Donderdagavond bekroonde het weekblad Trends de ‘HR Manager van het Jaar, maar vier dagen later praat
niemand nog over de winnares (Sabine Gekiere van McDonald’s, ‘Sabine wie?’).
Het is de toespraak van Jan De Nul, CEO van het baggerbedrijf Jan De Nul uit
Hofstade-Aalst, die alle aandacht naar zich toe zoog en zeer uiteenlopende
reacties losweekte in de traditionele en sociale media.

Onder de provocerende titel ‘Moeder, waarom werken wij?’
haalde De Nul uit naar de ‘vette’ overheid, de politieke klasse en drie miljoen
niet-werkende Belgen. Het refrein klonk bekend, ondernemers zingen het intussen
uit het hoofd mee: de loonlast is te hoog, te weinig werkenden moeten te veel
andere mensen onderhouden, er zijn veel te veel ambtenaren, bedrijven betalen
de tol van de economische crisis. ‘Er is gewoon geen goesting om te werken,
omdat het zonder werken ook kan,’ zei De Nul. Een mantra die prompt werd
overgenomen door gelijkgezinden en verketterd door andersdenkenden.

Het zal dan ook wel geen toeval zijn dat De Nul zijn
uitspraken deed op een evenement van Trends,
zoals bekend de favoriete nachttafellectuur voor al wie in de bedrijfswereld
iets te zeggen heeft. Een één-tweetje heet zoiets. Op een redactievergadering zegt
iemand ‘We moeten iemand zoeken die nagels met koppen durft slaan!’, waarop
iemand anders zich afvraagt ‘Wie durft dit en aarzelt niet om daarbij scherpe
bewoordingen te gebruiken?’ en een derde prompt repliceert ‘Jan De Nul, die
neemt geen blad voor de mond!’. Waarna de hoofdredacteur de telefoon neemt en
het scenario bespreekt met de knuppelwerper met dienst.

Van De 0 naar de 9: de cijfertjes kloppen niet

De Nul goochelde ook met cijfertjes. Er zijn meer dan 11
miljoen Belgen. 6,1 miljoen landgenoten hebben de leeftijd om te werken. Er
zijn er slechts 3,1 miljoen, iets meer dan de helft dus, die dat effectief
doen. Als je in zulke heftige toespraak, die het doel heeft om mensen wakker te
schudden, uitpakt met cijfermateriaal, moet dat natuurlijk van A tot Z, pardon:
van 0 tot 9, kloppen, anders werkt de fout verspreide informatie achteraf als
een boemerang.

En daar schortte het al meteen, zo toonde de rubriek ‘Fact checker’
in De Zevende Dag zondagmiddag aan.
De Nul had het over 3,1 miljoen werkenden, plus 1,3 miljoen ambtenaren.
Uiteraard moet je die twee getallen optellen: zo kom je aan ruim 4,4 miljoen werkenden.
In plaats van 51 procent actieve bevolking, zoals De Nul had berekend, kom je
dan volgens De Zevende Dag aan 72%, een serieus verschil.

Maar dan nog blijft de vraag waar De Nul zijn cijfers heeft
gehaald, want zelfs die 6,1 miljoen potentieel actieve Belgen is fout. Als we
de officiële statistieken opzoeken – eenvoudig terug te vinden op
statbel.fgov.be – kom je met de meest recente gegevens (2012) aan een totaal van 7.241.955 in de
leeftijdscategorie 15-64 jaar. Als je daar de ‘inactieve’ bevolking in de
categorie 15-24 jaar (vooral leerlingen en studenten) aftrekt, kom je aan 6.333.275
Belgen die geschikt zouden moeten zijn om te werken, dik 200.000 meer dan in De
Nuls berekeningen. Statbel telt 368.388 werklozen en 1.485.853 inactieven,
waarbij ‘werklozen’ worden gedefinieerd als ‘actieve bevolking zonder
betrekking’ (mensen die actief werk zoeken en die direct beschikbaar zijn voor
de arbeidsmarkt) en ‘inactieven’ als ‘personen die niet economisch actief zijn’
(uitsluitend met het huishouden bezig, vrijwilligers, studenten,
(brug)gepensioneerden, enzovoort). Als we werklozen en inactieven aftrekken van het totaal
van 6.333.275, houden we bijgevolg een actieve bevolking van 4.479.034 landgenoten over.

