Om mijn
geheel en al uit gebeiteld marmer opgetrokken lichaam te reinigen gebruik ik
Dove. Ik doe dat al jaren. Heeft met zachtheid te maken, een zachte geur die niet
meteen je neus inpalmt en intellectuele luiheid om alternatieven uit te
proberen, niet met de campagne van dat merk waarin vrouwen in allerlei vormen
en huidskleuren je lachend aankijken. Ik gebruikte al Dove nog voor die
breeddenkende advertentie op de wereld werd losgelaten. (Ben ik dan toch een
hipster?) Maar die reclame maakt wel dat ik Dove nóg sympathieker ben gaan
vinden. Dove is van iedereen, zo’n beetje zoals de grootste stad van Vlaanderen dat nog niet zo lang geleden was.

Maar de
reclamewereld, u en ik weten dat, heeft geen boodschap aan de doorsnee
wereldburger. Ze creëert ideaalbeelden. Dunne, jonge lijven, van blitze gasten
en hete wijven. De ideale wereld, zeg maar. Tenminste: volgens verkopers van
gebakken lucht. In de reclamesector, durf ik wedden, word weleens gedacht dat
ze weten hoe een superieure wereld er moet uitzien. Niemand nog een BMI dat
hoger ligt dan 25. Niemand die ouder is dan veertig. Niemand die getekend is
door het leven. Reclame is nep. Reclame ging fake news decennia vooraf. Hoe
onechter, hoe liever, want dat zien de mensen graag. Die laten zich graag
bedotten. Ja, er wordt wat afgelachen in de knusse vergaderzaaltjes van grote
reclamebureaus. Dáár, nog een moedervlek om weg te fotoshoppen.

Sinds deze week is er
die campagne van de Brusselse staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) om
tegen het opgedrongen schoonheidsideaal in te gaan: Echte Lijven/Vrai Corps. Zeven
op tien meisjes en vrouwen hebben een te laag zelfbeeld, zo blijkt uit studies,
omdat ze niet voldoen aan het beeld van de ideale vrouw, zoals de reclame ons
dat voorspiegelt. Eén op zes denkt zelfs dat die topmodellen er in het
dagelijkse leven hetzelfde uitzien als op foto. Perfectie bestaat en ik
beantwoord daar allesbehalve aan, help! Diverse media sprongen mee op de kar,
van De Standaard tot Charlie Mag. Weg met make-up, filters,
Photoshop.

Ik vind het
goed dat die valse perfectie wordt aangevallen. Het doorprikken van
reclameboodschappen zou dagelijkse kost moeten zijn. Maar ik vraag me ook af:
ga je zo niet van een terechte kritiek op bodyshaming
een nieuwe vorm van bodyshaming maken?
Ga je de vrouwen die op natuurlijke wijze een zogeheten perfecte maat hebben,
niet in de hoek zetten waar met hen gelachen mag worden? Ga je, met andere
woorden, het probleem niet gewoon omdraaien en vrouwen met dat maatje minder
honen en hén nawijzen in plaats van de dikkerds? Dat risico loop je altijd met dit soort goedbedoelde campagnes.

Waar het om
draait is: voel je goed in je lijf. Bepaal zelf of dat dik of dun of iets
tussenin is. Laat je alleen leiden door de mening van jezelf en van de mensen die je graag
zien, en niet door overbetaalde imagoconsultants of reclamebonzen. Als
#echtelijven daarom draait, dan ben ik helemaal mee. Als het een omgekeerde vorm
van bodyshaming wordt, tégen al wie
er nu uitziet als ‘de ideale vrouw’, dan ben ik tegen. Zodra iemand gaat roepen
“Dit is het superieure lichaam”, loop ik weg. Baas in eigen lijf,
daar ben ik voor. En blijf van mijn lijf, dat ook.

***

Zouden ze
dat in Saudi-Arabië kennen, echte lijven? Je weet het niet, want je ziet het
niet. Vrouwen zijn er quantité
négligeable
, weggestopt achter vier muren of in een ondoorzichtig gewaad dat
de rol van die vier muren moet overnemen. Net goed genoeg om het huishouden te
doen en kinderen te werpen, zolang mannen dat niet zelf kunnen en je ze niet
uit olie kunt boetseren (die kinderen, bedoel ik). Saudi-Arabië is sinds vorige
week lid van de Vrouwenrechtencommissie van de Verenigde Naties. En ons land
heeft ‘Ja’ gestemd. Dat hoeft niet te verwonderen, het past perfect bij ons
surrealistische imago. Onze minister van Buitenlandse Zaken blijft gewoon op
post. Het is de schuld van de diplomaten, meneer, mevrouw. Ik heb nog de tijd
gekend dat ministers hun verantwoordelijkheid namen en hun ontslag gaven
vanwege hun eigen daden of die van hun diensten. Ik ben dan ook al héél oud.
Tobback. Vande Lanotte. De Clerck. Niet, Eyskens junior, nee, die vond dit maar
een apenland.

