Toen ik een pak jonger en onvervaarder was,
was ik heel rechtlijnig. Goed is goed en fout is fout. Twintigers hebben nu
eenmaal meer waarheid in pacht dan vijftigers. Denken ze. (Ten onrechte.) Ik
was bestuurder bij een linkse vrije radio, zo eentje zonder centen, die
blijkbaar nog meer ergernis wekte dan zo’n rotcommercieel station met Hollands
wauwelende dj’s. Lang verhaal kort: inval van de rijkswacht, zendmateriaal in
beslag genomen, geen fondsen om opnieuw op te starten, te kritisch voor partij
en vakbond om genoeg sympathie op te wekken. Veel vergaderd, nooit meer herbegonnen.
Omdat die eerste vergaderingen zeer chaotisch verliepen, werd na heel veel
tijdverlies beslist dat er niet alleen met een agenda zou worden gewerkt, maar
dat discussies ook moesten worden voorbereid en dat alle deelnemers vooraf over
uitgewerkte voorstellen moesten beschikken. Ik was daar nogal rigide in, kan je
zeggen. Geen voorstel aan de collega’s bezorgd? Geen bespreking van dat agendapunt!
Waarna er ruzie van kwam en de vergadering nog langer duurde als al die vorige
samen. Maar ik vond dat wel consequent: het is niet meer dan correct en
hoffelijk dat je de dingen voorbereidt en anderen de kans geeft om kennis te
nemen met ideeën om er vooraf al over na te denken. Zo krijg je goed
gestoffeerde debatten.

Ik moest weer aan die jongere versie van
mezelf denken bij de nu al weken durende discussie rond het VN-Migratiepact,
officieel: Global Compact for Safe,
Orderly and Regular Migration
. Moet over tien dagen ondertekend worden in
de Marokkaanse stad Marrakech (of Marrakesh, want de schrijfwijze durft weleens
te verschillen van krant tot krant). Wat N-VA bij monde van Theo Francken en Peter
De Roover doet, lijkt verdacht veel op die vervelende etters die vijfendertig
jaar geleden voorbereide meetings verstoorden met hun gedacht van het moment.
Ik vond dat toen niet kunnen en nu evenmin. Twee jaar lang is er over de tekst
gesoebat, nooit is er fundamentele kritiek naar buiten gekomen, tot de vervelende
uitslagen van de verkiezingen van 14 oktober bekend waren en er enkele Europese
regeringen — anders samengesteld dan twee jaar geleden — dwars gingen liggen.
Dat heet opportunisme. Of: populisme. En ook wel lafheid.

Nu mogen er dus zes experts, aangesteld door
de in het parlement vertegenwoordigde partijen, hun zegje doen. Alsof die op
één lijn zullen zitten. En alsof dit iets zal veranderen aan de oorspronkelijke
doelstelling van het pact: wereldwijd proberen principes over migratie af te
spreken. Een bijzonder nobel idee, zonder meer, al kan je je afvragen waarom
dat pact al meteen niet-bindend wordt genoemd. (Stel je een keukengesprek ten
huize van een zeer jonge Frank Van Laeken voor. “Jongen, we verwachten dat
je volgende keer negen op tien haalt voor Nederlands!” “Ja maar, het
is…” “Tut tut, negen op tien. Maar allee, deze afspraak is niet bindend hé.”) En natuurlijk had
een maatschappelijk of politiek debat interessant en zelfs noodzakelijk geweest,
maar wel twee jaar geleden, niet nu.

Ik denk: goed dat die Universele Verklaring
van de Rechten van de Mens al op 10 december 1948 werd ondertekend, kort na de
oorlog, toen de gutmenschen het voor het zeggen hadden en de schlechtmenschen
in het verliezende kamp (of in de cel) zaten, want in deze opportunistisch-populistische
tijden zou het niet waar geweest zijn. (Overigens: die bijeenkomst in
Marrakesh/kech begint dus exact zeventig jaar na de plechtige ondertekening van
het mensenrechtenverdrag, qua symboliek kan dat tellen. Als je dat pact weigert
te ondertekenen is die symboliek al even treffend, trouwens.)

