Dat een van
de slachtoffers van de nieuwjaarsaanslag in Istanbul een Belg was, een kleurtje
had én de dubbele nationaliteit was voor een stel hersenloze échte Vlamingen voldoende
om loos te gaan op de sociale media. Een intussen bekend ritueel, dat we afgelopen
zomer ook meemaakten toen een jongen van vijftien verongelukte met zijn quad.
In Marokko. Waar hij thuishoorde, volgens die échte Vlamingen.

‘Niet het
racisme neemt toe, maar wel onze gevoeligheid ervoor,’ zeggen filosoof Maarten
Boudry en opiniemaker Guillaume Van der Stighelen vandaag in De Tijd. Een voorproefje van dat
interview konden we gisteren al lezen. Veelzeggend, tenzij ze in het integrale
interview — dat ik nog niet gelezen heb — plots het tegenovergestelde zouden
verkondigen van in die teaser of zóveel nuances aanbrengen, dat de harde kanten
er helemaal afgevijld zouden worden. Ik vermoed van niet. ‘We zijn te politiek
correct geworden,’ orakelt Boudry, een filosoof van tweeëndertig die zichzelf
onder Links klasseert. ‘Ook op de werkvloer bijvoorbeeld, dat merk ik zelf. Je
durft geen opmerking meer maken die ook maar een beetje over de rand is.’

Dan denk
ik: wáárom zou je opmerkingen moeten maken die over de rand zijn? Behoort dat
tot onze cultuur? Tot onze veelgeprezen waarden en normen, waarvan weinigen
schijnen te weten wat die nu wel en niet inhouden? Boudry: ‘De gewone mensen
hebben het gevoel dat ze voortdurend met het vingertje gewezen worden. Gevolg:
nog meer opgekropte frustratie, zodat de toon inderdaad harder wordt.’

O, zo zit dat.
Omdat het wijsvingertje geheven wordt, raken mensen gefrustreerd en schrijven
ze dingen als ‘Gekleurde belg hahaha mooie opruiming’, ‘Hoe meer hoe beter’,
‘Maar ale het was gene kerstmanneke hé, het was ene moslim’, ‘Een turk minder’
(gevolgd door een smiley) en ‘Nog velen te gaan hopelijk’. Ja, dat verklaart natuurlijk
alles. Nu begin ik opeens begrip te krijgen voor al die roepers. Dat zijn
verdorie geen racisten, maar gefrustreerde medemensen die dat vingertje beu
zijn. A ja…

‘Weet je
wat mijn grote angst is?’ vraagt Van der Stighelen zich even verderop in dat ingekorte
gesprek af. ‘Dat we enkel nog oog hebben voor de sympathieke waarheden. We zijn
onze samenleving aan het doodnuanceren. Rede komt niet door discussie uit de
weg te gaan.’ Want, zo vindt de gewezen reclamemaker, ‘We moeten leren
incasseren’. Waarna hij nogmaals pleit voor een radicale toepassing van de
vrijheid van meningsuiting, een van zijn dada’s.

‘Links kan gewoon
niet tegen zijn verlies’, staat er boven het artikel. Dat klinkt wervend. Ik dacht:
dan kan ik maar niet tegen mijn verlies. Dat Liesbeth Homans een paar zomers
geleden racisme relatief noemde — waarmee ze bedoelde: het R-woord wordt te pas
en te onpas gehanteerd om vermeende wantoestanden aan te kaarten — is eigenlijk
klein bier met wat twee heren die gemeenzaam tot links worden gerekend, nu
uitkramen. Alsof we het ranzige racisme dat we ook deze week de kop zagen
opsteken, moeten aanvaarden. Dat we het maar moeten leren incasseren. Vrijheid
van meningsuiting, quoi!

Niet het
racisme neemt toe, maar onze gevoeligheid ervoor. Proef die woorden. Wat een
onzin! Ik hoop dat we er steeds gevoeliger voor worden, dat we duidelijke
lijnen durven te trekken, dat we eindelijk bestaande wetten beginnen toe te
passen om racisten te bestraffen, dat iedere racistische uiting op zijn minst
moreel wordt veroordeeld. Maar nee, twee blanke mannen gaan ons even de les
spellen: links kan niet tegen zijn verlies en racisme neemt niet toe. Ik rust
mijn kaas. Tegen zoveel ivoren torennonsens kan mijn beperkte verstand niet op.

