad verlaten voor eerder voorspelbare, mainstream pop. Al bleef de stem van Chrissie Hynde wel intact.

12. DIANA ROSS (°1944). Ah, Motown, die heerlijke zwarte muziek die van de band rolde in ‘Motor Town’ Detroit. Soul. Met als een van de boegbeeldgroepen The Supremes, later herdoopt tot Diana Ross & the Supremes, vanwege de dominante rol van deze in Detroit geboren zangeres. Where did our love go, Baby love, Stop! In the name of love, You can’t hurry love, Love child, en dan vergeet ik nog een paar handvollen klassiekers. Waarna Ross solo ging, eerst als actrice (ze speelde Billie Holiday in Lady sings the blues, en Dorothy Gale in The Wiz, een remake van The Wizard of Oz, met alleen maar zwarte acteurs), daarna met een apart discogeluid, waarin die unieke stem nog altijd kon uitblinken. Luister gerust naar Upside down, My old piano en I’m coming out en probeer stil te blijven zitten. Helaas, driewerf helaas: van dan af liet ze zich overhalen om zeemzoete ballads, liefst in duetvorm, de wijde wereld in te zingen. Detroit lag steeds verder weg.

11. PATTI SMITH (°1946). De hogepriesteres van de punkrock, ‘The Godmother of Punk’, al is het een beetje oneerbiedig om haar in een hokje te stoppen. Smith wist haar twee liefdes, songs en gedichten schrijven, perfect samen te brengen. Nochtans was ze voor iets anders in de wieg gelegd: haar ouders waren, godbetert, getuigen van Jehova. Pas toen ze aan de hand van fotograaf Robert Mapplethorpe — toen nog seksueel in vrouwen geïnteresseerd — de grote stad ontdekte, New York uiteraard, bloeide ze helemaal open. Ze was al zevenentwintig toen ze, eindelijk, haar eigen band vormde, de Patti Smith Group. Rijkelijk laat, een leeftijd waarop sommige iconen het tijdelijke met het eeuwige verwisselen. De vroege lp’s van Smith waren mokerslagen voor de jeugd die het doorgaans moest stellen met irritante, makkelijke pop. Het drieluik Horses, Easter en Wave (met tussendoor ook nog Radio Ethiopia) blies je omver. Daarna wijdde ze zich aan het huwelijksleven, om pas in 1988, na negen jaar radiostilte, weer uit te pakken met een dijk van een plaat, Dream of life, waarop de single People have the power stond. De voorbije jaren stond ze geregeld op een Belgisch podium. Wie erbij was, weet: Patti Smith staat er nog altijd.

Morgen: 10 t/m 4.