Voor het eerst sinds het seizoen 2006/2007 bereikt FC
Barcelona niet minstens de halve finales van de Champions League. De winnaar
van de edities 2006, 2009 en 2011 werd er in de kwartfinales uitgebonjourd door
Atlético Madrid, landgenoten die de nationalistische Catalanen liever niet als landgenoten beschouwen. Die uitschakeling is trouwens volkomen terecht, want over de twee wedstrijden
creëerde Atlético de meeste en de beste doelkansen, trof het ontelbare keren
het doelhout en was het gewoon veel intelligenter dan Barça.
Atlético, dat is
de ploeg van de Belgische doelman Thibaut Courtois. In de Belgische pers wordt
dat dan ook al gauw vertaald als: ‘Thibaut Courtois knikkert Barça uit de
Champions League’. Ooit waren we te weinig chauvinistisch, nu is de slinger de
andere kant op geslagen.

Net als vier jaar geleden, toen Barça op een door José
Mourinho vakkundig voor het doel van Internazionale geparkeerde bus vol
verdedigers stuitte, twee jaar geleden, toen Chelsea met elf man voor het
eigen doel ging liggen en zo op een diefje de finale bereikte, en vorig jaar,
toen Barça op een ongekende wijze werd overklast en gekleineerd door Bayern
München, bleek dat de Catalanen zich hadden vastgebreid in hun eigen, fel
geroemde, tiki taka-systeem.

Sommigen vinden het oervervelend, dat dominante spel met ruim
60 procent balbezit en meer dan 500 verstuurde passes per wedstrijd, ik vind
het doorgaans heerlijk. Ik hou van aanvallend, dominant en technisch voetbal,
ik ben dan ook een romantische voetbalziel.

Maar tiki taka is niet altijd even succesvol. En dan heeft
Barça een gigantisch probleem: er is geen plan B. Als tiki taka niet lukt, dan
is het over en uit. Geen alternatief. Onbegrijpelijk toch, voor een spelerskern
vol supertalenten (Messi, Iniesta, Xavi, Busquets, Fabregas, Dani Alves, Piqué,
Pedro, nu ook Neymar) die al jaren wordt opgehemeld als het beste elftal aller
tijden en een club die, ondanks een gigantische schuldenberg, zo rijk is als de
Middellandse Zee diep. Ronduit zielig hoe het dan altijd maar weer probeert door het
midden te combineren, waar een woud van vijandige benen wacht.

De voorbije drie seizoenen is FC Barcelona als beste elftal
van Europa overvleugeld door Bayern München, een ander FCB. Onder Jupp Heynckes
en nu nog veel meer onder ex-Barça-trainer Pep Guardiola voetbalt Bayern vanuit
balbezit, dominant, een tikkeltje arrogant, een Duitse versie van tiki taka,
maar dan sneller en efficiënter dan dat andere FCB. Maar vooral: Bayern heeft
een Plan B in huis. Als het combinerend niet lukt, dan worden er breekijzers à
la Mandzukic, in het verleden Gómez en binnenkort Lewandowski de loopgraven
ingestuurd. Dan wordt het tiki taka even opgeborgen en kiest men voor de
kortste weg naar doel. Dan heiligt het doel even de middelen (terwijl bij Barça
het middel, oogstrelend voetbal, altijd blijft primeren). Dan behaal je
resultaten door flexibel in te spelen op nieuwe situaties.

Bayern München is momenteel dé club van Europa, ook al
winnen ze over anderhalve maand de Champions League misschien niet. De beste
wint niet altijd in het voetbal, daarom is het zo’n interessante en
onvoorspelbare sport. Het zal voor mij niets veranderen aan de actuele status van
Bayern.

Barça moet nu dringend op zoek naar een oplossing voor drie problemen.
Eén, er is nood aan een ander type speler in de spits, om een wedstrijd open te
breken. Twéé, er is nood aan een evenwichtiger kern, want naast een vijftiental
absolute topspelers zijn er geen kwalitatieve wisselmogelijkheden voor Valdès,
Dani Alves, Piqué, Xavi, Iniesta en Messi. Drie, het systeem-Barça heeft
uitstekend gewerkt in het eerste decennium van deze éénentwintigste eeuw, maar
nu is er nood aan bijsturing. Bijkomend probleem: als het door de FIFA
opgelegde transferverbod overeind blijft, zal Barça die noodzakelijke
versterkingen niet in huis kunnen halen en zal het nog wat moeten
aan’modderen’. Tegen Valladolid, Getafe en Betis zal dat nog wel lukken, maar
Europees steeds minder.

Bayern toont vandaag de weg. Misschien moeten de mensen die
het voor het zeggen hebben in de Catalaanse hoofdstad maar eens op werkbezoek
in de hoofdstad van Beieren. Een tolk hoeft niet, Pep spreekt de taal nog wel.