Met excuses voor de vele cijfers, maar toch nog even de
verschillen overlopen. 6,1 miljoen Belgen die kúnnen werken volgens De Nul
versus 6,3 miljoen officieel. 3,1 miljoen Belgen die effectief werken volgens
De Nul versus 4,5 miljoen officieel. 51% actieve Belgen volgens De Nul versus 71%
officieel. Jan De Nul had er dus goed aan gedaan zijn cijfermateriaal eerst even
te dubbelchecken, want zijn redenering wordt zo grondig onderuit gehaald. Zijn
opmerking dat 8 miljoen Belgen niet actief zijn is bovendien bijzonder gratuit.
Om het met een goedkope woordspeling te zeggen: het is bagger! Tenzij hij
verwacht dat ook peuters, kleuters, tieners en hoogbejaarden aan de slag gaan.
Even ernstig blijven…

Over ernstig blijven gesproken: ABVV-topman Rudy De Leeuw schreef
vandaag in een provocerend opiniestuk in De
Morgen
dat de baggersector al vijftien jaar geen sociale bijdragen betaalt.
Als dat klopt, ook voor de NV Jan De Nul, dan schort er iets met het geheugen
van de heer De Nul en overtreedt hij één van de ongeschreven levenswetten:
‘Bijt nooit de hand die je voedt!’.

Toch blijft 29% werkloze of inactieve Belgen een pijnlijk
gegeven. Het wordt des te pijnlijker als je de cijfers van 2012 vergelijkt met
die van 2002. Tien jaar eerder was nog ongeveer 77% actief (tegenover 23%
werkloos of inactief). Door de vergrijzing van de bevolking zal het probleem in
de toekomst alleen maar scherper worden gesteld: vreemd dat De Nul dáár niet de
nadruk op gelegd heeft. Het zou zijn betoog veel krachtiger gemaakt hebben.
Want de conclusie is wel degelijk: Belgium,
we have a problem!

Ziekelijk hoge salarissen en bonussen

Waar De Nul helemaal de baggerboot ingaat, is met
veralgemenende opmerkingen als ‘er is geen goesting om te werken’, ‘bouw de
overheid af’ en ‘doe iedereen die de leeftijd heeft om te werken ook wérken’.
Het zijn uitspraken die passen in een inmiddels lange traditie van
rechts-liberale vooroordelen à la ‘Stakers zijn luieriken’, ‘Ambtenaren zijn
lui’, ‘Wie de wil heeft om te werken, zal altijd werk vinden’ en ‘Armoede is
een keuze’.

Ik ken de interne keuken van de NV Jan De Nul niet, maar ik
vraag me af of de CEO al vijftigplussers heeft aangeworven sinds de overheid
maatregelen nam om bedrijven daarvoor te compenseren, en hoeveel dat er dan wel
zijn? Betaalt de NV Jan De Nul keurig belastingen of laat de CEO toe dat zijn
bedrijf, via legale fiscale spitstechnologie of via illegale
ontduikingspraktijken, geld onttrekt van de overheid? Heeft de CEO ervoor
gezorgd dat de loonspanning tussen de hoge en lage inkomens binnen de NV Jan De
Nul minder dan het Belgische gemiddelde (2,25) bedraagt? Indien het antwoord
telkens volmondig ‘Ja’ is, heeft hij recht van spreken. In het andere geval is
hij zelf medeverantwoordelijk voor het uit de markt werken van oudere
werkwilligen, het verkleinen van de financiële mogelijkheden van de overheid en
het onvoldoende vergoeden van zijn werknemers.

Waar je de bedrijfswereld zelden over hoort, zijn de
ziekelijk hoge salarissen en bonussen die CEO’s en andere topmanagers
opstrijken. Als veertig topmanagers bij AB InBev voor meer dan een miljard euro
aan bonussen opstrijken (bonussen,
géén salarissen!), valt dat dan maatschappelijk nog te verantwoorden? Hoeveel
banen kan je creëren voor dat bedrag? Ja, zeggen de voorstanders dan, maar als
we die bonussen niet uitkeren, willen die topmanagers niet komen. So what, denk ik dan, je vindt heus wel
bekwame managers die het voor een fractie van dat bedrag even goed zullen doen.
Eigenlijk zou geen enkele topmanager meer dan een miljoen euro per jaar moeten
verdienen, inclusief bonussen, exclusief aandelenpakket.

