Wat is dat toch met het Antwerpse voetbal? De grootste stad
van Vlaanderen, ruim een half miljoen inwoners, staat nauwelijks nog op de
voetbalkaart van België. Beerschot AC is in een pijnlijke degradatiestrijd verwikkeld.
Antwerp FC, de oudste club van ons land, slabakt al negen seizoenen in het
vagevuur van tweede klasse. Berchem Sport, ooit de derde trotse eersteklasser
uit de metropool, doet het na jaren sukkelen weer behoorlijk, maar dan wel in derde klasse.

Een stad met een haven die tot de Top 5 van Europa behoort,
met talloze belangrijke internationals die er ontstonden of er zich gevestigd hebben, daarvan
verwacht je dat de sponsors staan te dringen om zich aan een club te verbinden.
Niet, dus. De uitleg die historisch altijd gegeven werd, is dat bedrijven zich
niet willen associëren met één club, omdat hen dat klanten zou doen verliezen
onder de supporters van de andere “grote” club.

In de jaren zeventig
is er een korte periode geweest dat Bell de drie clubs (Antwerp, Beerschot,
Berchem) sponsorde. Vandaag is KwadrO actief als hoofdsponsor van Antwerp en
jeugdsponsor van Beerschot. Maar een grote vis vangen als hoofdsponsor, dat
lukt maar niet.

Integendeel zelfs. De clubs worden wel volop benaderd, maar dan
door schimmige zakenlui die alleen maar geïnteresseerd zijn in patrimonium en
prestige. Meer nog: het zou zomaar kunnen dat de zoektocht naar lucratieve
sponsordeals wordt afgeremd omdát de clubs telkens opnieuw in zee (in dit
geval: de Schelde) gaan met onbetrouwbare figuren. Ietwat gerenommeerd bedrijf
ziet zich liever niet geassocieerd worden met criminelen.

Matroesjka’s

Filip Antoine De Graeve, zo heet de waarschijnlijke nieuwe
eigenaar van Royal Antwerp Football Club. Een princiepsakkoord voor de overname
is er al een tijdje, maar het is wachten op bankgaranties. De Graeve zou tien
miljoen euro betalen voor de club met stamnummer 1.

Journalisten hebben intussen uitgevogeld dat die De Graeve
een vreemde kwast is. Vandaag vertegenwoordigt hij de investeringsholding Mantra
Group, die handelt in petroleum en suiker, en die zijn hoofdzetel heeft in
Singapore. In het recente verleden bekwaamde hij zich in het uitoefenen van de
spreekwoordelijke twaalf stielen en dertien ongelukken. Zo kwam hij op een
blauwe maandag nog terecht op het kabinet van de Vlaamse minister-president,
toen de liberaal Patrick Dewael er de plak zwaaide. Lang duurde dat niet, want
een gerechtelijk onderzoek noopte Dewaels opvolger, Bart Somers, om De Graeve
op staande voet te ontslaan.

Tussen 2003 en 2007 liep er een gerechtelijk onderzoek
wegens vrouwenhandel tegen Filip De Graeve en enkele handlangers bij de
Antwerpse informatica-intercommunale Cipal. Jonge vrouwen uit Moldavië werden
naar Antwerpen gelokt met de bekende belofte dat ze hier een fijne carrière
konden uitbouwen als karakterdanseressen. Maar u kent het scenario van Matroesjka’s: ze kwamen vanzelfsprekend terecht in de prostitutie.

In 2007 werden De Graeve & co nog vrijgesproken. U raadt
het al: procedurefouten. Maar een jaar later volgde voor het Hof van Beroep alsnog een
veroordeling tot één jaar cel en het verlies van zijn burgerrechten gedurende
vijf jaar.

2008-2013: als ik goed kan rekenen heeft die De Graeve zijn
burgerrechten nog altijd niet terug. Maar dat zal hem niet beletten om een
voetbalclub over te nemen. En het zal die voetbalclub niet beletten om haar
ziel te verkopen aan een veroordeelde crimineel. En het zal de supporters niet beletten om alvast te beginnen dromen van florissante tijden. Want De Graeve is niet de eerste en allicht ook niet de laatste die probeert te infiltreren in het voetbalmilieu.

