Vier miljoen driehonderdvijftienduizend honderdzevenennegentig euro (4.315.197). Zoveel heeft de vierde editie van Rode Neuzen Dag opgebracht, verneem ik via de pers. Daarmee zullen vierhonderd drieëntwintigduizend driehonderdvijfendertig jongeren ‘sterker worden gemaakt’ (423.335). De boekhouder in mij rekent dan even snel uit dat dit neerkomt op 10,2 euro per kwetsbare jongere. Met de opbrengst van vorig jaar en gesteld dat het om evenveel jongeren zou gaan, was dat slechts 10,1 euro geweest — zo, nu mag de boekhouder weer een tijdje op stal. Mooi. Ik heb niet gekeken — ik hou niet van die bestudeerde mix van ongedwongen vrolijkheid en mensen tot tranen toe beroeren met door een streepje dramatische muziek ondersteunde emo-reportages, net voldoende opdat ze tussen die tranen nog even met een eenvoudige handeling een sommetje kunnen overmaken —, maar ik heb wel respect voor de actie. Goed gedaan, dus.

Totaal geen respect heb ik voor de Vlaamse ministers die opdraafden en die daar vooraf op sociale media vrolijk over deden, rode pakjes, rode stropdassen en rode neuzen incluis. Wij zijn solidair, zo wilden ze uitstralen. Wij willen dat we als goede mensen worden gepercipieerd, begreep ik eruit. En dat ‘de mensen’ even vergeten dat wij hen vergeten in ons beleid. De Vlaamse regering bestaat uit goede mensen, mensen. Die boodschap. Ook tijdens De Warmste Week draven ministers, partijvoorzitters en allerhande eerste-, tweede-, derde- en vierderangspolitici op om een bescheiden gift te doen, maar vooral: om gezien te worden. Ik, mens. Zie mij, hoe goed ik wel niet ben. Modelburger.

Van beleidsmakers verwacht ik dat ze dat zelfstandig naamwoord eer aan doen en dat ze beleid maken. Niet dat ze zich vrolijk maken, of dat ze een cheque overhandigen voor het goede doel, een bedrag dat — laten we wel wezen — van ons, belastingbetalers, afkomstig is. Ze spelen dus sinterklaas met onze centen. Zo kan ik het ook. En u.

Het gênante is dat deze en vorige regeringen, of ze nu federaal of regionaal waren of zijn, weinig hebben gedaan om de problematiek die centraal staat op Rode Neuzen Dag aan te pakken. Ze reikten niet alleen geen oplossingen aan, ze kwamen niet eens af met ideeën die tot die oplossingen zouden kunnen reiken. Een rode neus opzetten is makkelijker dan te proberen die Rode Neuzen Dag geheel of gedeeltelijk overbodig te maken. Het eerste is schijnempathie, het tweede echte. Het eerste komt er alleen op neer dat je je agenda één avond moet vrijmaken en lachen voor de camera, het tweede heet: regeren. Het eerste is grote sier maken met ons geld, het tweede is doen waarvoor wij hen betalen. Dat er überhaupt initiatieven als Rode Neuzen Dag nodig zijn, is net een gevolg van een gebrekkig beleid. Daar dan vrolijk aan meedoen, komt neer op een bekentenis van onmacht, onwil of onkunde, of een combinatie van die drie.

Het is o zo makkelijk om met een groepje ministers de populaire kerel of meid uit te hangen. De show wordt live uitgezonden op VTM, gegarandeerd een miljoen kijkers die je plots iets sympathieker vinden dan een paar uur voordien. Of het nu gaat om aandacht vragen voor tieners met psychische problemen, het mentaal welzijn op scholen of het weerbaarder maken van jongeren, het zijn thema’s die niet gecontesteerd worden. Bijna iedereen leeft mee, en wie niet meeleeft, leeft niet tegen. We kennen allemaal wel in onze (ruime) omgeving iemand die ermee te maken heeft en we vinden dat, terecht, heel erg. Betere goede doelen zijn er haast niet. Doneren maar!

Stel u even voor dat diezelfde groep ministers zou uitgenodigd worden op een Gala van de Vluchteling, of zelfs een Gala van de Dakloze, zouden ze dan ook gezamenlijk opdraven en daar vooraf foto’s van verspreiden op Twitter, Instagram en Facebook? Zou er, buiten eventueel de bevoegde minister, één iemand uit de regeringen aanwezig zijn op zo’n evenement voor mensen die het óók zeer moeilijk vinden, maar waarvan een groeiend aantal Vlamingen denkt: ach, wat heeft dit met mij of met ons te maken? Of zouden ze, opportunistisch als ze steeds vaker zijn, wegblijven, wetende dat dit geen stemmen oplevert. Eigen probleemmensen eerst.

Ik vind dat de Vlaamse ministers die rode neus nu maar moeten laten opstaan, tot er beweging in de goeie richting is op de wachtlijsten in de zorg en andere problemen die wel degelijk tot hun bevoegdheid behoren en waar nu geen schot in komt. Anders blijft dit ontwijkgedrag, schuldig verzuim.