Nine/Eleven eist
weer alle aandacht op, twaalf jaar nadat Al Qaida het Amerikaanse
zelfvertrouwen op die bewuste datum een flinke deuk gaf, de Twin Towers live op
televisie als een mislukte soufflé in elkaar zakten en het oninneembare
Pentagon opeens niet zo’n oninneembare vesting bleek te zijn. 9-11 staat voor
een onverwachte thuisnederlaag van een zich onoverwinnelijke achtende,
betweterige, opdringerige natie, die zich achteraf afreageerde op de Taliban
(geen enkele Afghaan was nochtans bij de aanslagen betrokken) en Irak (een land
dat dan toch niet over een kernwapenarsenaal beschikte, zoals de Amerikanen bij
hoog en bij laag beweerden, valse bewijzen in de hand).

Amerikaanse regeringen zijn zelden kieskeurig in hun wraak.
‘Wanted: Dead Or Alive’ is een principe dat overwaaide uit de tijd van
schietgrage cowboys en sheriffs, diep in de negentiende eeuw, en dat door
president George W. Bush letterlijk werd geciteerd in de nasleep van 9/11.
Amerika is ook het land waar een cowboyacteur het eerst tot gouverneur en
daarna tot populaire president kon schoppen. Amerika is het Beloofde Land voor
wie gelooft in valse beloftes.
***

Ik neem u mee naar een andere 11de september die vandaag herdacht
wordt, zij het met minder bombarie dan 9/11. In 1973, precies veertig jaar
geleden, werd in het Zuid-Amerikaanse land Chili de democratie vermoord. De
verkozen socialistische president Salvador Allende, populair bij het volk,
vriend van de Sovjet-Unie omdat je in die tijd als staatsleider nu eenmaal moest kiezen tussen
het oost- of het westblok, was een doorn in het oog van de Verenigde Staten.
Hij moest zo snel mogelijk weg.

De CIA dokterde een plan uit en op 11 september 1973 werd
dat vlekkeloos uitgevoerd. Allende vluchtte en pleegde zelfmoord. De dichter
Pablo Neruda, winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur in 1971, overleed
twaalf dagen later; officieel aan een hartfalen, officieus nadat hem een
dodelijke injectie werd gegeven. Generaal Augusto Pinochet mocht met steun van
Nixon, de meest corrupte president uit de Amerikaanse geschiedenis, de macht
grijpen. De volgende zeventien jaar zou het leger op brutale wijze Chili in een
houdgreep nemen.

Democratie was even bijzaak voor het land dat zich graag als
de bakermat van die democratie ziet. Geopolitici en andere militaire strategen
waren immers tot de conclusie gekomen dat de domino-theorie zijn intrede
dreigde te doen in Zuid-Amerika, mocht Allende aan de macht blijven. De
domino-theorie, voor de jongere lezers, is voor de politiek wat de stepping stone-theorie is in de wereld
van drugs en andere roesmiddelen. Als één land communistische sympathieën
vertoonde, zou het zijn buurlanden kunnen aansteken en zou het communisme zich
als een rode inktvlek kunnen verspreiden over een heel continent. En dus drong
een stevig ‘Adios Allende!’ zich op.

***

Een veertienjarige jongen keek verwonderd naar de met
vertraging binnenlopende zwart/wit-beelden van de militaire coup. Hij zag tanks
en uniformen en angstige mensen en nam zich voor om nooit in het leger te gaan,
waar je blind bevelen moest uitvoeren, ook al druisten die in tegen je eigen
overtuiging. Zonder nadenken gehoorzamen, zo had de jongen voor zichzelf
uitgemaakt, is dom. Braafjes de Grote Leider volgen was niet aan hem besteed,
dat hadden enkele leraren al aan den lijve ondervonden.

Op televisie zag hij beelden van een geblokte reporter van
de BRT, die met zijn cameraploeg in een hoekje van het nationale voetbalstadion
in Santiago werd gedreven door militairen, maar die recalcitrant en dapper
genoeg was om sigaretten over het prikkeldraad te smijten naar de smekende,
hulpeloze massa. Chili was heel ver, zo goed beheerste de jongen zijn
aardrijkskunde wel, maar het was ook dichtbij, dank zij de wonderen van de
techniek, een paar camera’s en een antenne op het dak. En hij wist al wat
democratie was en vervloekte Richard Nixon, de onverlaat die alleen maar aan de
macht was gekomen omdat de Kennedy’s vermoord waren.

Die dag, 11 september 1973, werd de kiem gelegd van wat de
jongen later wilde worden: journalist. Hij wilde óók het nieuws brengen, de
wereld verklaren, proberen aan te tonen wat er écht gebeurd was. Wist hij veel dat hij zes
jaar later – geen jongen meer, maar ook nauwelijks een man – in die geblokte reporter
een leraar en mentor zou vinden, die de journalistieke vlam nog veel sterker
zou doen branden.

***

In de dagen na de machtsgreep van Pinochet kwamen er meer
dan drieduizend Chilenen om. In de jaren nadien waren dat er nog veel meer,
geliquideerd in naam van het leger en met stilzwijgende goedkeuring van de ware
machthebbers van Amerika: de CIA, de wapenfabrikanten en de zakenwereld.
Tijdens de moorddadige raids van 9/11 stierven er ook drieduizend mensen. Toch
ervaren de meesten onder ons de impact van 2001 als veel groter dan die van
1973. De beelden waren live en veel spectaculairder. Maar vooral: er is ons
geleerd om Amerikaans te denken, dus is een aanval op Amerikaanse bodem veel
relevanter voor media, politiek en economie dan een door het machtigste land
ter wereld goedgekeurde militaire coup ergens in Verweggistan. En ja, in deze
tijden van instant nieuws over panda’s en publiek kakkende pseudo-BV’s die in de
prostitutie stappen is 1973 natuurlijk al héél lang geleden. Letterlijk: een eind
weg in de vorige eeuw.

Dat op 11 september 1973 de democratie stierf, ach, dat is collateral damage, zo lijkt het wel.
Terwijl, als je er goed over nadenkt, het instorten van die twee spuuglelijke
torens veel meer collateral damage was
dan die gewelddadige messteek in het hart van het democratische wezen zovele
jaren geleden. Laten we Chili niet vergeten. Dat de ware democratie altijd moge
overwinnen. !Venceremos!