Het ging in Panorama donderdagavond over het basisinkomen, het principe waarbij
elke inwoner van het land elke maand een onvoorwaardelijke vaste som ontvangt van de overheid.
Wil je daarbovenop nog geld verdienen, dan moet je gaan werken. Eigenlijk is
dat: je mag gaan werken. Maar je kan
net zo goed het ‘recht op luiheid’ van Lafargue eindelijk in de praktijk
toepassen. Aan de vele uiteenlopende reacties te zien raakte de reportage
duidelijk een gevoelige snaar, wat het duidingsmagazine dat even oud is als de
Vlaamse televisie de jongste tijd steeds vaker doet. Hulde, daarvoor.

Het vreemde bij het nog niet echt van de grond
gekomen debat over het basisinkomen is dat de links/rechts-tegenstelling niet
bestaat. Eén van de eerste pleidooien voor de invoering van het systeem werd halfweg
de jaren negentig gehouden door bedrijfsleider Roland Duchâtelet, in zijn
boekje NV België. Het werd de aanzet
tot de oprichting van de politieke beweging Vivant, toch niet direct een linkse
club, maar eerder in de donkerblauwe hoek te situeren, al liet Duchâtelet zich
niet echt in een ideologische hoek drummen.

De schatrijke zakenman, voorzitter van
Standard en eigenaar van een resem andere voetbalclubs, vond en vindt het
basisinkomen een noodzaak omdat maximale, zinvolle, productieve tewerkstelling
onmogelijk is geworden in tijden van robotisering en overgang naar
dienstenindustrie. Een werkzaamheidsgraad van pakweg 90 of 95 procent gaan we
toch nooit meer bereiken: hier niet, elders niet, zeker niet na de opheffing
van kunstmatige gedrochten als de DDR. Volgens Duchâtelet is maar twintig
procent van de werkende bevolking nuttig bezig.

Duchâtelet had het destijds over een bedrag
van dertigduizend Belgische frank, zo’n 750 euro. Ik vond dat toen al te weinig
om van te leven. In Panorama werd als
basisbedrag 1.500 euro voor volwassenen, iedereen vanaf 18 jaar, genomen, 200
euro voor jongeren. Voor de financiering is 187,4 miljard euro nodig, zo
berekenden specialisten. Ter vergelijking: ons Bruto Binnenlandse Product
bedroeg in 2013 382,7 miljard euro. Het basisinkomen zou daar dus net niet de
helft van bedragen. Onhaalbaar, op het eerste gezicht.

Je kan echter een aantal uitgavenposten
schrappen in geval van basisinkomen, zo berekende een econoom in de uitzending:
pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag, een resem andere
uitkeringen. Blijft over: 116,7 miljard euro. Omdat je minder administratie en
logistiek nodig hebt, kan je het overheidsapparaat afslanken. Weer 25,5 miljard
bespaard. Nog te vinden: 91,2 miljard euro, iets minder dan een kwart van het
BBP.

In zijn optimale berekening verhoogde de
econoom de gemiddelde BTW naar 25% en de registratierechten eveneens naar 25%,
voerde hij een vermogensbelasting en belasting op meerwaarde in van telkens
25%, paste hij de personenbelasting, de belastingen van rechtspersonen en de
roerende voorheffing aan en inde hij ook geld door de fiscale en sociale fraude
strenger aan te pakken. Plots verscheen er een zwart bedrag op het scherm: 4,2 miljard
overschot.

Ik vond de berekening interessant, maar
allicht iets te kort door de bocht. Te optimistisch, te voluntaristisch. Maar
het zet wel aan tot nadenken, tenminste: voor wie dat wil en wie verder durft
te denken dan de actuele vastgeroeste pijlers van onze samenleving.

***

Het invoeren van een basisinkomen behoort tot
het utopisch denken. Hoopvol, gedurfd en met goesting naar de toekomst kijken.
De kracht van verandering durven uitspelen. Echt denken aan uw sociale welvaart. En
toch ook realistisch zijn, want die verhoopte werkzaamheidsgraad van negentig
procent halen we nooit meer. Jamais.
Wie dat belooft is véél onrealistischer dan diegenen die roepen dat een
basisinkomen al onze problemen zal oplossen.