Iedereen is bezig met zijn eigen jihad

Er wordt dus vanuit de bedrijfswereld al jaren op dezelfde
nagel geklopt. Maar dat gebeurt net zo goed vanuit syndicale middens, waar de
tegenovergestelde boodschap wordt verkocht. Enigszins karikaturaal zou je
kunnen stellen dat de ondernemers vasthouden aan wat is, vakbonden aan wat was
en politici aan wat komen gaat (de eerstvolgende verkiezingen). Ondernemers
kijken naar hun kortetermijnwinsten, vakbonden proberen reddeloos verloren
industrieën alsnog te redden (denk in het niet zo verre verleden aan mijnbouw
en staal). Het is allebei kortzichtig, onproductief en een bewijs van verouderd
en verstard denken. Hoeveel banen creëren ondernemers op deze manier, als het
er echt op aan komt? Hoeveel banen beschermen/redden vakbonden op langere
termijn door hun houding?

Niet verwonderlijk dat de zogeheten ‘sociale partners’
onmogelijk nog tot grote akkoorden komen: ze organiseren dovemansgesprekken,
waarbij alle deelnemers zó overtuigd zijn van hun eigen Grote Gelijk, dat een
consensus bereiken al van bij de start onmogelijk wordt.

Zowat alle belangrijke debatten in dit land – of ze nu
politiek, financieel, economisch, sociaal of ethisch zijn – worden deskundig
versmoord in een soort retoriek die nog het meeste weg heeft van religieus
fanatisme. Alle betrokkenen – politieke partijen, werkgeversorganisaties,
vakbonden – zijn bezig met hún jihad,
een oorlog om heilige principes, waarbij er nauwelijks nog maneuvreerruimte om
te onderhandelen overblijft, laat staan de wil om te luisteren naar andermans
argumenten.

Alias Smith and Keynes

Voor wie economisch rechts denkt is An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations van
Adam Smith een soort heilige schrift, waarbij het principe van ‘de onzichtbare hand’ naar eigen goeddunken
wordt geïnterpreteerd. Voor wie economisch links denkt zijn de principes uit The General Theory of Employment, Interest
and Money
van John Maynard Keynes in steen gebeitelde ‘Waarheden’.

Maar net zoals kardinalen en imams meestal een zeer strikte
interpretatie van Bijbel en Koran voorop stellen, waarbij hun volgelingen
helemaal naar de letter leven en de geest negeren, zo vergeten politici,
economen en organisaties van werkgevers en werknemers dat Smith nooit een
ongebreideld kapitalisme heeft gepropageerd en dat Keynes zeker geen
voorstander was van ongecontroleerde overheidsuitgaven.

En toch. Wie aanhanger is van Smith (of Hayek, Friedman
& co), vindt automatisch Keynes verdacht, en vice versa. Nochtans zou het
goed zijn om beide theorieën te gebruiken: Smith wanneer het economisch goed
gaat, Keynes in duistere tijden, zoals nu. Overheden zouden moeten besparen
wanneer de economie goed draait en dat gespaarde geld gebruiken wanneer de
economie het nodig heeft. Omdat dat niet gebeurd is, zijn er vandaag geen budgettaire
mogelijkheden om de slabakkende economie te ondersteunen.

Ja, dat is een verwijt aan alle partijen die pakweg tussen
1993 en 2007 (in de economisch ‘goeie’ jaren) (mee) aan de macht zijn geweest,
zowel federaal als regionaal. Ja, om de Vlaams-nationalistische lezers gerust
te stellen: op federaal vlak zaten de sociaal-democraten altijd mee aan het
stuur en ze hebben het vertikt om een noodzakelijke bocht te maken. Ja, de PS
is al die jaren een té dominante factor geweest. Maar ook: ja, Paul Magnette
had gelijk toen hij op 16 april jl. in De
Standaard
schreef dat ‘onze uitgeputte samenleving collectieve oplossingen
en nieuwe solidariteitsmechanismen nodig’ heeft. ‘Net als in de jaren dertig’.

Alleen vergat Magnettes partij om er anderhalf decennium geleden voor te pleiten een
spaarpotje aan te leggen voor de magere jaren. Binnen de regeringen bleef het
bij een opmerkelijke, maar snel vertikaal geklasseerde, open brief van Frank
Vandenbroucke en het veelbesproken, maar tot weinig tastbare resultaten
leidende Zilverfonds van Johan Vande Lanotte.

Van moetens

Het makkelijkste zou zijn om de toespraak van Jan De Nul
ongenuanceerd toe te juichen, tot op de grond af te breken of straal te
negeren, maar dan zien we het dieperliggende probleem niet. En dat is er wel
degelijk. Wie heeft er voldoende moed om de egelstelling te verlaten en te
proberen bruggen te bouwen? Kan dat nog in onze gepolariseerde samenleving? Of,
laat me de vraag anders stellen, zijn er voldoende verlichte geesten in onze
politieke en economische middens die op tijd inzien dat overleg en samenwerking
geen overbodige luxe zijn, maar dat het van
moetens
is?