Moneytron

U hoort een belletje rinkelen? Inderdaad, nauwelijks dertien
jaar geleden probeerde een andere louche zakenman, Albert Pans, zich al in te
kopen bij Antwerp. Pans had wél geld: 2,4 miljoen dollar om precies te zijn.
Daarmee kon het noodlijdende Antwerp nog snel de bondsschulden afbetalen,
enkele spelers kopen, een fandag organiseren en aan de bouw van een
stadion beginnen.

Althans, dat dachten ze in de bestuurskamer. Tot bleek dat
Pans zijn geld had verzameld door vijf rijke Amerikanen af te troggelen voor
een totaalbedrag van 3,6 miljoen dollar. De Olijke Oplichter had de yankees
namelijk een winst van 75 procent op twee weken tijd voorgespiegeld, een waanzinnig en daardoor zeer aanlokkelijk rendement, een beetje
volgens het Moneytron-principe waarmee Jean Pierre Van Rossem twintig jaar
geleden furore maakte (en wat hem in de gevangenis deed belanden).

Omwille van het gerechtelijk onderzoek ging de deal met
Antwerp niet door. Na een lange juridische veldslag werd Albert Pans in 2008
veroordeeld tot twee jaar effectief, een beroepsverbod van tien jaar en een
verbeurdverklaring van de sympathieke som van 3,6 miljoen dollar.

Superclub

U wil meer? Zeggen de namen Maurits De Prins en Superclub u
nog iets? De Prins was ook een man van twaalf stielen en nog net iets meer
ongelukken, die in 1983 begon met het verhuren van video’s onder de
bedrijfsnaam Superclub. Na een moeilijke start wist het bedrijf zich, met de
hulp van enkele bankiers, op te werpen als een zogeheten ‘prachtige belegging’.
Vele politici en zakenlui sprongen op de kar. De Kempense Steenkoolmijnen
staken meer dan 25 miljoen euro in de videoketen, tot de zeepbel uiteenspatte
en voor financieel-economische ruïnes zorgde.

Superclub was een aantal seizoenen hoofdsponsor van Antwerp. Het
was een tijd waarin de bomen tot in de hemel leken te groeien. Het zoveelste
fata morgana in het Antwerpse voetbal. De Prins verdween daarna met de noorderzon en uit de belangstelling, hij overleed vorig jaar.

Ook ene Tom De Decker, een 24-jarige patser uit Erpe-Mere,
zag in 2004 zijn moment de gloire
gekomen. Met de nodige bluf pompte hij 100.000 euro in de club, maar algauw
werd duidelijk dat dit geen sponsoring was, maar het witwassen van zwartgeld.
Exit De Decker.

Bankier Eddy Wauters, meer dan veertig jaar voorzitter van
de club waar hij zelf nog voor voetbalde, draaide zijn hand niet om voor het
sluiten van zulke opportunistische samenwerkingen. Zo kon hij roodwit jarenlang
in stand houden, tot hij in de herfst van 2011 opzij werd gezet door Jos
Verhaegen en Gunter Hofmans, schoonvader en schoonzoon, die net voordien op hun
beurt brutaalweg waren buiten geflikkerd op… Beerschot.

Porno

Beerschot heeft minder ervaringen met louche zakenmannen,
maar des te meer met driftige, oncontroleerbare voorzitters. Vanaf de jaren
zeventig, zeg maar: wanneer het voetbal ook in België geprofessionaliseerd
werd, stonden bij paarswit bestuurders op die verder wilden springen dan hun
financiële middelen het toelieten.

Werd Antwerp al die jaren geleid door een gewiekste bankier,
die er een sardonisch genoegen in schepte om te wheelen & dealen in een grijze zone, daarbij geregeld
zakenpartners schofferend en afschuddend, dan maakte Beerschot een bizar
adagium van “boven zijn stand leven”. Dat moest wel leiden tot
financiële besognes.