Op de
Global Gender Gap Index 2016 van het World Economic Forum staat Saudi-Arabië op
de 141ste plaats. Die jaarlijks upgedate index geeft 144 landen een score
tussen 0 en 1 op basis van de rol van de vrouw in de samenleving. Krijgen
vrouwen evenveel kansen als mannen op de arbeidsmarkt, verdienen ze evenveel,
mogen ze zich vrij bewegen in de maatschappij, dat soort dingen. De eerste vier zijn, het hoeft
niet te verwonderen, Scandinavische landen. In volgorde: IJsland, Finland,
Noorwegen, Zweden. Op vijf staat heel verrassend Rwanda. Alvorens u roept: dat
is dankzij onze invloed, toen het nog een mandaatgebied was van België, voeg ik
er even aan toe dat België pas op de vierentwintigste plaats staat, met een
score van 0,745. Jemen staat allerlaatste (0,516), Pakistan prijkt daar net boven, dan
Syrië en vervolgens dus Saudi-Arabië (0,583). Iran staat 139ste, Marokko
137ste, Turkije 130ste.

Saudi-Arabië
is een vrouwonvriendelijke natie, tevens sponsor van het internationale
terrorisme. Het soort land waarmee je niets wil te maken hebben. Een soort
Noord-Korea (ter informatie: 116de op de Global Gender Gap Index, met een score
van 0,649), eigenlijk. Maar ze hebben er olie. En ze kopen onze wapens. Dus
zijn het onze vrienden.

What’s next? Marc Dutroux afvaardigen naar het bestuur van
Unicef?

***

Woensdag
wordt de allerlaatste aflevering van Girls
uitgezonden. Aflevering tien van seizoen zes. Een reeks over vier vrouwen,
twintigers, eigenaressen van niet-perfecte lijven, die zich staande proberen te
houden in het kolkende New York. Een reeks die uit de koker van Lena Dunham
ontsproot: vóór 15 april 2012 een nobele onbekende, die zich met haar aan geen
enkel schoonheidsideaal beantwoordend lijf middels twaalf mediastielen en
dertien ongelukken een weg probeerde te banen en die dankzij de bijval voor de semi-autobiografische
kortfilm Tiny Furniture plots de kans
kreeg een serie te mogen schrijven voor HBO, hét keurmerk van de Amerikaanse
tv.

Girls was vanaf het begin controversieel: sarcastisch,
niets en niemand ontziend, feministisch. De vier vrouwen waren geen heldinnen, relaties
mislukten keer op keer, de seks werd vrij expliciet in beeld gebracht.
Eigenlijk had Girls alles om te mislukken,
want het past als een tang op een varken op de hedendaagse tv-wereld. Toch werd
het een hit. Misschien wel dankzij die stomende seksscènes. Of door het
compromisloze beeld van de grootsteedse vrouwen. Of het slimme scenario, van
Dunham zelf, die zich letterlijk en figuurlijk in iedere aflevering blootgeeft.
En dus bleef je kijken en ernaar uitkijken (wanneer komt dat volgende
seizoen?). Hannah/Lena is nu zwanger, wist u dat trouwens al? Zal ze bevallen
of loopt het toch weer helemaal anders af, in die ultieme episode?

Pas nu,
tijdens seizoen zes, besef ik hoe ergerlijk ik de hoofdpersonages vind:
neurotisch, narcistisch, egoïstisch, wereldvreemd, praatziek, kortzichtig. Ze
zijn het tegengestelde van wat ik zelf zou willen zijn. Ik zou niet één avond,
op een dronken feestje, in het gezelschap van deze vrouwen willen vertoeven. Als
ik in een professionele omgeving met een van hen te maken zou krijgen, zou ik
gillend weglopen. Zij ­— en ook de mannelijke personages — symboliseren de
zelfgenoegzaamheid van de grootstad. Deze mensen voelen zich superieur aan het
klootjesvolk en helpen vervolgens alles zelf naar de kloten. Na elke vlammende
dialoog denk je: get a f***ing life,
assholes!
Losers die zichzelf winnaars achten, de ergste soort is dat. Je
weet: de serie loopt af, maar in een denkbeeldig vervolg zou het ongetwijfeld
niet goed komen met hen. Ze eindigen in de goot. Of zetten een revolver tegen
hun hoofd. Geen enkel — maar dan ook werkelijk: geen énkel! — personage is
sympathiek. Er zit zelfs niemand you love
to hate
bij, zo hatelijk en egocentrisch gedragen ze zich.

Benieuwd
hoe het afloopt.