(Deze bijdrage verscheen oorspronkelijk onder de titel ‘Eerste klasse is niet van A’ op www.deredactie.be.)

Flashback naar 6
mei 1973, net geen veertig jaar geleden. Op de dertigste en laatste speeldag
van de Belgische voetbalcompetitie speelt Beerschot op eigen veld 1-1 gelijk
tegen Union. De week voordien had het nog met zware 6-0 cijfers verloren tegen
rechtstreeks concurrent Standard. Met die 1 op 4 (in de huidige
driepuntentelling zou dat 1 op 6 zijn) zakt K. Beerschot V.A.V. finaal nog van
de tweede naar de vierde plaats, nog altijd goed voor een Europees ticket. Club
Brugge is kampioen in 1972-1973, R. Antwerp FC wordt zevende, K. Berchem Sport
achtste. Nog even herhalen, voor diegenen die tijdens het lezen van de vorige
zinnen hun wenkbrauwen fronsten: Beerschot op 4, Antwerp op 7, Berchem op
8. De drie Antwerpse clubs in de linkerkolom van de voorloper van de Jupiler
Pro League. Echt gebeurd!

Flash forward naar
9 maart 2013, 21u50. De spelers van Beerschot AC, nog niet helemaal bekomen van
een ongetwijfeld gezonde sportmaaltijd in een fastfood-restaurant langs de A12
(de gebruikelijke cateraar haakte af wegens al een tijdje niet meer betaald),
verliezen met 3-2 van Waasland-Beveren. Omdat concurrent Lierse wél wint, van
Kortrijk, is paarswit één speeldag van het einde van de reguliere competitie al
zeker dat het straks Play-off 3 moet spelen tegen Cercle Brugge. Eén van beide
clubs zakt rechtstreeks naar tweede klasse, de andere moet nog een eindronde
met de periodekampioenen uit tweede afwerken. De jongste seizoenen betekende
dat telkens degradatie voor de eersteklasser in dat mini-toernooi. Om maar te
zeggen: tweede klasse wenkt voor de club van het Kiel.

Twintig kilometer ten noordoosten van Beveren werd er wel
gejuicht. Antwerp had nog eens gewonnen. Weliswaar in tweede klasse en tegen de
voorlaatste in de stand, Sint-Niklaas, maar als er weinig vreugde te rapen
vallen, is een supporter al snel blij met een dode mus. Er zal ook wel
leedvermaak bij zijn geweest ten opzichte van de eeuwige rivaal. Berchem Sport
speelde zaterdag dan weer 1-1 gelijk op Torhout en behield daardoor de zesde
plaats in… derde klasse A.

***

Hoe is het zover kunnen komen? De neergang kan eenvoudig worden
samengevat in twee woorden: grootheidswaanzin en wanbeleid. Berchem Sport, de
kleinste en sympathiekste van de drie clubs, die destijds een socialistisch
label werd toebedeeld omdat voetbalclubs nu eenmaal aan een politieke beweging
moesten gelinkt worden in het verzuilde Vlaanderen, verdween in 1976 na vier
seizoenen uit eerste klasse, kwam weer even boven water in de periode
1978-1981, om na de jaargang 1986-1987 definitief te verdwijnen uit het
walhalla van het Belgisch voetbal.

Het ‘katholieke’ Antwerp, de oudste club van het land, trots
op stamnummer 1 (zo ongeveer het laatste om trots op te zijn, want de ooit zo
imposante Bosuil is nu een combinatie van ruïne en afzichtelijke nieuwe tribunes
geworden), zakte in 2004 en mag zich straks gaan opmaken voor een tiende
achtereenvolgende seizoen in tweede klasse.

Beerschot, historisch met ‘liberale’ stempel, ging een
eerste keer failliet in 1999, waarna het zijn legendarische stamnummer 13 moest
opgeven, maar wel kon fuseren met Germinal Ekeren, zodat men in het Olympisch
Stadion eersteklassevoetbal bleef spelen. Na een vijandige overname door de
Leuvense projectontwikkelaar Patrick Vanoppen werd Germinal Beerschot in juni
2011 opnieuw Beerschot AC, weliswaar met het stamnummer van Germinal, maar toch
met de ambitie om binnen de tien jaar mee te doen om de titel. De titel van
‘landskampioen’ is dat, niet die van ‘kneusje’ of ‘mooiste vertikale streep in
de truitjes’.

En nu? Het doemscenario, een ‘grote’ Antwerpse derby in de
‘kleine’ tweede klasse, komt in zicht. Kielse
Ratten
en roodwitte honden kijken
er niet echt naar uit. ’t Is alsof twee concurrerende filmvedetten mogen
meespelen in een ranzige B-film, laten we zeggen: een zombiefilm. Day of the living dead.

