Bon. Heeft iedereen zijn zegje gedaan over Daan? Dan eis ik
nu het laatste woord op. Dit had niet mogen gebeuren, het is een grove
miskenning van het publiek (ook al was er dan gratis toegang op de allerlaatste
editie van het Linkerwoofer-festival, de aanwezigen betalen natuurlijk wel hun
consumpties!), Daan had beter moeten weten. That’s
it
. Now, move on!

Of, neen, toch nog iets. Het halve optreden dat een al dan
niet dronken Daan gaf op Linkeroever – de groep deserteerde na een half uur,
waarna de zanger een gitaar kapotsloeg (hoe rock ‘n’ roll was dat… way back in de jaren zestig!) en nog
iets in de microfoon prevelde over het eigen karakter van een band en dat ze er
nog wel zouden over praten en ‘Love you, dank u’ – hield ook Facebook en
Twitter een hele zondag bezig. Woordgrapjes, da’s soms wel leuk, maar ook
kretologie variërend van ‘Hey, het is rock ‘n’ roll, dit moet kunnen!’ tot ‘Weg
met de gesubsidieerde linkse culturo’s’. Want Daan Stuyven heeft al een aantal
keer nadrukkelijk zijn liefde voor België beleden en daarbij uitgehaald naar
het Vlaams-nationalisme, zijn recentste cd heet trouwens Le franc Belge, dus zitten er altijd een aantal Vlaamse onderstroomjongens
en -meisjes klaar om bij elke denkbare gelegenheid enkele schunnige
woordensalvo’s op hem af te vuren. Daan en Tom Lanoye vormden zo ongewild een
mooi koppel eergisteren. Subtiliteit, zei u? Even in de kelders gaan kijken bij
de alleroudste archieven. R.E.S.P.E.C.T., Aretha Franklin zong er al overtuigend
over: het is tegenwoordig ver zoeken ernaar.

***

Net zoals ik de kritiek op de ‘linkse’ Daan compleet van de
pot gerukt vind, begrijp ik ook diegenen niet die zijn podiumgedrag van
zaterdagavond halsstarrig verdedigden. Wat ik wel zeker weet: zij stonden niet
op het festivalterrein op dat moment! Zo
is het makkelijk zat om een dronken of stonede artiest te bejubelen; je bent
immers zelf niet belazerd als fan. Jackie Dewaele, aka Zaki, bleef vandaag in
een opiniestukje in De Morgen ergens
tussen het bejubelen van een portie rebellie en de toestand vervelend vinden voor de fans hangen, en hij hakte ook vrolijk in op de groepsleden, want je zanger
verlaten dat doe je nooit. ‘Een zanger is een groep’, zoals Wannes Van de Velde zong, dat klopt blijkbaar niet! En dat van die rebellie is ook o zo sixties: stoer zuipen en roken en de rechtse samenleving vervloeken, terwijl
de Boze Buitenwereld intussen gewoon verder draait. Maar wat kloppen we onszelf graag op de borst omdat we toch weer even
Sjors van de Rebellenclub zijn geweest!

Interessanter dan het vluchtige epistel van Zaki vond ik de beschouwing van Renate Breuer. Zij
stond namelijk wél tussen het publiek op Linkerwoofer en heeft dus zeker recht
van spreken. In een blogpost schrijft ze dat Daan ‘ontdaan’ was, toen hij door
zijn groepsleden verlaten was. Los van de fijne woordspeling – er waren er andere de afgelopen dagen en uren! – geeft ze toe dat je dit optreden niet
‘echt geslaagd’ kon noemen. En ze noemde het voorval ‘pijnlijk’ voor de groep, de organisatoren, het publiek én, in de eerste plaats, voor Daan zelf.

Daan zei achteraf in de media dat hij niet dronken was (’twee
glazen wijn’), dat het allemaal wel goed komt met de groep en dat hij vooral
nerveus was omwille van het nieuwe, muzikaal gecompliceerde materiaal dat ze
speelden. Kijk, dat eerste wil ik eventueel nog geloven. Maar dat laatste
argument is totaal ongeloofwaardig. Want diezelfde band stond de avond voordien
op het festival van Dranouter, waar zowel publiek als pers laaiend enthousiast
reageerden. Dus: eerst speel je een nagenoeg perfecte set (zonder de draad te
verliezen, zonder de tekst te vergeten) en een etmaal later heb je te weinig
gerepeteerd en is alles veel te ingewikkeld? Effe ernstig blijven.
R.E.S.P.E.C.T., Daan!

***

Ach, ik vond vroeger die verhaaltjes over afwijkend gedrag,
abrupt afgebroken concerten en allerlei liederlijke toestanden ook wel
aangenaam om lezen. Over de vraag wie het volgende rock ‘n’ roll-slachtoffer
zou worden, Lou Reed of Keith Richards (voorlopig geen van beiden), of wie er
na Brian Jones, Janis Joplin, Jimi Hendrix en Jim Morrison lid
zou worden van de ‘Club van 27’ (de winnaars heetten Kurt Cobain en Amy Winehouse).
Ik verslond dat soort verhalen. Omdat ik er ver van af stond.