Het huidige verzet is de politieke vorm van extreme
kinderachtigheid. Marracrèche.

***

Maandag mocht ik voor televisie een onderwerp
voorbereiden over de gele hesjes, naar aanleiding van een Vlaamse
Facebook-groep die elk uur meer leden aantrok: 9.000 bij het begin van de dag,
12.000 een paar uur later. Dat ging vlug. Al daagden er amper enkele tientallen
op bij een eerste actie in Genk. Roepen is makkelijker dan doen. Ik maakte me
lid van ‘Leg Vlaanderen Plat’ en zag de discussie veranderen van oprechte
boosheid over prijsstijgingen naar ranzige opmerkingen over migratie en
vluchtelingen. Gekaapt door extreemrechts. Vlaams Belang-voorzitter Tom Van
Grieken uitte zich in een snelsnel opgenomen filmpje als aanhanger van de gele
hesjes. Al was er ook recuperatie bij andere oppositiepartijen. De gele hesjes waren
opeens ook bruin, rood en groen.

Gisteren liep een betoging van — laten we wel wezen
— amper vijfhonderd mensen in Brussel nogal uit de hand. Een combinatie van extreemrechts
tuig en anarchisten die de kans zag om herrie te schoppen, ten koste van de
authentieke bekommernissen van vreedzame ‘gele hesjes’ die het zagen gebeuren
en niet konden verhinderen.

Ik geloof niet in de ‘gele hesjes’. Een
organisatie zonder structuur en een duidelijke visie, komt nergens. Gedoemd om
te falen, bij gebrek aan plan. Je kunt dan wel ‘J’en ai marre!’ roepen, je eindigt voor het grote publiek onherroepelijk
in Marre-à-hesjes.

***

Iets over Zwarte Piet in de aanloop naar 6
december? Sta me toe in herhaling te vallen. Dit schreef ik op 20 november 2016
op deze plek.

“Van mij moet
Zwarte Piet niet verdwijnen. Maar we moeten er wel over durven te praten. We
moeten het gesprek met de nieuwe Belgen durven aan te gaan. Dat Piet een
restant is van het koloniale, uitgesproken racistische denken wordt niet
ontkend. Dat Piet in de loop van de decennia werd bijgestuurd tot een eerder
onschuldig lijkend symbool is onmiskenbaar zo. Maar er worden blijkbaar
kinderen gepest op school, omdat ze bruin of zwart zijn. Klasgenootjes noemen
hen ‘Zwarte Piet’.

Iemand schreef
gisteren ergens: “Ja maar, dat is niet racistisch bedoeld!” Kan zijn,
maar het komt wel zo over. En de vraag bij racisme is in de eerste plaats niet
‘Is dat racistisch bedoeld?’ (want dan verzeilen we al snel in uitspraken als
‘Ik ben geen racist maar…’), maar ‘Wordt dit als racistisch gepercipieerd?’

Bij racisme moet je
niet uitgaan van de dader, maar van het slachtoffer. Hoe voelt hij of zij zich
bij de opmerkingen of daden? Hetzelfde geldt trouwens voor andere misdaden: we
moeten eerst naar het slachtoffer kijken. Meestal doen we dat ook. Behalve dus
bij racisme. Want dan verkrampen we en vinden we dat de ander zich maar moet
aanpassen aan onze onderlinge afspraken en gebruiken, inclusief aangebrande
moppen, het benadrukken van onze raciale superioriteit en oerwoudgeluiden.

