C’est le courage qui compte. Het kunstwerk van de Fransman Ben
Vautier — Ben voor de kunstliefhebbers — hing zo prominent achter het
spreekgestoelte dat je niet eens moest nadenken of er een bedoeling achter zat,
toen enkele tellen later Annemie Turtelboom haar ontslag als minister in de
Vlaamse Regering kwam aankondigen. Het is de moed die telt, de boodschap was
duidelijk. Vrij vertaald: Turtelboom was in haar eigen ogen zo moedig geweest
om een energieheffing op te leggen omdat er in de vorige regeringen financiële
kraters waren geslagen.

Dat Tom De
Meester, de bijdehante energiespecialist van PVDA, daar de term ‘Turteltaks’ op
kleefde en de minister die scheldnaam vervolgens als een geuzennaam probeerde
te omarmen, werd haar niet in dank afgenomen, te beginnen in het eigen blauwe
fabriekje. In onze ‘Perceptie is realiteit’-samenleving overleef je dat niet.
Tenzij je een olifantenhuid hebt, incontournable bent in je eigen partij of op
handen wordt gedragen door een flink deel van de bevolking (of een combinatie
van de drie). Annemie Turtelboom stond gisteren heel alleen op dat podiumpje.

***

Is het de
moed die telt? Ik wil het graag geloven, maar ik aarzel heel sterk. Was het
moedig van die 77-jarige priester uit Kortemark om de islam als godsdienst in
vraag te stellen en de profeet Mohammed af te schilderen als verkrachter,
moordenaar en dief? Wat is de waarde van zulke woorden uit de mond van iemand
die al zevenenzeventig jaar een denkbeeldig opperwezen aanbidt, maar wel pronkt
met het debiteren van ‘De Waarheid’. Of, zoals de onvolprezen columnist Jan
Devriese vandaag in Het Laatste Nieuws
schrijft: “Zegt een man die al decennialang aan de mensen voor waar
vertelt dat Jezus over water wandelde, water in wijn veranderde, lammen liet
lopen en — aan de vooravond van z’n gruwelijke kruisdood — een afgehakt oor
herenigde met het hoofd van de rechtmatige eigenaar”. Touché. We mogen courage vooral niet verwarren met stupidité, denk ik dan.

***

Sta me toe
zelf even een onsje moed te hebben en een medeburger moed in te spreken, ook al
werd die de voorbije dagen verketterd, uitgelachen en gekleineerd, en kreeg ie
— in het beste geval — een sausje vol medelijden over zijn eenvoudig lijkende
merkkleren gegoten. Het was weer
Couckenbak
, maar dit keer klauterde de genaamde Coucke, Marc niet op een
podium om een schlager op zijn publiek los te laten.

Ik weet
het, als u terugbladert op deze blog vindt u op 8 november 2014 een nogal
vileine ‘Open brief aan Marc Coucke, succesvol ondernemer’, waarin ik hem enerzijds
feliciteerde met zijn deal — de verkoop van Omega Pharma aan Perrigo — en anderzijds
hekelde dat hij niet alleen weinig of geen belastingen moest betalen op de
opbrengsten van die verkoop, maar ook nog eens scherp uithaalde naar de
inefficiënte overheid. Deze week zat de voetbalvoorzitter te juichen om twee
zeges op een rij in de play-offs en de ondernemer te wenen in een hoekje omdat
hij eerst uit de raad van bestuur van Perrigo en daarna uit zijn eigen bedrijf
werd gezet. Kijk, dan ga ik zo iemand niet extra in de zeik zetten, maar voel
ik mededogen.

Moed, dat
heeft Marc Coucke wel. En ik hoop oprecht dat de ondernemer snel weer opstaat
en gaat doen waar ie zo goed in is: ondernemen. De Vlaamse economie kan Marc
Coucke goed gebruiken, veel meer dan dat de Belgische voetbalwereld dat doet.
Van KV Oostende een ku(n)stmatig semi-topclubje maken, een weireldploegsje, is maatschappelijk irrelevant. Dus, hoop ik dat
Coucke zijn 1,2 miljard en wat centiemen nu vooral steekt in het stimuleren van
het ondernemerschap: dat van hem en dat van anderen. In een bedrijfswereld die
geregeerd wordt door kortzichtigheid en kortetermijnwinstbejag (denk aan de op
het voorhoofd van de Perrigo-bestuurders getatoeëerde ‘Greed is good!‘-leuze) kunnen we een lefgozer mét visie gebruiken.

***

Getuigt wat
Isabel Albers doet, overstappen van De
Tijd
naar Het Laatste Nieuws, van
courage? Of doet ze het voor de poen,
de serieuze zakenkrant verlaten om naar de platpopulistische sensatiegazet
gaan? Dat zeg ik niet, voor alle duidelijkheid, dat kon je afleiden uit talloze
reacties op de sociale media, alsof Albers nu voor The Dark Side had gekozen. Vreemd toch dat in dit tijdsgewricht de job van
hoofdredacteur nog altijd geassocieerd wordt met één medium. De tijd dat de man
het blad en het blad de man was (Guy Mortier, Humo) is met het pensioen van de man in kwestie definitief verleden
tijd geworden.

Hoofdredacteuren
zitten niet langer voor het leven op hun stoel, of voor de laatste twintig jaar
van hun carrière. Zo werken de media niet meer, mocht ik zelf aan den lijve
ondervinden in de elf jaar dat ik op drie verschillende plekken budgetten mocht
beheren, mensen aansturen en PowerPoint-presentaties maken, ondertussen gretig naamkaartjes
uitdelend met daarop de ronkende titel ‘Hoofdredacteur’. One (wo)man, one job, is echt niet meer van deze tijd, en het
verschil tussen Het Laatste Nieuws en
De Tijd is niet zó groot als alom
beweerd wordt (en tegelijk toch ook weer niet zo klein, maar dit geheel
terzijde).

De
hoofdredacteur van vandaag is een professional geworden, hij of zij is al lang
geen ideoloog meer, of iemand met een missie: het is een job als een andere.
Goede moed, Isabel!

***

Ook nog deze week in het nieuws: Jo Cornu die aankondigt dat hij voortijdig zal opstappen als NMBS-baas (moedig?), een wetsvoorstel van een oppositiepartij om de pensioenleeftijd van parlementsleden gelijk te stellen met die van de gewone burgers dat wordt weggestemd door de regeringspartijen en prompt gecounterd met een eigen wetsvoorstel van de kamervoorzitter in hoogsteigen edelachtbare persoon, en een senator van de grootste partij van het land die beweert dat hij ‘geen druk’ heeft uitgeoefend op een hotelschool die Dyab Abou Jahjah had uitgenodigd op een evenement voor het goede doel. Nu durft die meneer Jahjah weleens luid te roepen, beledigende taal te hanteren en ongenuanceerde standpunten in te nemen, maar net zogoed schrijft hij lezenswaardige columns en maakt hij gewoon gebruik van de grondwettelijk verankerde vrijheid van meningsuiting. ‘Geen druk’, zegt de senator, terwijl hij Abou Jahjah in die bewuste brief een ‘haatprediker’ noemt. “Deze man een forum geven, in deze tijden, lijkt me bepaald geen goed idee”, schrijft de toekomstige kandidaat-burgemeester van de stad waar ook de hotelschool gevestigd is. Geen druk? Dat is dreigen dat je later, als je de sleutels van de bulldozer hebt, over de anderen heen zult rijden. Als je
erover nadenkt is het in de politiek heel vaak niet de courage qui compte. Eerder de hoogmoed. En die komt vóór? Jawel.