‘Ja, een echte Deense naam wel, Omar Abdel
Hamid El-Hussein’. Deze tweet passeerde het voorbije weekend in
duizend-en-één-variaties op de sociale media. De jongeman die zaterdag een
aanslag pleegde op een bijeenkomst voor de vrije meningsuiting, nog maar twee
weken vrij uit de gevangenis, had nu eenmaal radicale, extremistische
sympathieën en een familienaam die zelfs in de verste verte niet lijkt op
Knudsen, Amundsen of Larsen. Geen echte Deen dus, volgens heel wat twitteraars.
Dat hij een Deense identiteitskaart had, en dus een Deens staatsburger was, was
heel even onbelangrijk geworden.

Laten we ’t even samenvatten zoals al die reaguurders het werkelijk zien: eens
migrant, altijd migrant! Eens een getaande huidskleur, altijd een vreemde! Zouden
er daartussen supporters van de Rode Duivels zitten, die wel eens in het
openbaar juichen om de knappe prestaties van Kompany, Lukaku, Benteke, Dembele,
Chadli, Fellaini en Witsel, vraag ik me dan af? Nieuwe Belgen die we aanvaard
hebben omdat ze scoren (of doelpunten tegenhouden) voor vaderland (en misschien
ook wel een beetje voor God, mochten we daar nog willen in geloven). Dat ze wel
eens geld parkeren op een Luxemburgse rekening weze hen snel vergeven. Ze
brengen ons in vervoering. Dat doen die vele tienduizenden anonieme andere
nieuwe Belgen niet en daardoor denken heel wat autochtonen dat ze het recht
hebben om hen als minderwaardige medeburgers te beschouwen. Nep-Belgen.

Vorige week nog konden we lezen dat het infame
zeventig-punten-programma van het Vlaams Blok in de praktijk grotendeels
gerealiseerd werd, ondanks het cordon sanitaire en ondanks hoogdravende en ronkende
verklaringen van ware democraten dat ze nooit-ofte-nimmer dat extreem-rechtse
pad zouden bewandelen. Tja, opportunisme en gebrek aan standvastigheid zijn van
alle tijden.

***

Voor zover de informatie die ons tot nog toe
bereikte accuraat is, was die El-Hussein een Deense moslim die alleen handelde.
Ik hou dus voor de veiligheid toch even een slag om de arm, mocht er intussen
een rechtstreekse link blijken met een terreurbeweging à la Al Qaida of IS, of er
in de achtergrond toch een groepje actief zijn geweest zoals bij de Kouachi’s
en Coulibaly in Parijs. Maar als El-Hussein werkelijk alleen was, waarom
plaatsen we hem dan niet op dezelfde lijn als pakweg Craig Hicks (de man die
vorige week drie moslims in koelen bloede neerschoot op een parking in Chapel
Hill, North Carolina), Anders Breivik of Hans Vanthemsche? Krankzinnige eenzaten
met een moorddadig plan, past die El-Hussein niet in dat rijtje? Zo neen, waarom niet?

Ja, natuurlijk werd die El-Hussein beïnvloed
door een totaal foute of bijzonder eenzijdige lezing van de Koran – als hij dat
heilige boek ooit al in handen heeft gehad! – en kan je zijn daad klasseren
onder de ruime en daarom stilaan onbruikbare noemer ‘moslimterrorisme’. Daar
moeten we niet flauw over doen. Religie was alweer de kapstok waaraan iemand
zijn waangedachten ophing, dat is zo. Dat is jammer voor al die vreedzame moslims,
maar El-Hussein was ‘één van hen’.

Vraag is: waren Hicks, Breivik en Vanthemsche dan
niet ‘één van ons’? Blanke, racistische, fascistoïde kereltjes die zich in hun
witte superioriteitsgevoel onkwetsbaar achtten en vonden dat een
standrechtelijke executie van andersdenkenden hun volste recht was? Eenzaten
over wie in de berichtgeving extra werd benadrukt dat ze ‘loners‘ waren, maar die wellicht toch vooral ook producten van onze,
ondanks alles, christelijke samenleving zijn, waar we – net als andere religies dat
doen – de wereld voortdurend opdelen in ‘goed’ en ‘kwaad’.

Wat ik wil zeggen is: we hebben allemaal boter op
het hoofd. Er lopen gekken rond. Huidskleur is daarbij even irrelevant. Religie
niet, want wat er zich momenteel in Irak, Syrië en Libië afspeelt is zonder meer
afschuwelijk en – ja, toch wel – angstaanjagend. Godsdienstwaanzin is in de allereerste plaats waanzin. Moeilijk te controleren. Die terroristische dreigingen
zijn reëel, laten we daar vooral iets tegen doen. Niet door, zoals hier, in
paniek te slaan, para’s op te trommelen en de bevolking mee te sleuren in dat
eenzijdige discours van ‘Help! Ze staan voor de deur!’, maar door discreet de
veiligheidsmaatregelen op te voeren en als volk een ‘¡No pasarán!’ te roepen
tegen al wie de maatschappij kwaad wil berokkenen, maar dan in het verkavelingsvlaams, zoals de Denen dat nu doen in hun taal.

De Noren reageerden niet met een Munchiaanse
angstschreeuw op Breivik: ze stuurden integendeel het signaal uit dat ze zich
niet door angst zouden laten leiden. De Denen reageren voorlopig op El-Hussein
door eveneens standvastig te zijn en niet te wijken voor terreur. Onze beleidsverantwoordelijken reageerden
onmiddellijk paniekerig op wat er in Parijs is gebeurd, wat ik overigens extra vreemd vind omdat
ze na de moordende raid van Nemmouche op het Joods Museum in Brussel die
neiging om in een versterkte burcht onderdak te zoeken nog niet hadden, terwijl
dat bij wijze van spreken hier voor hun deur gebeurde. (Had het ermee te maken
dat we toen nog in een andere politieke constellatie leefden, vraag ik me
dan voorzichtig af?)

***

Doe wel en zie niet om, zegt een oud en in
mijn ogen lichtelijk pervers Vlaams spreekwoord. Het wordt tijd dat we wel
leren omkijken en aanvaarden dat onze samenleving niet alleen meer bestaat uit
blanke mensen die Janssens, Peeters of Van Outryve d’Ydewalle heten. Het wordt
tijd dat we niet meer weglopen van onszelf en van de nieuwe realiteit, die
eigen is aan een multiculturele samenleving, al mogen we niet blind zijn voor
het onmiskenbare feit dat niet al die nieuwkomers het goed met ons voorhebben.
Het wordt tijd dat er wordt gewerkt aan wederzijds begrip, want onze nieuwe
buren moeten natuurlijk ook respect hebben voor wie wij zijn en wat wij denken
en wat de krachtlijnen zijn van onze seculiere moderne samenleving.

Wel de rolluiken naar beneden laten wanneer de
zon nog maar net is ondergegaan, natuurlijk. Niet alle tradities mogen verloren
gaan.