In de jaren negentig stevende Beerschot onherroepelijk op
het faillissement af. Aan het roer stond toen de flamboyante, bemiddelde
laborant Paul Nagels, een man die op een bepaald moment van zijn leven op een
tweesprong stond: ofwel bouwde hij een villa in het zuiden van Frankrijk, ofwel
investeerde hij in het voetbal. Ach ja, laten we het erop houden dat iedereen
het recht heeft om fouten te maken in het leven.

Na de Wilde Weldoener Nagels kwam de zuinige provincialist
Jos Verhaegen, die jarenlang heel knap Germinal Ekeren overeind hield in de
hoogste klasse van ons voetbal, maar die zijn licentie dreigde te verliezen
omdat er in Ekeren geen mogelijkheden waren om het stadion uit te bouwen en dan
maar een fusie met Beerschot uitdokterde. Na bijna twaalf jaar grijze
middelmaat werd Germinal Beerschot in februari 2011 overgenomen door alweer een flamboyante,
impulsieve en hyperambitieuze zakenman: de Leuvense projectontwikkelaar Patrick
Vanoppen.

Ook bij Beerschot werd er in de loop van de jaren vrolijk gepraat met duistere
types. Zo werd in 1991, in volle crisis, de Fransman Guy Ivens voorgesteld als
redder. Dat gebeurde niet onopgemerkt: Ivens werd binnengereden in een
rolstoel, gehuld in een kamerjas en met een arm in het gips. Nog voor de
gesprekken konden worden afgerond, had de pers al ontdekt dat Ivens een
oplichter was, die zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrifte en
bedrieglijke bankbreuk. Adieu monsieur Ivens.

In 1999 was er een allerlaatste poging om het oude Beerschot, dat
van stamnummer 13, nieuw leven in te blazen, tot bleek dat de Nederlandse
zakenman Zier Tebbenhof zijn fortuin had gemaakt in de porno-industrie. Zo levensecht met de billen bloot gaan wilde de club nu ook weer niet.

Diamant

En dan is er nog het bescheidener Berchem Sport. Brave club, zei u? Een
jaar of twaalf geleden kocht Vasken Cavatti, een Armeense diamantair, zich in
bij de club. Het vervolg van het verhaal is voorspelbaar: torenhoge ambities,
Berchem moest opnieuw aansluiten bij de top, Antwerpen was te klein voor de
reus van het Rooi, tot de politie een zwarte boekhouding blootlegde en Cavatti in de cel belandde voor, wat dacht u, valsheid in geschrifte en fiscale fraude.

Met het roemloos afdruipen van Cavatti verdwenen ook de inkomende
geldstromen. Gevolg: Berchem terug naar af. Jaren van sportieve kommer en kwel
volgden. Vorig seizoen werd geelzwart dan kampioen in vierde klasse, dit seizoen
draait het – met een schijnbaar realistisch beleid – mee bovenaan in derde
klasse. Mogelijk zien we binnenkort weer twee, wie weet zelfs drie, Antwerpse
clubs terug in dezelfde afdeling, al zal het dan wel de tweede klasse zijn. Tenzij ook
Berchem weer kiest voor een hachelijk financieel avontuur.

Fuseren of
fusilleren?

De toestand van het Antwerpse voetbal is hopeloos maar niet
ernstig, om de titel van een oud Radio 1-programma te parafraseren. Mocht het
zo triest niet zijn, met name dan voor de hondstrouwe supporters van de drie
clubs, je zou er hartelijk om kunnen lachen. “Goed bestuur” is een
verre kreet uit de provincie – ‘de parking’ zoals ze in het zelden bescheiden
Antwerpen roepen -, maar die slogan is zeker niet van toepassing in voetbalmiddens in de
stad aan de stroom.

Telkens het slecht gaat met het Antwerpse voetbal, komt de
idee van een gezamenlijk stadion en van een fusie weer naar voren. Alsof dat de
ultieme oplossing is. Alsof daardoor wanbeleid onmogelijk wordt. Alsof de
Champions League dan binnen handbereik zou liggen. Sta me toe om het even
brutaal te zeggen: het fusilleren van sommige bestuursleden lijkt me momenteel
urgenter dan het fuseren van Antwerp en Beerschot.