Wie zich echt wil verdiepen in de thematiek
leest best dit essay: http://jverhelst.wordpress.com/2014/11/19/het-utopische-basisinkomen/.
Zeer interessant, uitgediept, genuanceerd. Daar heb ik weinig of niets aan toe
te voegen. Misschien ben ik er wel te lui voor op dit ogenblik.

***

Ik geloof nooit dat het basisinkomen er komt.
Niet omdat het niet noodzakelijk zou zijn of omdat het geen interessante
alternatieve piste is, maar omdat het zo moeilijk ideologisch te vatten is. Het
wordt bepleit door zowel groenen als door de donkerblauwe Roland Duchâtelet.
Het overstijgt de traditionele links/rechts-paradigma’s. Extreem-linkse
denkers, zoals Francine Mestrum in Panorama,
zijn ertegen. Extreem-rechtse ‘denkers’, voor zover die er zijn, ook, want die
orakelen dan weer dat we een paradijs voor illegalen zouden worden.

Extreem-linkse professoren vrezen dat het
basisinkomen de solidariteit onder de burgers zal opheffen. Het klopt dat
mensen individualistischer zouden kunnen bezig zijn met hun leven, maar wie
vandaag solidair is, zal dat ook blijven, en wie dat niet is, blijft toch een
egoïst. Eigenlijk verandert er niets. Bovendien moet de overheid
solidariteitsmechanismen blijven inbouwen, zodat zieken en gehandicapten de
nodige zorg blijven krijgen, mede dank zij de financiële inbreng van wie het
goed heeft. Zo hoort dat in een volwassen maatschappij met aandacht voor
iedereen.

Wat het donkerrode gedeelte van links en de
traditionele zuilen vooral vrezen is de ontvoogding van de individuele burger,
al zullen ze dat uiteraard niet in zoveel bewoordingen toegeven. Een
basisinkomen zal ervoor zorgen dat iemand geen lid meer hoeft te worden van een
vakbond, bijvoorbeeld, en dat politiek dienstbetoon nagenoeg zinloos wordt. De
huidige paternalistische visie op de samenleving – waarbij zelfs linkse denkers
ervan uitgaan dat je de burger moet bevoogden, alsof hij te dom of te arm is om
zichzelf te beredderen zodra hij maandelijks een gegarandeerd inkomen zou
ontvangen dat los staat van arbeid – belemmert een open en fundamenteel debat.
In de reportage van Panorama vond je
van politieke zijde alleen een vertegenwoordigster van de Piratenpartij terug,
makkelijk zat om die gauw in de hoek van de naïeve jongens en meisjes te duwen.
En Duchâtelet is inmiddels een politieke hasbeen,
ook zo iemand kan je vlotjes negeren.

***

Een samenleving die geen utopieën verdraagt,
is dor en grijs. Ze vergrijst, letterlijk in ons geval. Maar net die
vergrijzing, die er tegen 2040 voor zal zorgen dat een kwart van de Belgische
bevolking gepensioneerd zal zijn, met daarbovenop nog de jongeren en studenten,
dwingt ons tot nadenken. Waarom gebeurt dit dan niet? Waarom blijven we hangen
in denkstramienen die al decennia verouderd en achterhaald zijn?

Basisinkomen vind ik een geweldig idee. Ik
hoef niet meer te werken, maar persoonlijk zou ik dat wel graag blijven doen,
maar ik zou het gerust accepteren dat mijn buurman dat niet wil doen. Ik hoef
geen beroep te doen op allerlei uitkeringen als het mij even slechter gaat,
want ik heb een vast inkomen waarmee ik verder mijn plan kan trekken.
Werkgevers kunnen zelfs lagere lonen uitkeren, omdat hun werknemers toch al een
netto-inkomen van 1500 euro op de bankrekening krijgen op het einde van de
maand, en daardoor kunnen ze dan weer meer mensen aanwerven of makkelijker deeltijdse statuten aanvaarden. Activeren van werklozen, verplichte gemeenschapsdienst, de idee van
sommige partijen om mensen na twee jaar werkloosheid bij het OCMW te dumpen:
allemaal overbodig.

Toch iets om over na te denken, neen?