(Deze bijdrage verscheen maandag onder de titel ‘Futloze landskampioen moet zich herpakken’ in de rubriek ‘De bankzitter’ in De Standaard).

Twee nederlagen op rij tegen op papier haalbare tegenstanders: KRC Genk begon teleurstellend aan het nieuwe seizoen. Met 2 op 9 mag de start van Anderlecht zelfs nog zwakker genoemd worden. Het project-Kompany heeft tijd nodig of is totaal onrealistisch (schrappen wat niet past).

Na de titel in 1999 werd KRC Genk het seizoen daarop slechts achtste. De geschiedenis herhaalde zich na het kampioenschap in 2002: zesde. En ook na de derde kampioenenviering, in 2011, werd een jaar daarop ternauwernood Play-off 1 gehaald en daarna nog wel een derde plek.

Zou de club er na zijn vierde landstitel wel in slagen wat na de vorige drie titels niet lukte: de continuïteit verzekeren? In de Genkse bestuurskamer waren ze ervan overtuigd dat ze geleerd hadden uit het verleden. In de loop van vorig seizoen werd op de transfermarkt al geanticipeerd op vertrekkers in de zomer en de afgelopen maanden werden op papier stevige transfers gerealiseerd, met de nadruk op jong talent en het realiseren van een flinke meerwaarde in toekomstige transferperiodes. Maar vooralsnog lijkt het vertrek van Leandro Trossard en Roeslan Malinovski niet opgevangen. Het contrast met het swingende Genk onder Philippe Clement is groot.

Futloos

Na de pijnlijke nederlaag in Mechelen – pijnlijk vooral omdat het elftal een futloze indruk maakte – werd die negatieve lijn gewoon doorgetrokken tegen Zulte Waregem, dat na twee speeldagen nul punten telde en nog niet had gescoord. Zaterdag verraste het elftal van Francky Dury met scherpe counters en meer dan degelijk veldspel. Een vroeg doelpunt van Henrik Bjørdal zette de toon, Saido Berahino duwde de thuisploeg op het eind nog wat dieper in de miserie. De zesentwintigjarige Burundees – die in alle jeugdcategorieën voor Engeland uitkwam – kreeg aan de Gaverbeek een reddingsboei toegeworpen, na enkele woelige seizoenen waarin hij vooral de Engelse tabloids haalde met zijn baldadig gedrag naast het veld.

Van de elf starters bij Genk maakten er acht vorig jaar al deel uit van het basiselftal in Play-off 1. Ianis Hagi vervangt Malinovski, Paintsil (die vorig seizoen al in de kern zat) Trossard en Gaëtan Coucke moet de geblesseerde doelman Vukovic een half jaar doen vergeten. Het grootste verschil zit ‘m op de bank. Felice Mazzu, die underdog Sporting Charleroi zes seizoenen boven zichzelf deed uitstijgen, kiest voor een ander tactisch concept dan zijn voorganger. Voorzichtiger, meer vanuit defensieve zekerheid vertrekkend, maar de jongste speeldagen vooral: saaier, zonder inspiratie, kans(en)loos. En futloos. Exponent hiervan is Sander Berge. De Noor lijkt met zijn hoofd in andere oorden te vertoeven en speelt veel te afwachtend. De vleugelbacks Maehle en Uronen blijven hangen en zijn minder dreigend dan onder Clement. Tactische opdrachten? Topschutter Aly Samatta scoorde nog niet. De Japanner Junya Ito verslikt zich in zijn dribbels.

Twee keer op een rij verliezen is vervelend, de manier waarop stemt nog veel meer tot nadenken. Genk moet zich herpakken.

Moeilijk uitvoerbaar concept

Processie van Echternach. Een jaarlijkse optocht in de gelijknamige Luxemburgse stad die op de dinsdag na Pinksteren wordt gehouden en waarbij de deelnemers aan elkaar vastgemaakt zijn met witte zakdoeken en afwisselend op hun linker- en rechtervoet naar voren springen. Het is vooral de oorspronkelijke processie, die in 1947 werd bijgestuurd, die in het collectieve geheugen blijft hangen: drie stappen naar voren, twee terug. In de perceptie gaat de processie zelfs achterwaarts, zo wordt het alleszins vaak gehanteerd als metafoor.

Vraag is of het voetbal van het nieuwe Anderlecht, zeg maar: ‘het project-Kompany’, kleine stapjes in de goede richting zet. Na drie speeldagen heeft de speler-manager al tweeëntwintig spelers uitgeprobeerd. Voor de derde keer op rij stonden er rechts en links andere backs. Samir Nasri kwam voor het eerst aan de aftrap, Yari Verschaeren werd opgeofferd. De 17-jarige maakte als invaller in twaalf minuten meer indruk dan Nasri en Vlap samen.

Tactisch berust het concept van Vincent Kompany op de patronen die Pep Guardiola er bij Barcelona, Bayern München en Manchester City insleep. Backs die naar binnen sluipen om een overtal op het middenveld te creëren. Vleugelaanvallers die de actie maken. Iedereen altijd in beweging. Nadruk op balbezit. Vaak onnavolgbaar voetbal dat tegenstanders voor grote problemen stelt, op voorwaarde dat je net als Guardiola over uitermate getalenteerde voetballers beschikt, die spelinzicht koppelen aan een flinke dosis creativiteit, tactische discipline en een helder hoofd. Kortom, toppers. Die heeft Anderlecht (nog) niet. Best mogelijk dat de jonkies over vijf jaar gegeerd zijn bij topclubs in de beste Europese competities, maar nu is dat nog niet het geval. Hen belasten met een moeilijk uitvoerbaar tactisch concept is veel gevraagd.

Steriel stapelvoetbal

Vrijdag werd er twintig minuten zwierig gevoetbald, zonder al te veel doelgevaar te creëren. Tel de goede momenten van drie wedstrijden samen en je komt aan een uur degelijk tot goed voetbal op vier en een half uur voetbal. Dat is te weinig. Zeker tegen tegenstanders als KV Oostende, Moeskroen en KV Mechelen. Zelfs tegen tien Mechelaars bleef paars-wit na de rust steriel stapelvoetbal produceren. Handbal met de voet. Balletje rondtikken en wachten op een opening die er niet kwam. Alleen in het slot van de wedstrijd, met een échte spits, waren er drie dotten van kansen.

Binnenkort komt het vierluik Genk-Standard-Antwerp-Club Brugge eraan. Dat wordt andere koek. De nood aan een controlerende middenvelder en een diepe spits blijft groot. Recente aanwinst Nacer Chadli beantwoordt aan geen van beide profielen, hij moet ervaring brengen op de vleugel. Volgens Michael Verschueren is het huiswerk nochtans ‘ongeveer klaar’.

Ondertussen vochten de vorige en de huidige voorzitter een ordinaire ruzie uit op het publieke forum: het draagt niet bij tot de feestvreugde en het algemeen respect voor het instituut Anderlecht. Mogelijk komt het allemaal goed, moet iedereen – ook de journalistieke waarnemers – meer geduld oefenen en spreken we over een paar maanden van Kompanyesk totaalvoetbal. Het kan, maar het lijkt niet waarschijnlijk. Voorlopig lijkt het meer de processie van Anderlechternach.