Ik heb iets met Milaan-San Remo (omgekeerd is dat ongetwijfeld veel minder het geval). De langste klassieke klassieker die het wielerpeloton
elk jaar onder de wielen geschoven krijgt, bijna 300 kilometer asfalt, is
nochtans voor negentig procent saai en voorspelbaar. Een peloton dat op een
lange sliert langs de prachtige Ligurische kust rijdt, een occasionele durfal
die een vergeefse ontsnappingspoging waagt, een gesloten groep die aan de
beklimmingen van de Cipressa en de Poggio begint. Tot een jaar of vijftien
geleden had je dan altijd wel iemand die op die laatste helling het verschil
maakte en solo over de aankomststreep reed, maar tegenwoordig krijgen we
steevast een halve of hele massaspurt als ontknoping.

In het verleden werd M-SR gewonnen door de allerbeste
coureurs, van Alfredo Binda, Gino Bartali en Fausto Coppi over Rik Van Looy,
Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck tot Laurent Fignon, Seán Kelly en Gianni
Bugno. Renners die een heel jaar meededen om de prijzen en die zowel in de
klassiekers als in de grote rondes uitblonken. Het keerpunt kwam er in 1997,
toen de Duitse spurtbom Erik Zabel zijn eerste van in totaal vier zeges
behaalde in San Remo. Op de historische erelijst komt hij daarmee achter Eddy
Merckx (7 overwinningen) en Costante Girardengo (6 stuks), maar op gelijke hoogte
met Gino Bartali.

Andrei Tchmil, Paolo Bettini en Fabian Cancellara slaagden
er nadien nog in om het peloton te verschalken, maar als je weet dat ene Mario
Cipollini M-SR ooit gewonnen heeft, in 2002, dan besef je dat deze koers flink in
waarde gedevalueerd is. De jongste vier winnaars waren in chronologische volgorde
Mark Cavendish, Oscar Freire, Matthew Goss en Simon Gerrans, stuk voor stuk
spurters. En de grote favoriet voor de editie 2013 is Peter Sagan. Say no more.

***

Er zijn een aantal redenen om van M-SR te houden. Er is het
onmiskenbare feit dat dit al vele jaren de eerste koers is die er écht toe doet
in het wielerseizoen (vergeet Omloop Het Nieuwsblad, Parijs-Nice en
Tirreno-Adriatico, dat zijn slechts opwarmingsoefeningen). Er is dat prachtige
land dat Italia heet en dat in die lange, saaie wedstrijd ongerept aan bod komt:
hoe vervelender de koers, hoe meer je van het landschap kunt genieten. Italië
Vakantieland! En er is tenslotte die bijnaam: Primavera. Lente. Het gevoel dat
die akelige winter stilaan koning-af is (moeilijk voor te stellen als het
buiten nog tegen het vriespunt aanleunt, maar soit). Zon, warmere temperaturen, zonder vijf kledinglagen het huis
kunnen verlaten, blijere gezichten op straat, kortom: aangenamer leven.

De Primavera is de belofte van een mooiere toekomst in het
verschiet. De pedaalridders geven het tempo aan, elke duw op de trappers lijkt
wel een extra zonnestraal die door de huiskamer flitst. En de Poggio, eigenlijk
een bergje van niks, heeft zo vroeg op het seizoen de allure van een Alpe
d’Huez, een alpenreus die voor de gelegenheid naar de Italiaanse provincie
Imperia werd overgebracht.

Ik heb één keer M-SR aan de aankomstplaats, toen nog op de
Via Roma, meegemaakt, braafjes zittend achter het VRT-commentatorenduo Karl
Vannieuwkerke-Mark Uytterhoeven en mee turend naar een veel te kleine monitor. De
avond voordien was ik met de heren op stap geweest in een typisch ristorante. Lekker gegeten, dat wel,
maar ik kan me niet meer herinneren wat er op het bord werd getoverd. Wat ik me
wel nog, vaagweg, herinner: de vele glazen limoncello après, waarbij Uytterhoeven mij genadeloos aftroefde. Hij stond ‘s
anderendaags wel zo fris als een hoentje aan de ontbijttafel, ik niet.

Ik had zelfs de euvele moed gehad om eerst nog te gaan
joggen met André Meganck, de onmisbare man-achter-de-schermen bij de VRT.
André, toen een flukse fifty-something met een uitstekende conditie, liep mij,
net 42 geworden, er bijna voortdurend af. Ik pufte en hijgde en kokhalsde en hoopte dat hij
het bij de korte toer rond het hotel zou houden, maar het woordje ‘pap’ vormde
zich niet meer op mijn lippen. Erik Zabel won later die dag, vanzelfsprekend in
de sprint. De ambiance in San Remo was uitstekend, maar ik besefte nogmaals dat
je wielerwedstrijden nergens beter kunt bekijken dan thuis voor de buis.

***

M-SR wordt dit jaar voor het eerst op zondag gereden, wat
jammer is. Weer een stukje traditie dat verdwijnt. Sagan wint, dat staat vast.
Tenzij hij pech heeft of er toch iemand iets kan forceren in de slotkilometers.
Philippe Gilbert misschien? Hoewel de tot Belg genaturaliseerde Moldaviër Andrei Tchmil in 1999 won, is Fons De Wolf toch gevoelsmatig de laatste Belgische winnaar, in 1981, inmiddels al tweeëndertig jaar geleden. Ons land snakt naar een primus in de Primavera.

Als er al een Belg tot het kransje favorieten behoort morgen, dan is het Gilbert, een man voor alle terreinen. Het zou mooi zijn, zo vroeg op het jaar al
uitblinken in de regenboogtrui. Het is maar te hopen dat er dan niemand hem
twintig meter voor de streep een Vlaamse vlag tussen de spaken steekt.