***

De Antwerpenaar, dat is bekend, vindt zichzelf geweldig en
heeft geen boodschap aan bescheidenheid en zin voor perspectief. Clubbesturen
hebben in de voorbije decennia de meest waanzinnige samenwerkingen op poten
proberen te zetten om tot een topper uit te groeien. Het altijd al bescheidener
Berchem Sport ging er twaalf jaar geleden bijna onderdoor, toen hun voorzitter,
een Armeense diamantair, in de cel belandde wegens valsheid in geschrifte en
fiscale fraude.

Beerschot ging eind vorige eeuw financieel onderuit na jaren
boven zijn stand geleefd te hebben. Voorzitter Paul Nagels pompte miljoenen in
de club terwijl het sportief van kwaad naar erger ging. Geld maakt niet alleen
niet gelukkig; als het niet gekoppeld is aan visie staat het in het voetbal
gelijk met zinloze investeringen. Na de fusie met Germinal zwaaide de
zuinige provincialist Jos Verhaegen er de scepter, met als gevolg dat de ooit
zo trotse club een saaie en grijze middenmoter werd.

Nieuwkomer en niet-Antwerpenaar Vanoppen moest beginnen met
het wegwerken van een diepe financiële put en heeft zelf niet de middelen om
mecenas te spelen. Bovendien is zijn beleid gesteund op
waan-van-de-dag-beslissingen. Trainer Adrie Koster werd in november ontslagen
omdat ie slechts 17 op 51 had behaald en net een reeks van 4 op 27 had
neergezet. Diens opvolgers, Wim De Corte en Jacky Mathijssen, haalden
respectievelijk 1 en 2 op 18, nog een pak slechter dus, wat nogmaals bewijst
dat trainerswissels zelden renderen en eerder getuigen van verregaande
kortzichtigheid en regelrechte paniek.

Antwerp, tenslotte, werd meer dan veertig jaar lang
autocratisch geleid door bankier Eddy Wauters, die zich specialiseerde in wheelen & dealen en die zowat elk
seizoen een financiële noodoplossing uit de hoge hoed moest toveren. Halve en
hele gangsters passeerden met grootse plannen op de Bosuil, maar verdwenen
langs de achterdeur toen het er echt om ging. En na de overname door de bij
Beerschot buiten gebonjourde ‘clan’-Verhaegen gaat het geen haar beter. Onlangs
wilde het nieuwe clubbestuur in zee gaan met een wegens vrouwenhandel en
allerlei fraudepraktijken veroordeelde charlatan. Tja, de geschiedenis herhaalt
zich in het voetbal iets vaker dan in de rest van de samenleving.

Ach, en dan komt er in crisistijden altijd iemand naar voor
met het waanidee van een fusie, alsof dat de toveroplossing zou bieden. Van
twee slecht geleide clubs maak je in zulk geval één héél slecht geleide club.
Fusie rijmt bijna op ‘euthanasie’ en het rijmt helemaal op ‘ruzie’ en
‘illusie’. In Antwerpen ligt dat onderwerp ietwat gevoeliger dan overal elders
in het land. Best opnieuw achteraan in de onderste lade opbergen, dus.

***

Volgens de flamboyante voorzitter Vanoppen, een man die er met
zijn 99,7% van de aandelen prat op gaat dat Beerschot nu eigendom is van ‘Me,
Myself and I’, is de stad Antwerpen medeschuldige voor het huidige debâcle van
zijn club. Nu kan je veel zeggen over het gebrek aan sportvisie in het
Antwerpse schepencollege – ex-burgemeester Patrick Janssens (met een
uitgesproken paarswit hart) kon weinig bewerkstelligen tijdens zijn
ambtsperiode, en de opeenvolgende schepenen van Sport Chantal Pauwels en Ludo
Van Campenhout (met roodwit hart) evenmin – maar het is niet Janssens die als
doelman al een heel seizoen veel te veel doelpunten incasseert bij Beerschot en
het is niet spits Van Campenhout die te weinig doelpunten maakt voor Antwerp. Wat
je hen wél kan verwijten: ze zijn veel te lang sentimenteel blijven hameren op
dat fetisjdossier van het gemeenschappelijke stadion en ze hebben de clubs niet
gedwongen om een écht langetermijnbeleid uit te stippelen.

Wat Beerschot en Antwerp nodig hebben zijn bestuurders met
een duidelijke, welomlijnde langetermijnvisie, een ijzeren discipline op
budgettair vlak, het realisme om de lat niet té hoog te leggen en het geduld om
te bouwen aan een stevige eersteklasseclub. Liefst zelfs twéé clubs, want
Antwerpen is de enige Vlaamse stad waar sportief-economisch ruimte is voor twee
clubs.

Maar wie heeft er in de metropool visie, liefst ook wat centen, een
agenda vol bruikbare connecties, is voldoende realistisch en toch ambitieus, en
begint niet direct te panikeren wanneer het even niet goed gaat?