Eén keer in mijn leven ben ik in Verviers
geweest. Het is een vage herinnering: het moet ergens halfweg de jaren tachtig
geweest zijn en ik maakte voor een obscuur blad een reportage over lokale
omroepen in Wallonië. Naam van de zender: vergeten. Wat ik me wel nog haarfijn
herinner, dank zij dat selectieve verstoorde geheugen van me: na het interview
haastte ik me naar het treinstation, maar twee straten verder realiseerde ik me
dat ik mijn draagtas vergeten was. Vloekend spurtte ik terug, ondertussen vergeefs
zoekend naar het Franse woord voor ‘vergeten’. Ja, ik was
‘oublié’ vergeten, ik geef het alsnog toe. Dus zei ik ‘perdu’ en ‘merci’ en
miste ik mijn trein. Deprimerend stadje, Verviers.

***

‘De oorlog is bij ons’, kopte Het Laatste Nieuws vorige donderdag na
de moordzuchtige terreurraid op de redactie van Charlie Hebdo. Daar was toen heel wat commotie over. Vandaag nemen
alle Vlaamse kranten die retoriek over. Waarom? Voor zover we dat nu kunnen
inschatten hebben de federale politie en het parket knap werk verricht, door een aantal would be-terroristen te vatten of, in
het geval van die ongure types in de Rue de la Colline in Verviers,
onschadelijk te maken tijdens een vuurgevecht.

Na de gebeurtenissen in Parijs kreeg deze
actie extra aandacht. Zonder Charlie
Hebdo
zou dit hooguit een hoekje van de voorpagina hebben bestreken. Zonder
die doden zouden parket en politie de informatie over die invallen misschien
wel hebben achtergehouden. Part of the
job
, niet meer dan dat. Burgers beschermen tegen onverlaten, zonder al te
veel tamtam, zonder media-aandacht op te eisen, zonder onnodige angstgevoelens
te voeden. Dat lukte nu niet meer. De oorlog is bij ons, weet u wel.

Het terreurniveau is opgevoerd van 2 naar 3,
op een maximum van 4, voor politie- en gerechtsgebouwen. Ook dat zou interne
informatie gebleven zijn, mochten er vorige week niet die aanslag en die
gijzelingsacties geweest zijn. Nu is het voorpaginanieuws. De oorlog is bij
ons? Neen, natuurlijk niet, we moeten even waakzaam en voorzichtig blijven
als tevoren. Onze samenleving is nooit echt veilig geweest. In de jaren tachtig
kon je niet veilig gaan winkelen in de Colruyt of de Delhaize, omdat er een gewelddadige
bende actief was. (Nooit geklist, trouwens, wie weet lopen de daders nog ergens
rond. Help!) Ook de lieden van de CCC zaaiden toen dood en verderf. Ayatollahs
spraken meer dan vijfentwintig jaar geleden al fatwa’s uit tegen schrijvers en
andersdenkenden. Sinds 9/11 en de daaropvolgende oorlog onder valse
voorwendselen in Irak zijn we meer dan ooit een doelwit van terroristen en
fundamentalisten geworden. Dat is intussen al meer dan dertien jaar geleden,
geen negen dagen, zoals sommigen misschien zouden denken.

Dus: ofwel moeten we al 4.874 dagen met de
daver op ons lijf rondlopen, ofwel moeten we dat vooral niet doen. Angst is
zinloos. Waakzaamheid heeft wel heel veel zin. Vertrouwen in de mensen die ons
moeten beschermen ook. Onder een steen kruipen, de kop in het zand steken, een
schuilkelder bouwen, de panic room
hermetisch vergrendelen van binnenuit: het heeft geen zin, want dan hebben wij geen leven meer. Zo winnen de
terroristen altijd. Maar naïef zijn heeft evenmin zin. Er lopen nu eenmaal
zwaarbewapende idiote barbaren rond die het op onze behoorlijke vrije
samenleving gemunt hebben. Laten we die gezamenlijk geen kans geven om hun
ziekelijke doelstellingen te halen.

***

Ik geef Bart De Wever op één punt gelijk. Je
mag en je kan die terugkerende Syriëstrijders niet zomaar terug in de
samenleving opnemen. Zij hebben de meest vreselijke dingen gezien, meegemaakt
of zelf gedaan, in erbarmelijke omstandigheden geleefd, werden door religieuze
fanatici gebrainwasht, zijn mogelijk tot alles in staat. Het zijn hersenloze
machines geworden, die je met één bevel aan of af kan zetten. Dus moet je ze
wederopvoeden waar het kan of op een afstand van de samenleving houden waar het
moet. De toegang tot het land ontzeggen is quasi onmogelijk als ze een
Belgische identiteitskaart hebben. Het is ons
probleem, wij moeten het oplossen. Maar het is wel een probleem, dat zeer
zeker.

En ja, we hebben dat probleem onderschat en
voor een stuk ook zelf gecreëerd (of het op zijn minst onderschat en zo ver
laten komen). Door een deel van de samenleving af te stoten en te verwaarlozen.
Toen collega-journaliste Saskia Van Nieuwenhove dat vorige zondag zei op een
bijeenkomst in Gent, werd ze achteraf bijna gevierendeeld door N-VA’ers
Siegfried Bracke en Peter Dedecker. Omdat ze de terroristische daden
vergoelijkt zou hebben (wat absoluut niet het geval was). Omdat ze afweek van
de teneur van de andere toespraken: afschuw uitspreken over de gevolgen, de
oorzaken vergetend (dat hebben we namelijk zo geleerd). Omdat ze de schuld voor
een deel ook bij ons legde (dat hadden we niet zien aankomen). Natuurlijk zijn
het de terroristen die hun kalasjnikovs hebben leeggeschoten en alleen zij,
maar over die voedingsbodem mogen we het toch ook eens hebben, zo heel af en
toe.

De reactie van heel wat politici – zowel binnen als buiten de regeringen – op het
moderne terrorisme doet een beetje denken aan de houding van de farmaceutische
industrie op het vlak van de volksgezondheid: wat heeft het voor zin om te
voorkomen wanneer je er financieel (of ideologisch, in het geval van de
politiek) meer baat bij hebt om te genezen? Laat de boel dus maar verzieken, it’s money time.

***

Ondertussen in Saoedi-Arabië, bondgenoot van
het westen. Vrouwen mogen niet autorijden (Filip Dewinter is het daarmee eens,
blijkbaar). Een blogger wordt veroordeeld tot tien jaar celstraf en duizend
stokslagen (al werden die laatste vandaag om ‘medische redenen’ uitgesteld, ze hebben een vreemde zin voor humor, die Saoedi’s). Een ‘gevaarlijke’ vrouw wordt op straat onthoofd. In de geopolitiek
is het toch een beetje zoals in het echte leven: we moeten onze vrienden weten
kiezen. Soms is het beter dat je afscheid van iemand neemt. Saoedi-Arabië is
een door en door slechte vriend.

***

Ik zit opeens met Nico Haak en de
Paniekzaaiers in mijn hoofd, een Nederlandse groep die tussen 1972 en 1976
genadeloos de goede smaak terroriseerde met carnavaleske hits als Joekelille, Honkie-tonkie pianissie, Foxie
Foxtrot
en Doedelzakke-pakkie.

Nico Haak is al meer dan vierentwintig jaar
dood, de paniekzaaiers zijn springlevend. Als u straks naar de journaals kijkt,
kunt u er ongetwijfeld een paar horen kwelen.