Ik distantieer me nadrukkelijk van alle kwaad
dat het katholieke geloof – waarvan ik als abusievelijk gedoopte
lul-de-behanger helaas deel uitmaak – in de loop van de eeuwen heeft aangericht.

Ik distantieer me ondubbelzinnig van alle
miserie die één van de vorige koningen van mijn land – waar ik per ongeluk
geboren ben – heeft gebracht in een verre zwarte kolonie.

Ik distantieer me krachtig van de
aanhankelijkheid die een aantal gouwgenoten – die ik zonder dat ik dat zelf wil
als potentiële buren moet beschouwen – toonden ten aanzien van een vilein en ziekelijk gedachtengoed dat miljoenen onschuldige mensen heeft gedood.

Ik distantieer me honderd procent van alle
stadsgenoten – toevallig verblijvend op dezelfde plek die op mijn domicilie
vermeld stond – die jarenlang kozen voor zeventig tinten bruin.

Ik distantieer me onherroepelijk van alle
seksegenoten – eveneens eigenaar van een in lengte variërend aanhangsel – die
menen dat hun kunne zoveel waardevoller is dan die andere.

Ik distantieer me ontegensprekelijk van alle rasgenoten
– wiens vale teint flink afsteekt tegen al die anderen – die ervan overtuigd
zijn dat zij uitverkorenen zijn en daardoor superieur ten opzichte van alle
andere kleurtjes.

Ik distantieer me met al mijn lichaamsvezels van
alle op twee poten lopende apen – die door een speling van het lot plots
rechtop zijn beginnen lopen – die in al hun grootheidswaanzin denken dat ze meer
waard zijn dan andere levende wezens.

Ik distantieer me vol overtuiging van geloof,
seksisme, racisme, nationalisme en nog wat andere -ismen waarvan ik nog eerst
even de exacte betekenis moet opzoeken alvorens ik stommiteiten uitkraam.

Tenslotte, neem ik afstand van al dat
distantiëren.

(Hé, dat lucht op! Geef hier die ijsemmer!)