Misschien
denkt u, als trouwe lezer van deze blog, weleens: die Van Laeken heeft over
alles een mening, die zitten gewoon te garen in die hersenpan van ‘m en floepen
er op commando uit als Onderwerp X, Y of Z zich aandient. Toegegeven, ik denk dat zelf
ook soms en dat is geen compliment voor mezelf. Te snel, te hard, te
ongenuanceerd, noem het op en ik heb me eraan bezondigd. Niet deze week. Niet
in de discussie over de vingerafdrukken, een ballonnetje dat minister van
Binnenlandse Zaken Jambon op studiereis in Marokko had opgelaten.

Ik wist het
even niet. Moet ik hier nu voor of tegen zijn? Ik zag via de sociale media
allerlei middelvingers voorbij schuiven, ten teken van protest. ‘Niet met mij,
Jan Jambon!’ Ik las argumenten pro en contra privacy. Ik probeerde mezelf een
mening te vormen, maar bleef hangen. Ja, dit zou een zoveelste inbreuk op ons
privé-leven betekenen, Big Brother is
watching us
, ik weet het, de overheid die alles over u en mij wil weten,
met als voorlopig enige barrière wat er zich in onze slaapkamers afspeelt, tenzij
je deelneemt aan Temptation Island,
natuurlijk, maar dat heeft dan weer niets met de overheid te maken.
Tegelijkertijd: ja, terroristen laten zich niet meer afschrikken door grenzen,
wie niets te verbergen heeft hoeft toch geen schrik te hebben, net wat u zegt
meneer Jambon, à la guerre comme à la
guerre
. Enfin, u moet zich dan inbeelden dat er op mijn hoofd allerlei
adertjes vreemde, kronkelige bewegingen beginnen te maken, want uiteraard wil
ik op zijn minst voor mezelf een opinie kunnen vormen over dit heikele
onderwerp.

We klagen
over een omnipresente overheid die ons nauwlettend in de gaten houdt: op elk kruispunt,
in elke straat en straks misschien dus ook via dat ene document dat we altijd
op zak moeten hebben, onze identiteitskaart. Maar we zijn intussen wel zeer
actief op Facebook, Twitter, Instagram, Tinder (u, niet ik!), etcetera, waar
elke beweging die we maken wordt geregistreerd. In ruil voor zoveel
ondoordachte openheid ontvangen we pushberichten, telefoontjes van opdringerige
telemarketeers die netjes hun voorgekauwde scenario aframmelen, mails met offers we can’t refuse. In mijn mailbox
zit tegenwoordig 80 procent spam en niet alleen meer van erfgenamen van
Afrikaanse dictators die je de financiële hemel op aarde beloven. Wellustige
jongedames die met mij een afspraakje willen maken (‘Hey, ik ben Suzy,
rondborstig, en nu meteen beschikbaar. Zullen we?’). Nepmailadressen die
me namens een groot bedrijf aankondigen dat ik iets gewonnen heb. Allemaal
gevolgen van mijn aanwezigheid op sociale media. Big Brother houdt me niet
alleen in het oog, hij probeert me ook tot een dansje te verleiden. Ik doe niet
mee, wens een muurbloempje te blijven, maar verlies er wel behoorlijk wat tijd
door.

Kortom,
wees niet naïef, we worden al volop in het oog gehouden, door onzichtbare
wezens die het minder goed met ons voor hebben dan Vadertje Staat. Nóg minder
goed, zo u wil. In 2016 is privacy zó kostbaar geworden, dat haast niemand het
zich nog kan veroorloven, tenzij je ergens in een grot woont zonder
internetverbinding, maar dan ben je wellicht zelf een terrorist en op de vlucht
voor vele vijanden.

En plots
voeren mijn hersenen me naar het verkeersbeleid. Elk jaar worden er wel
hoogdravende maatregelen genomen, maar ze worden niet toegepast: bellen achter
het stuur is verboden (wie controleert? wie sanctioneert? wie heeft er nog
schrik dat ie betrapt zal worden?), bij regenweer mogen vrachtwagens niet
inhalen (zelfde vragen als hiervoor, soms denk ik dat vrachtwagenchauffeurs het
verkeerd begrepen hebben en ervan uitgaan dat het niet om een inhaalverbod maar om een inhaalplicht gaat), straks wellicht een
rookverbod als er kinderen op de achterbank zitten (opnieuw diezelfde drie
cruciale vragen). Het is haast Pavloviaans: er loopt iets grondig fout, de
bevoegde minister kondigt een stevige aanpak aan, klopt zichzelf uitgebreid op
de borst, en dat is het dan. Het doel is niet een oplossing voor een probleem
te vinden: het doel is jezelf profileren als een krachtdadige, rechtlijnige
bestuurder.

In een land
dat er na dertig jaar nog altijd niet in geslaagd is om 28 slachtoffers waardig
te herdenken door de daders van de Bende van Nijvel op te sporen, te berechten
en voor de rest van hun leven achter tralies te steken, vraag je je af of één
vingerafdruk het verschil zal uitmaken. (Zag u die cartoon in een van onze kranten,
van een computerloos lokaal waar een onderzoeker een vingerafdruk probeerde na
te tekenen?) In een land dat er ruim tien jaar over deed om het moordcomplot te
achterhalen dat het leven kostte aan een vooraanstaand politicus en dat de hulp
nodig had van een ijverige onderzoeksjournalist die het hele verhaal van
naaldje tot draadje reconstrueerde, van daders tot opdrachtgevers, maak ik de bedenking of dit vlotter zou
gebeurd zijn mét vingerafdrukken. Dat onze excellenties hiervoor een bezoekje
aan Marokko nodig hadden — volgens mensen die het kunnen weten een politiestaat — geeft ook te denken. Worden er
hier dan nooit rapporten opgesteld en voorstellen gedaan? Of is Marokko een handig
excuus om er een persoonlijk standpunt proberen door te drukken? In tijden van
terreur is méér repressie bespreekbaar, zoiets?

Als we nu
eens eerst efficiënter zouden leren omgaan met de bestaande middelen, wat denkt
u? Nergens wordt de inertie van onze overheid beter geïllustreerd dan aan het Brusselse
Justitiepaleis, waar de stellingen die bedoeld waren om het gebouw te
restaureren zelf aan restauratie toe zijn. La
belle gigue
, een surrealistische grap. Tunnels worden gesloten omdat men
vergeten is dat ze af en toe moeten onderhouden worden. Een nationaal voetbalstadion moet
op Vlaams grondgebied worden gebouwd om over vier jaar de stad Brussel in het
zonnetje te kunnen zetten. (Ik gok nooit op beloftenwedstrijden, maar ik verwed
er gerust 100 euro op dat het stadion er niet op tijd zal staan tegen Euro
2020.)

Vingerafdrukken,
ja of nee? Nu ik alles zo op een rij heb gezet, ben ik er voor dat ik tegen
ben. En als je me nu even wil verontschuldigen, ik krijg hier net een mail
binnen van iemand die me een miljoen euro belooft om zijn kapitaal naar Europa
over te hevelen. Je weet maar nooit.