Tot ik zelf tussen het publiek stond toen Mink DeVille in
oktober 1985 in de Leuvense Manhattan straalbezopen en stoned als een garnaal
over het podium zwalpte, flessen sterke drank uitwisselend met de fans op de
eerste rijen. Geloof me: het was een belabberd optreden, weggegooid geld. Demasiado corazón leek op dat moment
eerder op Demasiado tequila.

Ik keek met stijgende verbazing toe hoe Bob Dylan in 1990 op
Rock Torhout zijn bekendere werk ongeïnspireerd afhaspelde, tussendoor telkens ‘Thank you!’
mompelend (hij, de man die zelden met zijn publiek converseert). Achteraf
vernam ik van de stage manager dat
Bawb niet van deze wereld was toen hij het podium betrad. In latere jaren trad
hij ook wel eens op met zijn rug naar het publiek of de hele avond
piano-spelend op een slecht verlichte plek in een uithoek van het podium, nauwelijks zichtbaar voor een kwart van de zaal. Dylan
is een groot poëet en een machtig verteller, maar soms gedraagt hij zich als
een kinderachtige asshole. Voilà, ik
heb iets kritisch gezegd over een absolute held van me! Groot R.E.S.P.E.C.T. voor zijn indrukwekkende œuvre, veel minder respect voor zijn attitude tegenover zijn aanbidders.

In oktober 2007 wilde ik absoluut Amy Winehouse zien, omwille
van de fantastische muziek die op Back To
Black
staat, één van mijn lievelingsplaten van deze eeuw, maar stiekem ook
met de gedachte dat het nú moest gebeuren omdat het mens zich aan het kapot leven
was. Het was een abominabel concert, daar in de AB, dat enkel nog wat gered
werd door een competente band, die – in tegenstelling tot de kompanen van Daan
– niet opstapten toen de frontvrouw flarden teksten vergat, heen en weer waggelde en
voortdurend aan haar jurk zat te frunniken. U mag dat optreden van mij gerust
onvergetelijk noemen (in zekere zin was het dat zelfs nog ook!), ik vond het
vooral een aanfluiting en een trieste afgang voor een prachtige zangeres.
Gelukkig zijn er nog haar platen en de documentaires over die enkele concerten die wel geslaagd waren en behoorlijk nuchter verliepen.

Zo kan ik nog talloze voorbeelden noemen van artiesten die
geen zin hadden of niet in staat waren om hun publiek een volwaardig optreden
voor te schotelen. Dat kan allemaal heel erg rock ‘n’ roll lijken, maar ik kan
er alleen maar minachting voor voelen. Het is amateuristisch, egoïstisch,
kleintjes. Het is kakken op je fans, terwijl je zelf pretendeert te kakken op
de maatschappij. Het is nep. Al moet je iedereen een mindere dag gunnen. A bad day at the office: het overkomt ons allemaal wel eens.

Maar als je op dat moment, in volle verwachting van een fijn
optreden van een geliefde artiest, aanwezig bent, enkele tientallen euro’s
armer, kan je niet anders dan je bekocht voelen. Dat zouden de dames en heren
die nu keiluid ‘That’s rock ‘n’ roll!’ schreeuwen, ook moeten beseffen. Alleen:
zij waren niet op Linkerwoofer afgelopen zaterdag, zij ventileerden hun
meninkje veilig thuis op de bank of op een terrasje. Makkelijk praten!

***

Om u gerust te stellen: ik ben heus geen moraalridder. Kan
het mij wat schelen dat Daan zijn cd’s opneemt in beschonken toestand, of high,
of een combinatie van de twee. Zolang die cd maar goed klinkt. Misschien is het
wel goed dat Hemingway of Bukowski de hele tijd naar de fles grepen, omdat het
hen in staat stelde om ongeremder te schrijven, met de gekende gevolgen:
schitterende literatuur. Maar daarom moet je het nog niet waarderen dat een
zatte auteur zijn eigen werk komt voorlezen, want dan verkracht ie de tekst en,
uiteindelijk, de magie.

Er is namelijk een levensgroot verschil tussen creëren en
opvoeren. Bij de creatie lig ik niet wakker van het totstandkomingsproces. Het
is het resultaat dat telt. Als ik bij de opvoering aanwezig ben, wens ik
gerespecteerd te worden. Dat recht heb ik, als toeschouwer. Dat recht eis ik
dan ook op.

Daan is zijn publiek een revanche verschuldigd. Hij is ook
zijn brothers in arms, zijn
groepsleden, een revanche verschuldigd. Maar hij is in de allereerste plaats
zichzelf een revanche verschuldigd. Het concert van komende zaterdag op de
Lokerse Feesten biedt daartoe een unieke kans. De organisatoren wrijven zich
ongetwijfeld in de handen: geen betere promotie dan een relletje elders, onder
het motto ‘Negatieve reclame is ook reclame!’ Nu nog de groepsleden overtuigen,
een paar keer stevig repeteren en de avond zelf van de drank en de Swedish Designer Drugs blijven, Daan.

R.E.S.P.E.C.T. (Oh
sock it to me, sock it to me, sock it to me).