Eén van de weinige voordelen van dictators uit landen die
zelden in het nieuws komen, is dat je bij elke wrede daad die ze plegen of
idiote beslissing die ze nemen, je aardrijkskundige kennis weer wat kunt
verbreden. Zo weet ik sinds maandagavond weer precies waar ik Oeganda moet
situeren op het Afrikaanse continent. Een naar Afrikaanse normen niet eens zo
groot land in het oosten, omringd door – in klokwijzerzin – Soedan, Ethiopië,
Kenia, Tanzania, Rwanda en Congo.

Oudere jongeren en mensen die de twintigste-eeuwse
geschiedenis grondig hebben bestudeerd, weten dat Oeganda tot 1962 een
protectoraat van Groot-Brittannië was, maar vooral dat in de jaren zeventig de
bloeddorstige dictator Idi Amin Dada er, letterlijk, de scepter zwaaide. Naar
schatting driehonderdduizend politieke tegenstanders werden tussen 1971 en 1979
vakkundig geliquideerd, een praktijk die de opvolger van Idi Amin, Milton
Obote, vrolijk, zij het iets minder drastisch, voortzette. De huidige president
Yoweri Museveni is al sinds 1986 aan de macht. Bijna achtentwintig jaar dus, een regeertermijn die alleen dictators tegenwoordig nog bereiken.

Jarenlang werd Museveni door de internationale gemeenschap
geroemd omdat hij schijnbaar een einde had gemaakt aan de executies en
verdwijningen van opposanten, en omdat hij voor relatieve stabiliteit en economische
groei zorgde. Oeganda verdween van de radar, ook al vernamen we wel eens dat
een religieuze gek als Joseph Kony in het noorden van het land een zogeheten Verzetsleger
van de Heer had opgericht, waarvoor hij kinderen ontvoerde om hen vervolgens in
te zetten als kindsoldaat of seksslavin. Ook stammentwisten bleven een
aandachtspunt, maar dat vonden we enigszins normaal, voor Afrika. En, o ja, Johan Van Hecke en zijn geliefde Els De Temmerman runden er een krantje.

Drie jaar geleden werd de homorechten-activist David Kato in
zijn huis vermoord, maar ook dat was een pijnlijk fait divers dat het nieuws bij ons slechts heel even haalde. De man
had jarenlang gestreden voor gelijke rechten voor homo’s en lesbiennes.
Homoseksuele handelingen waren in Oeganda toen al bij wet verboden. Er stonden
gevangenisstraffen tot veertien jaar op, als de beschuldigde tenminste de
rechtszaal haalde. Want al onder Idi Amin werden homo’s systematisch vermoord in de zogeheten
‘iron bar killings’.

In de tabloid Rolling
Stone
, absoluut niet te verwarren met het gelijknamige Amerikaanse
muziekblad, werden destijds namen en foto’s van homo’s gepubliceerd met de vraag
hen op te sporen en aan te geven, iets waar Kato hevig tegen protesteerde. Maar
al die tijd weigerde Museveni, wellicht ook onder buitenlandse druk, een
strengere anti-homo-wet goed te keuren, waarin de doodstraf was voorzien voor
daden van homofilie. Tot eergisteren. Een andere tabloid, Red Pepper, pakte een dag later al uit met een nieuwe lijst van
homo’s en lesbiennes, zowel mensen die openlijk homoseksueel zijn, als anderen
die nog niet uit de kast zijn gekomen. Hun Top 200 bevatte uiteindelijk ‘amper’ 61 namen, maar de boodschap is duidelijk: homo’s zijn outlaws en moeten verklikt en berechtigd
worden. Versta: bij voorkeur terechtgesteld. Weg uit de samenleving.

Oekanda?, zult u
zich misschien afvragen, vooral als u in Antwerpen woont en het lokale dialect
beheerst. Er zijn enkele eenvoudige verklaringen voor te vinden. Zesennegentig
procent van de Oegandezen is diepgelovig: 84% behoort tot het christendom, 12%
tot de islam. Amerikaanse evangelisten hebben de arme inwoners (meer dan een
derde van de Oegandezen leeft onder de armoedegrens) jarenlang ingepeperd dat
homoseksualiteit des duivels is. Museveni voegde er nog een dimensie aan toe:
hij sprak van een westers kwaad. En zoals in de meeste landen waar Kerk en
Staat niet gescheiden zijn, is er dan één logisch gevolg: andersdenken of
-geaarden worden gehaat, gepest, vervolgd en desnoods een kopje kleiner
gemaakt. In een opiniebijdrage in De Morgen stelt Afrikakenner Guy Poppe dat de Oegandese overheid de westerse inmenging beu was, zodat de invloed van het westen contraproductief werd en leidde tot deze ‘opstandige’ wet.

De bevolking van Oeganda is op elf jaar tijd, van 2002 tot
2013, met maar liefst tien miljoen eenheden toegenomen: van 24 naar 34 miljoen.
Beeld het u in: in iets meer dan een decennium zijn er even veel inwoners bij
gekomen als dat België er in totaal telt. Religie heeft daar alles mee te
maken, ook al omdat de katholieke kerk condoomgebruik in aidstijden bleef
verbieden, waardoor paus Johannes Paulus II – ik geef het toch maar even mee –
meer doden op zijn geweten heeft dan Hitler, Stalin en Mao sàmen.

Wat er begin deze week in de hoofdstad Kampala is gebeurd,
is uiteraard de beslissing en dus de schuld van de machthebbers, Museveni op
kop. Maar laten we toch de verantwoordelijkheid van Vaticaanstad niet vergeten.
Oeganda werd deze week terug in de tijd gecatapulteerd. Dat vinden
fundamentalisten best prettig. In duistere tijden voelen ze zich thuis, waar absolute
gehoorzaamheid heerst en niemand openlijk afwijkt van de norm.

Mijn gedachten zijn bij de mensen die niet onze luxe kennen
om in een ethisch progressief land te wonen, waar homo’s en lesbiennes van
elkaar mogen houden, hand in hand op straat mogen lopen, elkaar kussen, ja,
zelfs met elkaar trouwen. Zij zijn verplicht onder te duiken, zonder enig
vooruitzicht op vrijheid of rechtvaardigheid, in een land dat nogmaals de
achterlijkheid van georganiseerde religies, de onmenselijkheid van een
dictatoriaal bewind en de ziekelijke combinatie van beide bewijst.