Het was natuurlijk de goden tarten: op 1 november als nieuwe
trainer in dienst treden, dat doe je gewoon niet. Op Allerheiligen worden de
doden geëerd, niet de levenden. Misschien had Bob Peeters wel Lazarus voor ogen
toen hij enkele dagen na zijn pijnlijke ontslag bij Cercle Brugge uit de
trainersdood opstond om de nieuwe trainer van AA Gent te worden (dat een week
voordien Trond Sollied had weggestuurd). ‘Ik ben er vrij zeker van dat we een
goede en bewuste keuze maakten,’ zei manager Michel Louwagie toen op de
persconferentie. Ook Peeters zelf was euforisch: ‘Als je zo’n kans krijgt, moet
je niet twijfelen.’

Wondertrainers zijn
sprookjesfiguren

Nauwelijks twee maanden en twee dagen later mag Peeters
alweer beschikken in het Jules Ottenstadion. 3 op 27, daar moet je geen wiskunde voor
gestudeerd hebben om te weten dat het een flinke buis is. Negen wedstrijden
gespeeld, zes verloren, drie gelijk gespeeld, nul gewonnen. Da’s erbarmelijk,
zeker als je weet dat AA Gent het seizoen gestart was om probleemloos play-off
1 te halen en wie weet een Europees ticket te versieren, en dat het nu, acht
speeldagen voor het einde van de reguliere competitie, gedwongen is om bang
achterom te kijken. La Gantoise telt
slechts vier punten meer dan de voorlaatste in de stand, Lierse.

Dus doet zo’n clubbestuur wat elk clubbestuur in dit land
doet: de trainer ontslaan. Talloze bomen zijn er wereldwijd al gesneuveld om
krantenpapier te fabriceren waarop vervolgens te lezen stond dat het ontslaan
van de trainer doorgaans niet helpt. Het shockeffect stelt weinig of niets
voor. Er zijn uitzonderingen, zoals op elke regel. Maar ze worden schaarser met
het seizoen. Met een Lada kan je geen Formule 1-race winnen. Vertaald naar het
voetbal: met een kwalitatief zwakke kern blijft het behelpen. Wondertrainers
zijn sprookjesfiguren: ze bestaan niet echt.

Bij AA Gent zit het probleem nog dieper dan dat, want de
kwaliteit van de spelers is stuk voor stuk prima. Bij hen zit dan weer de mentaliteit
helemaal fout. Trond Sollied, de voorganger van Peeters, slaagde er met zijn
losse aanpak niet meer in om de groep te doen renderen. De strengere aanpak van
Bob Peeters – die verschillende pseudo-vedetten een tijdje naar de B-kern
verbande – hielp ook al niet. Spelers die ruziën met de supporters (Mboyo),
spelers die vechten op training (Mboyo-Boeckx), spelers die zich
onprofessioneel gedragen (Brüls, Remacle), het houdt maar niet op dit seizoen in
Gent. Na Club Brugge wordt er het meest over AA Gent getweet en dat is zelden
een goed teken. Twitter is het sociale medium van de sarcastische oneliner,
niet van de luide toejuiching.

Recrutering geen
succesverhaal in Gent

De verantwoordelijke voor deze wantoestanden is niet de
trainer, en al zeker niet de trainer die pas na dertien speeldagen is gearriveerd.
De spelers zijn gehaald door de manager (Michel Louwagie), met goedkeuren van
de voorzitter (Ivan De Witte). Twee heren die erin geslaagd zijn om van een
financieel noodlijdende club een Belgische subtopper te maken, met het
aanlokkelijke vooruitzicht om vanaf volgend seizoen in een gloednieuw stadion te
mogen spelen. Zonder meer knap is dat.

Vele andere eersteklassers zijn stikjaloers op het duo De
Witte-Louwagie. Dat komt eerder omdat die andere bestuurders er zelf een knoeiboel van maken, dan
dat het olijke Gentse tweetal onfeilbaar is. Met name het aanwerven van
trainers en spelers was niet altijd een succesverhaal in Gent. Toch wel vreemd,
als je voorzitter de CEO is van een gerenommeerd HR- en headhunting-bureau
(Hudson, met als slogan ‘From great people to great performance’), en die er
maar niet in slaagt de juiste mensen te recruteren voor zijn eigen voetbalclub.
Goeie reclame voor zijn bedrijf is het alleszins niet.

Natuurlijk heeft ook Bob Peeters zelf gefaald, maar het kan
toch niet dat iemand die vorig seizoen nog tot de revelatie onder het trainersgild
werd uitgeroepen, een jonge/ambitieuze/moderne/communicatieve coach van nog
geen 39, plots niets meer kan? Van held werd hij schlemiel bij de vereniging
uit Brugge (‘from zero to hero to zero’) en bij Gent is hij het schlemielendom
niet meer ontgroeid.

Hervorming naar Engels model

Het probleem zit ‘m niet bij Peeters en bij de zes andere
ontslagen trainers (zeven eigenlijk, want Peeters geniet de dubieuze eer dat
hij twee keer in hetzelfde seizoen mocht beschikken), maar bij de
kortzichtigheid van clubbestuurders, het ongeduld van bestuur, sponsors en
supporters, en het perverse systeem van play-offs dat tot oneindig veel grotere
nervositeit leidt dan in een traditionele competitie met 30 of 34 speeldagen.

Het wordt de hoogste tijd dat het Belgische voetbalbestel
naar Engels voorbeeld wordt hervormd en dat de trainers managers worden, die
het werkelijk voor het zeggen hebben binnen de spelersgroep. Managers in de
Premier League beslissen zelf – uiteraard binnen de financiële mogelijkheden
van de club – wie er komt en gaat; ze kunnen dan ook aangesproken worden op hun
transferbeleid. Trainers in de Jupiler Pro League worden afgerekend op de
beslissingen van een ander; een manager of technisch directeur die dicht bij het bestuur staat of er zelfs in zit, en
die meestal probleemloos mag blijven zitten als de door hem aangetrokken
spelers het niet goed doen. Het is een boutade, maar iemand zei ooit dat een
trainer hier bij het ondertekenen van zijn contract meteen ook zijn ontslag
tekent.

Misschien kan de BFC Pro, de vereniging van professionele
voetbaltrainers die wordt voorgezeten door de (werkloze) trainer Jacky
Mathijssen, wat harder op tafel kloppen en eisen dat trainers echte managers
worden, met een grotere verantwoordelijkheid en veel meer inspraak. Vraag is
wel of de clubbestuurders mee willen in zo’n verhaal, want dat zijn ofwel
relikwieën van de oude school (die denken dat ze alles beter weten), ofwel
zakenlui die een dure hobby zochten (en die denken dat ze alles beter weten).
Van trainers managers maken met ruimere bevoegdheden, betekent in eerste
instantie dat voorzitters een deel van hun ongebreidelde macht moeten afstaan.
Welke club en welke voorzitter durft dat het eerst aan?