Beste (pdw),

Eén jaar. Driehonderdvijfenzestig dagen. Ze zijn voorbij
gevlogen. Vele lieve woorden onmiddellijk na de droevige tijding, mooie
hommages in alle media, hier en daar een ranzige opmerking van een
lul-de-behanger die door jou nog niet zo lang voordien deskundig in de zeik was
gezet zoals jij alleen dat kon, nog flink wat nasnikken, nu een boek, binnenkort
een huldeconcert, maar het leven is wel degelijk verder gegaan zonder jou.

‘Ja, we zijn op Mars geraakt maar we zijn en blijven een ras
van idioten,’ schreef je ooit en dat is ook tussen 19 februari 2013 en 19
februari 2014 overvloedig gebleken. De door jou geliefde en middels een
fijnzinnige intro op Acht parels voor de zwijnen-gewijs voorgestelde Bill Hicks
had het over de mens als ‘een virus met schoenen’. Ik kan niet over de anderen
spreken, maar ik heb jouw in een combinatie van vitriool en balsem gedoopte pen gemist.

Wat had ik het afgelopen jaar graag jouw spits commentaar gelezen op een
politica die racisme een relatief begrip noemde, de troonswissels hier en bij
de buren, de Nobelprijs voor een François van bij ons, het
Eurovisiesongfestival, de nieuwe paus, ‘Hij Wiens Beentjes De Grond Niet Raken
Als Hij Schrijlings Op Een Cocker Spaniël Zit’ die concerten filmende fans een
proces wil aandoen, NewsMonkey, de ene Oostendenaar die de andere de
Electrawinds van voren gaf, de verkiezingsslogan waarmee het Blauwe Fabriekje
een vliegende start dacht te maken, de aartsbisschop en de pseudo-feministische
blote-borsten-bende; ik som kriskras wat brokjes actualiteit van het voorbije
jaar op, het was weer te veel om op te noemen.

***

‘Als u ‘manager’ op uw
naamkaartje hebt staan, weze het manager natuur of voorafgegaan door een prefix
à la ‘general’, ‘assistant’ of ‘business’: scheer uw scrotum met een bot
steakmes want u bent even nuttig voor de maatschappij als een valluik voor een
zweefvliegtuig.’

***

We moeten het vandaag stellen met Qué?, een handig in de, euh, hand liggend, beschaafd vormgegeven
boek – waarvan de titel trouwens perfect aangeeft wat exact een jaar geleden de reactie bij de meesten was nadat ze het verschrikkelijke nieuws hadden vernomen – met ‘vree wijze’ teksten van jouw hand, van lang geleden, maar ook van zo
kortbij dat ze bijna tastbaar worden. Zoals die tweet van 17 februari: ‘Begin
er een beetje door te komen, voel ik. Krijg weer zin om een paar koortsige
ego’s tot aan de oorlellen aan de zeik te zetten. Fuck de griep.’

Tot de griep jou fuckte
en die koortsige ego’s, tenzij ze zich toevallig de voorbije dagen in de buurt
van de Theems begaven, helemaal niet kopje onder zijn gegaan. Wat ontzettend
jammer en betreurenswaardig is.

Een boek dat opent met ‘Ik discrimineer niemand. Iederéén is
een kalf’ en daarmee de toon zet, al zullen die kalveren in kwestie de
relativerende kwinkslag in die als vanouds provocerende uitspraak toch weer als een
kaakslag lezen. Een boek dat het ook goed doet op de salontafel. Een boek dat
ik graag heb gelezen, maar dat ik liever niet had gelezen.

Je schrijft ergens: ‘een opportunistisch klootzak zoals u en
ik’, wat me naadloos bij de P brengt,
waarvoor ik me een week na je plotse verdwijnen enigszins opportunistisch, toch
ook wel schroomvallig en met de (pot)sierlijke landingscapaciteiten van een
aasgier op leeftijd kandidaat had gesteld om jou op te volgen. Ik was één van de twee
resterende kandidaten, zo bleek, maar ik slaagde er als Beerschotman blijkbaar niet in om
de Antwerpsupporter-met-stadionverbod die het blad runt te overtuigen. Hij die
het uiteindelijk gehaald heeft wilde opnieuw elke week vrouwenborsten op de
cover, ik niet. Waarna een nieuw tet-offensief volgde, daar ging jouw
journalistieke erfenis…

***

‘Planten in de maling
nemen is een hobby van mij. Ik jaag ze soms de stuipen op het lijf door ostentatief
voor te lezen uit een vegetarisch kookboek.’