***

Nu we het
toch over racisme hebben. Axel Witsel is weg bij Zenit Sint-Petersburg, zowat
de meest racistische club in zowat het meest racistische voetballand ter
wereld. Toen Witsel al een half jaar bij Zenit speelde, stelden de supporters
nog een manifest op om het bestuur te verbieden nog andere spelers met een
andere huidskleur aan te werven. (Wat het bestuur dapper naast zich neerlegde,
het dient gezegd.) Hij bleef uiteindelijk vierenhalf jaar in Sint-Petersburg.
De vele roebels zullen gecompenseerd hebben dat zijn eigen aanhangers hem
eigenlijk maar een aap vonden. Dát, en het feit dat hij goed presteerde voor de
club. Want: onze zwarte, goede zwarte, hún zwarte, domme neger. Voetbalfans
zijn kiesk(l)eurig op dat vlak. Ach, natuurlijk neemt het racisme op de
tribunes niet toe, alleen onze gevoeligheid ervoor, zat ik toch weer even op
het verkeerde spoor. Excuus, Maarten en Guillaume.

Witsel gaat
nu 18 miljoen euro per jaar verdienen, zij het in yuans. Hij gaat spelen voor
Tianjin Quanjian: ik probeer de naam te onthouden, want ik doe binnenkort mee
aan een voetbalquiz. Een pas gepromoveerde club uit een havenstad met meer dan
14 miljoen inwoners, samengeplakt op een oppervlakte die een derde bedraagt van
die van België. Hij doet het voor zijn familie, zegt hij. En dus speelt hij
voortaan in een land dat 82ste staat op de wereldranglijst (vijf plaatsen boven
Qatar, voeg ik er even aan toe, en dat mag zelfs een wereldbeker organiseren),
in een competitie die wel twee keer de Aziatische Champions Leaguewinnaar
opleverde (Guangzhou Evergrande in 2013 en 2015), maar die voor de rest
kwalitatief niets voorstelt in vergelijking met, pakweg, de Europese Top 50. Een goede voetballer, die Witsel, maar vergeleken met
de echte toppers is hij een sympathieke en nuttige meeloper, die zich nu gaat
begraven in een middelmatige omgeving, terwijl hij — toegegeven: voor slechts
een derde van zijn nieuwe salaris — bij de Europese topclub Juventus had kunnen
spelen. Waar hij wel de concurrentie had moeten aangaan met andere goede
voetballers, voeg ik er even vilein aan toe.

De reacties
varieerden, zoals te verwachten, van ‘slim’ tot ‘geldwolf’. The Wolf of Chinese
Wall Street, bij wijze van spreken. Het voetbal blijft intussen vrolijk afstevenen op een implosie.
Zolang de Financial Fair Playregels niet consequent worden toegepast, in
Europa, of niet bestaan, zoals in Azië, zullen de gekke,
concurrentievervalsende bedragen de pan blijven uitswingen. Tot de boel
ontploft. En dan zal er geen Luc Coene meer zijn om de sector te redden.

Ik vind: 28
is veel te jong om je te begraven in een minderwaardige voetbalomgeving. Dat
Carlos Tévez dat doet, op z’n bijna 33ste, tot daaraan toe. Dat spelers die in
Europa op een zijspoor zijn beland dat doen, waarom niet? Maar een speler die
qua leeftijd op de top van zijn kunnen zou moeten zitten, doet dat beter niet.
Tenzij het alleen nog om geld draait of zijn omgeving niet wakker ligt van
sportieve waarde en prestige. Luciano D’Onofrio en vader Witsel lopen fluitend
naar de bank. Over Axel spreken we over anderhalf jaar niet meer en die timing
is dan nog op voorwaarde dat hij de selectie voor het WK Voetbal 2018 haalt. In
Rusland. Kan hij nog eens joelende racistische kreten proberen te trotseren,
die uit duizenden Russische kelen tegelijk rollen. Dat hij er maar niet te gevoelig voor
wordt, of een jonge filosoof en een wat oudere opiniemaker komen hem
terechtwijzen. Tegen je verlies kunnen, jongen!