Als we het over Zwarte
Piet willen hebben, zullen we dus de moed moeten opbrengen om de discussie los
te weken van blanke traditionalisten versus voornamelijk blanke
cultuurrelativisten, en gaan luisteren naar die groeiende groep met een andere
huidskleur. Hoe voelen zij zich bij dat Sinterklaasfeest? Hoe interpreteren zij
die Zwarte Pietmythe? Misschien vinden ze het écht wel niet erg en dan moeten
we niets doen. (…) Misschien vinden ze het wél erg en dan moeten we vooral
die traditie aanpassen. Maar eerst moeten we gaan luisteren.

Samenlevingen
evolueren, tradities ook. Ze krijgen een andere invulling of worden afgeschaft.
Dat gebeurt. Dat is niet erg. Daarmee haal je de bodem niet weg vanonder onze
samenleving. In Geraardsbergen drinken ze op de laatste zondag van februari een
glas wijn met een levend visje in. Ik vind dat een barbaarse traditie en de
visjes zullen er geen breed maatschappelijk debat over starten, dus blijft het
gewoon bestaan. Jaar na jaar. Als teken van feestvreugde en verbroedering. Wie
zijn dan de primitievelingen?”

***

Morgen is het Klimaatmars. Dag van de groene
hesjes. Bart Eeckhout, hoofdredacteur van de feestvierende De Morgen (vandaag precies veertig jaar jong), schreef er eergisteren
een prikkelend essay over. (Tegenwoordig heet zowat elke tekst die meer dan
duizend woorden telt ‘essay’, ‘analyse’ ware beter geweest.) Het ging over de decennialang
aangehouden alarmerende toon van Greenpeace & co, die volgens hem
contraproductief heeft gewerkt, waardoor het o zo belangrijke klimaatdebat
nooit écht gevoerd werd. Een standpunt, pardon: essay, waar je het mee eens of
oneens kunt zijn, sereen geformuleerd, het debat aanwakkerend. Goed zo. En
meteen ook een eyeopener, vind ik: Eeckhouts
generatie, die T-shirts droeg met opschriften als ‘This body is in danger’ en
‘No time to waste’, heeft ongetwijfeld te weinig gedaan rond de
klimaatproblematiek, terwijl klimaatnegationisten intussen vrolijk hun gang
konden gaan.

Bijna zestien jaar geleden, op 31 januari
2003, legde de paarsgroene regering-Verhofstadt I de kernuitstap vast in een
wet. Maar daar is dus niets van in huis gekomen, omdat de alternatieve
energiebronnen nooit een waardige kans hebben gekregen, en kom alstublieft niet
af met de subsidies voor de plaatsing van wat zonnepaneeltjes. De
kernenergielobby heeft gezegevierd.

Al die tijd hebben de meesten van ons
rondgelopen met een denkbeeldig T-shirt met het opschrift ‘A lot of time to
waste’ (met op de achterzijde ‘Après nous le déluge’). Trump, Bolsonaro en
andere narcistische idioten willen het klimaatdebat liefst zo snel mogelijk begraven,
als het kan nog dieper onder de grond dan het migratiepact.

Groene hesjes vind ik veel noodzakelijker dan
gele.

***

Schokkend nieuws van het NMBS-front: steeds
meer reizigers zijn ontevreden. Ik las de cijfers en was inderdaad geschokt:
dat 61 procent van de treingebruikers tevreden is, vind ik hemeltergend. Zo
véél nog? Zes op de tien pendelaars die de service aanvaardbaar of zelfs best
oké vinden, hebben die mensen alle tijd van de wereld, misschien? Dat 42
procent tevreden is over de stiptheid van de treinen, ook dat is zorgwekkend.
Voor die mensen, bedoel ik. Vier op de tien hebben er dus geen probleem mee dat
er elke dag vertragingen zijn, dat er treinen worden afgeschaft en dat de
treinen die wel rijden er tegen de avond uitzien als vieze stinkholen?

Voorwaar, de Belg is een brave mens. Pikt
zowat alles. Zal je zelden in een geel hesje zien rondlopen. Ligt niet wakker
van een paar graden meer of minder.