***

Jij, verdomde Skyblaster, ik vind je nog altijd geen
rastaman. Als ik de teksten in Qué?
herlees dan is dat pure, onversneden rock ’n roll. Rock ’n roll zoals die in
zijn oervorm wilde zijn: een mokerslag, wild om zich heen slaand, enorm storend
voor de puriteinen en andere kwezels, af en toe flink naast de maat, maar wel
met overtuiging gebracht. Geen Mark ‘Ik beloof dat ik u op het einde van het
concert zal wakker schudden’ Knopfler, ‘Plinkeplonke artyfarty wij doen dit
enkel voor onszelf’ Radiohead of Mumford, Een Stel Door Clevere Marketing Boys
Bijeengeharkte Banjospelende Dorpsidioten & Sons, maar the real thing.

Je was een drummer, je sloeg dus wel eens door als je het bijvoorbeeld over roken op café en vegetariërs had, al heb ik me een breuk gelachen wanneer
je tofu, quorn en seitan ‘de Emerson, Lake & Palmer van de gastronomie’
noemde. Zelfs als ik het niet met je eens was, bleef ik je lezen. Goed
geformuleerde nonsens blijft in de eerste plaats ‘goed geformuleerd’. En ook:
‘nonsens’.

Maar dan lees ik dat ‘Wiegeliedje’ op bladzijde 95 en kan ik
alleen maar denken: wat een warme man, zoals je daar over ‘het ventje Benno’
schrijft. Of die quasi achteloze manier waarop je een paar pagina’s verderop over
je eigen ervaringen met een pedofiele buurman vertelt. Literatuur. Een man met een groot hart en laat nu net dat orgaan je die negentiende februari in de steek hebben gelaten.

***

‘Het waaide onlangs zo
hard, dat ik een van mijn kippen – de kont naar de wind gekeerd – drie keer
hetzelfde ei heb zien leggen.’

***

Het meest heb ik nog genoten van die oude platenbesprekingen
uit Humo, omdat die ergens heel ver
in mijn geheugen weggestoken zaten. Teksten van soms bijna dertig jaar geleden,
maar nog altijd genietbaar. Over Pink Floyd-zonder-Roger-Waters (‘Ik wens me
hier niet meer druk over te maken. U bekijkt het maar. Beluisteren zou ik het
niet doen’). Over de latere Prince, die zich TAFKAP liet noemen en dat
vergezeld liet gaan van een teken dat ik niet terugvindt op mijn toetsenbord
(‘In hoeverre ben ik bereid U nog op deze weg te volgen, Uwe Vaak In
Kikkerperspectief Gefotografeerdheid? Even ver als een dwerg een piano kan
gooien’). Over Kiss (‘Voor 350 snaren krijgt u 10 waardeloze riffs, zo luid en
lomp mogelijk gespeeld. Geen wonder dat ze hun smoelen niet laten zien’). Over
The Scorpions (‘Dertig jaar geleden werd de hardrockgroep The Scorpions
opgericht, Duitslands rijkelijk late antwoord op de landing van de geallieerden
in Normandië, maar desalniettemin een wraakactie waar de wereld niet van terug
had’).

En om het af te leren een paragraafje uit je recensie van Spice World, de tweede cd van The Spice
Girls, uit 1997. ‘The Spice Girls – Sporty
Spice, Sexy Spice, Baby Spice, Posh Spice, Scary Spice
, ze missen eigenlijk
alleen een Serge Spice – zijn het
grootste marketingsucces sinds Eva Herzigova haar joekels in een Wonderbra
wurmde en boven het onderschrift ‘Hello
boys!
‘ alle bushokjes tussen De Pinte en Parijs opfleurde. En dàt was het
grootste marketingsucces sinds Hitler een swastika op zijn boxershort naaide en
zijn maats opbelde met ‘Laten we Europa
gaan verkennen
‘.’

Ik heb je altijd graag gelezen, (pdw), maar ik had dat nog
veel liever blijven doen. Grasduinen door
die afgestofte pareltjes is Viagra voor de ziel; het helpt maar even en de
bevrediging maakt snel plaats voor de orde van de dag en die luidt: we missen jouw
onafhankelijk geest, jouw vlijmscherpe analyses, jouw genadeloze humor en,
bovenal, jouw unieke schrijfstijl.

(Die laatste zin is overigens onder voorbehoud, want ik ken
het effect van Viagra vooralsnog niet!)

***

‘Geld en gevoel voor
humor, het zijn twee dingen waar de Vlaming het over het algemeen knap lastig
mee heeft. Van het eerste denkt hij dat alle anderen er meer van hebben, van
het tweede denkt hij dat hij er meer van heeft dan alle anderen.’

***

Muskatnuss.

***

(pdw), Qué? (Het
allerbeste van Patrick De Witte), Borgerhoff & Lamberigts, 192 pagina’s,
24,95 euro, ISBN 9-789089-314406.